Diabetes mellitus; bloedsuiker meten en insuline toedienen

Diabetes mellitus;  bloedsuiker meten, insuline toedienen 
medisch rekenen eenheden
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Diabetes mellitus;  bloedsuiker meten, insuline toedienen 
medisch rekenen eenheden

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
12 uur; korte terugblik vorige les
12.10 uur theorie diabetes 
12.30 demonstratie bloedsuiker meten
12.45 oefenen bloedsuiker meten
13.15 pauze
13.25 uur demonstratie insuline toedienen
13.35 uur oefenen insuline toedienen
14.00 uur oefenopdrachten rekenen met IE maken
14.25 afsluiten en volgende week

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je benoemt wat diabetes is
  •  Je voert de handeling bloedsuiker prikken uit volgens protocol
  • Je maakt een insulinepen klaar voor gebruik volgens protocol
  • Je injecteert insuline volgens protocol
  • Je oefent het rekenen met eenheden

Slide 3 - Tekstslide

Wat is diabetes ?
  • Diabetes, suikerziekte, is een ziekte waarbij het lichaam de bloedsuiker niet meer in evenwicht kan houden.
  • Dat komt doordat het lichaam te weinig van het hormoon insuline heeft.
  •  Het lichaam reageert vaak niet meer goed op insuline.
  • Of het maakt helemaal geen insuline meer. 
  • (Insuline regelt de bloedsuikerspiegel)

Slide 4 - Tekstslide

Welke organen zijn betrokken bij het op peilhouden van de bloedsuiker ?

Slide 5 - Tekstslide

Anatomie
Alvleesklier :

  • Ligt links achter en onder de maag.
  • alvleesklier = pancreas


Slide 6 - Tekstslide

Hoofdfuncties alvleesklier
Exocriene functies en endocriene functies
  1. Exocriene functie :
  • De exocriene functie (uitwendige uitscheiding) speelt een belangrijke rol bij de vertering van het voedsel. 
  • De alvleesklier produceert pancreassap (spijsverteringsenzymen) dat via kleine afvoerbuisjes die samenkomen tot één grote afvoerbuis (pancreasbuis) wordt afgevoerd naar de twaalfvingerige darm. 
  • De pancreasbuis mondt uit in de twaalfvingerige darm, ongeveer 10 cm voorbij de sluitspier van de maag. 
  • Vlak voordat de pancreasbuis in de twaalfvingerige darm uitmondt, verenigt deze zich met de galafvoergang.




Slide 7 - Tekstslide

  1. Endocriene functie
  • De endocriene (inwendige afscheiding) functie speelt een belangrijke rol bij het regelen van de bloedsuikerspiegel.

  1. Eilandjes van Langerhans
  • In de alvleesklier zit ook klierweefsel 
  • Dit zijn de ‘Eilandjes van Langerhans’ die o.a. het hormoon insuline en glucagon produceren. 
  • Deze kliertjes geven hun hormonen direct aan het bloed af. 

Slide 8 - Tekstslide

Anatomie
Lever: 
  • Rechtsboven de buikholte
  • Maakt giftige stoffen onschadelijk
  • Kan glucose (suiker) opslaan. Komt vrij bij inspanning
  • Opslag van vet
  • (Glucose is brandstof, uit koolhydraten of voeding)

Slide 9 - Tekstslide

Insuline en Glucagon
Insuline: 
  • Hormoon dat een belangrijke rol speelt bij het in evenwicht houden van de glucose waarde.
  • Een tekort of geen aanmaak leidt tot diabetes.
  • Wordt aangemaakt in de alvleesklier.

Glucagon:
  • Hormoon dat wordt gemaakt in de alvleesklier, verhoogt glucose in het bloed.
  • Verhoogt de bloedsuikerspiegel als deze daalt. 
  • Word aangemaakt in de alvleesklier

 


Slide 10 - Tekstslide

Types diabetes
  1. Type 1
  • 1 op de 10 mensen heeft type 1 (steeds meer kinderen)
  • Lichaam (alvleesklier) maakt helemaal zelf geen insuline meer aan.( CF)
  • Afweersysteem vernielt cellen die insuline aanmaken.
  • insuline spuiten is noodzakelijk

  1. Type 2
  • Ouderdomsdiabetes in de volksmond 
  • 9 op de 10 mensen
  • Lichaam (alvleesklier) maakt gedeeltelijk geen insuline meer aan.
  • Teveel suiker in het bloed.
  • Meestal is alleen medicatie voldoende, soms insuline spuiten noodzakelijk.

Slide 11 - Tekstslide

Hoe krijg je diabetes?
  • Ruim 1,2 miljoen nederlanders hebben diabetes!
  • elke week komen er daar zo'n 1000 bij !
  • dat is ong. 1 op de 14 nederlanders
  • 9 op de 10 mensen met diabetes heeft type 2
  • meest voorkomende ziekte  bij kinderen, steeds meer kinderen met type 2 !
  • Ongezonde leefstijl
  • Verminderde lichaamsbeweging
  • Overgewicht
  • Erfelijkheid/ aanleg (cultuur)


Slide 12 - Tekstslide

Hoge /lage bloedsuiker
Meten is weten!

Hyper = te hoog
Hypo = te laag

Normale bloedsuikerwaarde (niet nuchter)
tussen de 3,3 en 7,8

Slide 13 - Tekstslide

Hypo (laag)
  • zweten
  • trillen
  • duizelig zijn
  • plotseling wisselend humeur (opeens boos worden bijvoorbeeld) ongeconcentreerd zijn
  • hoofdpijn
  • moe zijn
  • hongerig zijn

Slide 14 - Tekstslide

Hyper (hoog)
  • veel plassen
  • veel dorst hebben en houden
  • vermoeid zijn 
  • plotselinge humeurigheid, snel boos worden
  • misselijk zijn of overgeven
  • alles voelt vervelend

Slide 15 - Tekstslide

Behandeling
  • Genezing nog (niet) mogelijk!
  • Gezond eten/afvallen (type 2)
  • Behandeling met medicijnen
  • Behandeling met insuline injecties
  • insulinepompje
  • nieuwste ontwikkeling de kunst-alvleesklier

Slide 16 - Tekstslide

Effe checken.........

Slide 17 - Tekstslide

Wat is de officiële benaming van suikerziekte
A
Diabetes Type
B
Diabetes Expectus
C
Diabetes Naxon
D
Diabetes Mellitus

Slide 18 - Quizvraag

Van veel snoepen krijg je diabetes
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Welke vorm van diabetes krijg je op oudere leeftijd
A
Diabetes Type 1
B
Diabetes Type 2

Slide 20 - Quizvraag

Welk type diabetes is insuline afhankelijk
A
Diabetes Type 1
B
Diabetes Type 2

Slide 21 - Quizvraag

Waar wordt glucose opgeslagen als je lichaam het niet direct nodig heeft?
A
Alvleesklier
B
Lever

Slide 22 - Quizvraag

Welk orgaan maakt insuline aan?
A
Lever
B
Galblaas
C
Nieren
D
Alvleesklier

Slide 23 - Quizvraag

Bij welk type diabetes maakt de alvleesklier geen insuline meer aan
A
Diabetes Type 1
B
Diabetes Type 2

Slide 24 - Quizvraag

Is diabetes te genezen
A
Ja
B
Nee

Slide 25 - Quizvraag

Wat doe je bij een hypo...

Slide 26 - Tekstslide

hypo.....

Slide 27 - Tekstslide

Wat doe je bij een hyper...

Slide 28 - Tekstslide

 hyper....

Slide 29 - Tekstslide

Bloedsuiker meten

Slide 30 - Tekstslide

Demo

Slide 31 - Tekstslide

Oefenen praktijk bloedsuiker meten

Slide 32 - Tekstslide

Pauze

Slide 33 - Tekstslide

Op welke plekken mag je insuline injecteren ?

Slide 34 - Tekstslide

Insulinepen klaarmaken en injecteren

Slide 35 - Tekstslide

Demo

Slide 36 - Tekstslide

Oefenen insulinepen klaarmaken en prikken

Slide 37 - Tekstslide

Oefenopdrachten rekenen met eenheden maken

Slide 38 - Tekstslide

expertcollege
Af moet zijn aan het einde van dit blok;
01. afronden
02. breuken
04. maateenheden
06. orale medicatie
10.  vochttoediening

Slide 39 - Tekstslide

Na deze les heb ik voldoende kennis over diabetes,
en weet ik hoe ik bloedsuiker moet meten en insuline toedienen  

Slide 40 - Tekstslide

Thieme online
Thieme online module 7.4
                               module 12.3.4 hormoonstelsel pancreas
                                                       3.4.1 Diabetus mellitus
Expertcollege 3.7 Intraveneuze medicatie (paar opgaven eenheden)

Slide 41 - Tekstslide

Volgende week
subcutaan injecteren + medisch rekenen vochtbalans

Slide 42 - Tekstslide