WM, omgevingswet en WED (2025)

Leerdoelen Wet Milieubeheer
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
WKPV-2MBOStudiejaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen Wet Milieubeheer

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het zorgplichtartikel ook al weer?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bedrijvigheid = werkzaamheid of activiteit
Bedrijfsmatig = er wordt winst gemaakt (of dat is de bedoeling).
Bedrijsmatige omvang = hoe groot het perceel is en hoe groot de bedrijvigheid is. Zowel tijd als ruimte. Professionele voorzieningen ook een teken van bedrijvigheid.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ijzerdraadarrest
Ijzerdraadarrest = wist de leidinggevende ervan? Heeft hij er opdracht toe gegeven?
Twee criteria om functionele dader te vervolgen:
1. Mogelijkheid hebben om het s.f. door zijn ondergeschikten te laten plegen.
2. Toestemming hebben gegeven of toe
Daderschap rechtspersoon
wanneer kan een rechtspersoon als dader wor-
den aangemerkt van een verboden gedraging? De criteria hiervoor zijn als volgt:
1. Het moet gaan om een handeling of het nalaten daarvan (een gedraging)
door iemand die bij de rechtspersoon in dienst is (een werknemer) of die wel
werk voor hem uitvoert, maar niet bij hem in dienst is (een koerier, een schil-
der).
2. De gedraging past in de normale bedrijfsvoering van de rechtspersoon. Bij-
voorbeeld: de normale bedrijfsvoering van een slagerij is het verkopen van
vlees. Als er bij het verkopen van vlees strafbare feiten worden begaan, kan
de rechtspersoon daarvoor aansprakelijk worden gesteld.
3. De rechtspersoon heeft geprofiteerd van de gedraging.
4. Er moet voldaan worden aan de IJzerdraad-criteria: de rechtspersoon moet
over de mogelijkheid hebben beschikt de gedraging te doen plaatsvinden en
moet die ook bewust hebben aanvaard of toegelaten

Slide 5 - Tekstslide

Ijzerdraadarrest = wist de leidinggevende ervan? Heeft hij er opdracht toe gegeven?

Twee criteria om functionele dader te vervolgen:
1. Mogelijkheid hebben om het s.f. door zijn ondergeschikten te laten plegen.
2. Toestemming hebben gegeven of toe hebben gelaten terwijl hij wist dat.
Mark krijgt van zijn baas opdracht om wat bedrijfsafval in zijn grijze kliko (met huishoudelijk afval) te doen. Mark doet dit ook, maar helaas controleert een handhaver zijn kliko en wordt het strafbare feit ontdekt. Wie is in dit geval strafbaar voor het aanbieden van bedrijfsafval als huishoudelijk afval?
A
Mark
B
De baas van Mark
C
Beiden

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

stoffen =  afvalstoffen, verontreinigende of schadelijke stoffen. Je kunt daarbij denken aan afvalwater, meubels, frituurvet, machines, bouwafval en dergelijke.
Bedenk een voorbeeld van het lozen op een oppervlaktewaterlichaam

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Activiteiten en de gevolgen daarvan voor de fysieke leefomgeving verschillen van
elkaar, en dat vraagt om verschillende typen regels:
• Specifieke zorgplichten, die een beroep doen op de eigen verantwoordelijk-
heid van degene die de activiteit uitvoert, vormen de basis.
• Wanneer de nadelige gevolgen voor de leefomgeving daarom vragen, kun-
nen meer uitgewerkte regels in de vorm van voorschriften en verplichtin-
gen nodig zijn om die gevolgen te beperken.
• Voor een deel van de activiteiten geldt een meldingsplicht. Het betreft acti-
viteiten waarbij het gelet op de potentiële nadelige gevolgen wenselijk is dat
de activiteit niet mag starten, voordat het bevoegd gezag daarvan op de
hoogte is gebracht.
• Wanneer het noodzakelijk is dat het bevoegd gezag een activiteit vooraf-
gaand beoordeelt, voorschriften daarvoor opstelt en expliciet instemt met de
uitvoering daarvan, is een omgevingsvergunning vereist. Doorgaans gaat
het om complexere activiteiten met potentieel grote gevolgen.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bedenk een voorbeeld van het op of in de bodem brengen van een bedrijfsafvalstof

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer mag je wel iets storten of in de bodem brengen?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bruidsschat
Verschillende oude landelijk regels vervallen. Gemeente moet nu zelf regels daarover maken. Om te voorkomen dat er een gat valt tussen oud en nieuw --> Bruidsschat omgevingsplan.
Zwerfafval begrenzing
Strafbaar: binnen een straal van 25 meter rond begrenzing zwerfafval die van die activiteit afkomstig is, niet zo vaak als nodig verwijderen.

Slide 17 - Tekstslide

Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet zijn verschillende regels met be-
trekking tot bepaalde milieuonderwerpen komen te vervallen. Gemeentes moeten
nu zelf regels gaan maken over deze onderwerpen. Om te voorkomen dat er een
gat valt tussen het vervallen van de oude regels en het instellen van nieuwe regels,
zijn de oude regels in de zogenaamde Bruidsschat omgevingsplan geplaatst. Deze
regels maken automatisch deel uit van een omgevingsplan, totdat de gemeenten
zelf een omgevingsplan hebben vastgesteld waarin de onderwerpen van de Bruids-
schat zijn geregeld.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer is iets een inrichting volgens de Wet Milieubeheer (4 criteria)?

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen WED

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijdens een vuurwerk controle waar jij als BOA aan meewerkt (samen met politie, douane, etc.) worden vrachtwagens aan de grens preventief gecontroleerd. Welke bevoegdheden heb je allemaal ten aanzien van deze vrachtwagen? Zie blz. 215 - 219 uit je boek.

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies