Wonen Les 4 Diabetes mellitus Basisfase

Diabetes mellitus






CARE - Wonen les 4 2023 - 2024
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Diabetes mellitus






CARE - Wonen les 4 2023 - 2024

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen 
Je benoemt de symptomen van diabetes

Je herkent een hypoglykemie en hyperglykemie
Je interpreteert de gegevens vanuit de glucosemeting (handmatig of via de app) op de juiste wijze
Je beschrijft de werking van de alvleesklier


Slide 2 - Tekstslide

Diabetes

  • Wat is diabetes? 
  • Anatomie van het lichaam
  • Welke types diabetes zijn er?
  • Te hoge bloedsuiker of te lage bloedsuiker?


Slide 3 - Tekstslide



Latijn mellitus = honingzoet), letterlijk "zoete doorstroom" of zoete urine, is ontstaan door de zoete smaak van de urine van deze patiënten.



Slide 4 - Tekstslide

Kenmerk : 
- Abnormaal hoge niveaus van glucose (suiker) in het bloed. 
- Het lichaam is niet in staat  om glucose effectief uit het bloed naar de lichaamscellen te transporteren en te gebruiken voor energie. 


Slide 5 - Tekstslide

Het hormoon insuline, dat gemaakt wordt door de alvleesklier, is heel belangrijk voor de suikerstofwisseling. 

Als we eten komt suiker via de darmen in het bloed.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

Anatomie
Alvleesklier:

  • Ligt links achter en onder de maag.


Slide 9 - Tekstslide

Fysiologie
Lever: 
  • Maakt giftige stoffen onschadelijk
  • Kan glucose (suiker) opslaan. Komt vrij bij inspanning
  • Opslag van vet
  • (Glucose is brandstof, uit koolhydraten of voeding)

Slide 10 - Tekstslide

Hoofdfuncties
Exocriene functies en endocriene functies
  1. Exocriene functie:
  • De exocriene functie (uitwendige uitscheiding) speelt een belangrijke rol bij de vertering van het voedsel. 
  • De alvleesklier produceert pancreassap (spijsverteringsenzymen) dat via kleine afvoerbuisjes die samenkomen tot één grote afvoerbuis (pancreasbuis) wordt afgevoerd naar de twaalfvingerige darm. 
  • De pancreasbuis mondt uit in de twaalfvingerige darm.



Slide 11 - Tekstslide

  1. Endocriene functie
  • De endocriene (inwendige afscheiding) functie speelt een belangrijke rol bij het regelen van de bloedsuikerspiegel.

  1. Eilandjes van Langerhans
  • In de alvleesklier zit ook klierweefsel zonder afvoerbuisjes. 
  • Dit zijn de ‘Eilandjes van Langerhans’ die o.a. het hormoon insuline en glucagon produceren. 
  • Deze kliertjes geven de hormonen direct aan het bloed af. 

Slide 12 - Tekstslide

Insuline en Glucagon
Insuline: 
  • Hormoon dat een belangrijke rol speelt bij de glucose waarde.
  • Een tekort of geen aanmaak leidt tot diabetes.
  • Wordt aangemaakt in de alvleesklier.

Glucagon:
  • Hormoon dat wordt gemaakt in de alvleesklier, verhoogt glucose in het bloed.
  • Verhoogt de bloedsuikerspiegel als deze daalt. 
  • Word aangemaakt in de alvleesklier

 


Slide 13 - Tekstslide

Wat is diabetes ?
  • Diabetes, suikerziekte, is een ziekte waarbij het lichaam de bloedsuiker niet meer in evenwicht kan houden.

  • Dat komt doordat het lichaam te weinig van het hormoon insuline heeft.
  • Het lichaam vaak niet meer goed op insuline.
  • Of het maakt helemaal geen insuline meer. 
  • (Insuline regelt de bloedsuikerspiegel)

Slide 14 - Tekstslide

Types
  1. Type 1
  • 1 op de 10 mensen heeft type 1
  • Lichaam (alvleesklier) maakt helemaal zelf geen insuline meer aan.
  • Afweersysteem vernielt cellen die insuline aanmaken.

  1. Type 2
  • Ouderdomsdiabetes in de volksmond 
  • 9 op de 10 mensen
  • Lichaam (alvleesklier) maakt gedeeltelijk geen insuline meer aan.
  • Teveel suiker in het bloed.
  • Meestal is alleen medicatie voldoende, soms insuline spuiten noodzakelijk.

Slide 15 - Tekstslide

GEVOLGEN
Ga voor jezelf op de pagina van het diabetesfonds 10 minuten kijken wat de gevolgen zijn van diabetes. 

https://www.diabetesfonds.nl/over-diabetes/complicaties-van-diabetes

Slide 16 - Tekstslide

Hoe krijg je diabetes?
  • Ruim 800.000 mensen hebben diabetes!

  • 9 op de 10 heeft type 2.

  • Ongezonde leefstijl
  • Verminderde lichaamsbeweging
  • Overgewicht
  • Erfelijkheid/ aanleg


Slide 17 - Tekstslide

Hoge /lage bloedsuiker
Meten is weten!

Hyper = te hoog
Hypo = te laag

Slide 18 - Tekstslide

Hypo (laag)
  • zweten
  • trillen
  • duizelig zijn
  • plotseling wisselend humeur (opeens boos worden bijvoorbeeld) ongeconcentreerd zijn
  • hoofdpijn
  • moe zijn
  • hongerig 

Slide 19 - Tekstslide

Hyper (hoog)
  • veel urineren
  • veel dorst hebben en houden
  • vermoeid zijn 
  • plotselinge humeurigheid, snel boos worden
  • misselijk zijn of overgeven
  • alles voelt vervelend

Slide 20 - Tekstslide

Behandeling
  • Genezing nog (niet) mogelijk!

  • Gezonde leefstijl
  • Behandeling met medicijnen
  • Behandeling met insuline
  • Kunst alvleesklier

Slide 21 - Tekstslide

Wat is de officiële benaming van suikerziekte
A
Diabetes Type
B
Diabetes Expectus
C
Diabetes Naxon
D
Diabetes Mellitus

Slide 22 - Quizvraag

Voeding geeft ons
A
Energie
B
Overgewicht
C
Diabetes
D
Een verzadigd gevoel

Slide 23 - Quizvraag

Van veel snoepen krijg je diabetes
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quizvraag

Welke vorm van diabetes krijg je op oudere leeftijd
A
Diabetes Type 1
B
Diabetes Type 2

Slide 25 - Quizvraag

Welk type diabetes is insuline afhankelijk
A
Diabetes Type 1
B
Diabetes Type 2

Slide 26 - Quizvraag

Waar wordt glucose opgeslagen als je lichaam het niet direct nodig heeft?
A
Alvleesklier
B
Lever

Slide 27 - Quizvraag

Welk orgaan maakt insuline aan?
A
Lever
B
Galblaas
C
Nieren
D
Alvleesklier

Slide 28 - Quizvraag

Bij welk type diabetes maakt de alvleesklier geen insuline meer aan
A
Diabetes Type 1
B
Diabetes Type 2

Slide 29 - Quizvraag

Is diabetes te genezen?
A
Ja
B
Nee

Slide 30 - Quizvraag

Opdracht
Beantwoord de volgende vragen 
1.Hoe handel je (EHBO) bij een cliënt met een hypo?




Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Link

2.Hoe handel je bij een cliënt met een hyper?

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Link

3. Hoe komt het dat er al kinderen zijn met type 2 diabetes.
Geef 3 oorzaken

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Link

Bronnen
Alvleeskliervereniging
Diabetesfonds
Diabetesmagazine

Slide 37 - Tekstslide