Quiz 2

• Participatie
• MBO
• Studiejaar 1

Quiz 

P2 - Theorie participatie

Welke omschrijving past bij het begrip ‘auto-anamnese’?

1. informatie over de huidige situatie die je verkrijgt uit observaties
2. informatie over de huidige situatie die je verkrijgt uit vragenlijsten, screeninglijsten en intakelijsten
3. informatie over de voorgeschiedenis die je verzamelt door gesprekken met de cliënt
4. uitgangspunt waarop het activiteitenplan aansluit

Welke uitspraken over doelen zijn juist? Er zijn meer antwoorden goed.

1. Het doel vloeit voort uit de hulpvraag
2. Het hoofddoel is hetzelfde als de hulpvraag
3. Je stelt eerst het hoofddoel vast en bepaalt daarna het meetbare doel
4. Een werkdoel is dat wat je concreet wilt bereiken

In welke reeks staan de vier hoofdelementen die een rol spelen bij het tot stand komen van passende dagbesteding?

1. begeleidingsbehoefte – fysieke omgeving – groep – omgeving
2. begeleidingsbehoefte – groep – omgeving – zorgverzekering
3. fysieke omgeving – groep – omgeving – zorgverzekering
4. fysieke omgeving – groep – nascholingsbehoefte – omgeving

Dani werkt in een zorgorganisatie voor volwassenen met een meervoudige beperking. Ze begeleidt een groep volwassenen die van klei objecten maken. De afgelopen week hebben ze keramische objecten gemaakt die in de winkel verkocht gaan worden. Ze hebben eerst van een bolvorm een vis gemaakt en die vis van een staart, vinnen en ogen voorzien. Vandaag worden de vissen beschilderd.

Welke uitspraak is juist?

1. De activiteit is beeldend vormen, het materiaal is klei en de appelwaarde is dimensioneel.
2. De activiteit is beeldend vormen, het materiaal is klei en de appelwaarde is sensopatisch.
3. De activiteit is drama, het materiaal is klei en de appelwaarde is dimensioneel
4. De activiteit is drama, het materiaal is klei en de appelwaarde is sensopatisch

Mantelzorgers/vrijwilligers handelen vanuit een ander kennisniveau dan de beroepskracht MZ.
Hoe moet je hiermee omgaan?

1. Accepteer geen hulp van mantelzorgers of vrijwilligers. Het is in het belang van de cliënt dat de ondersteuning volgens de regels plaatsvindt.
2. Laat mantelzorgers of vrijwilligers in hun waarde, ook als jij dingen anders zou doen.
3. Stel je als autoriteit op en instrueer mantelzorgers of vrijwilligers
4. Wees problemen voor en voorkom dat iets dreigt te gebeuren waaruit problemen kunnen ontstaan

Vanaf de jaren 1930 werd supported-employment steeds vaker ingezet om cliënten uitleg te geven over hun werk.

1. Juist
2. Onjuist

Sociaal ondernemen betekent dat de cliënt zichzelf accepteert zoals hij is.

1. Juist
2. Onjuist

Rehabilitatie is een vorm van begeleiding waarbij de focus ligt op het weer mee kunnen doen in de maatschappij.

1. Juist
2. Onjuist

Kiki van 21 heeft het syndroom van Down en voelt zich vaak minder dan anderen. Kiki is erg verlegen en heeft weinig vrienden. Ze heeft vaak het gevoel dat ze er niet bij hoort, omdat ze geen ‘belangrijk’ werk doet. In haar vrije tijd gaat ze graag naar de kinderboerderij. Dieren zijn tenminste aardig voor haar. Vorige week had ze op een bankje gezeten met een konijn op schoot. Daar genoot ze echt van, zo zacht. Daarna had een vrijwilliger bij de boerderij haar gevraagd of ze de konijnen eten wilde geven. Dat was pas belangrijk werk!

Welke uitspraak is juist?

1. De vrijwilliger had Kiki niet de verantwoording voor het voeren van de dieren mogen geven
2. Door het zorgen voor dieren groeit de eigenwaarde van Kiki.
3. Het zorgen voor dieren is geen vrijetijdsbesteding, maar onbetaald werk.
4. Kiki zou in plaats van met dieren, juist meer contact moeten maken met mensen

Een cliënt leert ermee omgaan dat de basis van gelijkwaardigheid en de bereidheid tot wederzijds respect er vaak niet zijn

1. assertiviteitstraining
2. weerbaarheidstraining
3. territoriumoefeningen
4. agressiereguleringstraining

Voor vrijetijdsbesteding zijn minder vaardigheden nodig dan voor werk.

1. Juist
2. Onjuist

Rehabilitatie is een vorm van begeleiding waarbij de focus ligt op het weer mee kunnen doen in de maatschappij.

1. Juist
2. Onjuist

Dagbesteding gaat over bezigheden die overdag plaatsvinden.

1. Juist
2. Onjuist

Scholing en werk zijn belangrijke onderdelen van dagbesteding

1. Juist
2. Onjuist

Wettelijk gezien valt vrije tijd niet onder de noemer dagbesteding.

1. Juist
2. Onjuist

Dagbesteding is een doelgerichte invulling van activiteiten om de
vrije tijd die je tot je beschikking hebt te besteden.

1. Juist
2. Onjuist

Vroeger werden mensen beziggehouden met spelletjes of handvaardigheid. Nu krijgt dagbesteding een arbeidsmatiger karakter.

1. Juist
2. Onjuist