Taaltrap les 11 Het huis

Het huis
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2PraktijkonderwijsBasisschoolGroep 2Leerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Het huis

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

11.1 Het huis
  1. Luister naar de woorden.
  2. Schrijf de woorden in je schrift.
11.1
bladzijde 58-59

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Welke woorden weet je over
het huis / wonen ?
timer
2:30

Slide 6 - Open vraag


Je gaat 2x naar een video kijken.

Je krijgt ook opdrachten.

Luister en kijk goed!



Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

4

Slide 9 - Video

blz. 59
We lezen deze
tekst 1x.

Op de volgende
dia's staan
foto's. 
Welke zijn goed?
Welke zijn fout?

Slide 10 - Tekstslide

WEL in de tekst
NIET in de tekst

Slide 11 - Sleepvraag

00:20
Op welke verdieping woont Daan?
A
2e
B
3e
C
4e
D
5e

Slide 12 - Quizvraag

00:24
Hoeveel kamers heeft het huis?
2, 3 of 4?

Slide 13 - Open vraag

00:55
Waar is de vloer van gemaakt?
A
van steen
B
van hout

Slide 14 - Quizvraag

01:13
Daan heeft 3 dingen in de badkamer. Weet jij welke?

Slide 15 - Open vraag

11.3 + 11.4 
  1. Ga naar bladzijde 60 in je boek.
  2. We lezen en leren 11.3
  3. Maak daarna opdracht 11.4
    Schrijf de hele zin in je schrift.
zie eerst volgende dia's 

Slide 16 - Tekstslide

blz. 60

Slide 17 - Tekstslide

Enkelvoud - meervoud  
de docent    - drie docenten             
de stoel         - weinig stoelen
het bord        - vijf borden
de leerling    - onze leerlingen
het boek        - tien boeken

maar:
het raam      - veel ramen
het brood    - de broden
de muur       - twee muren

de fles    - twee flessen
een kat   - vijf katten
een tas    - veel tassen

Slide 18 - Tekstslide

Let op!!!
 bij woorden met:
-el
-em
-en
-er 
-ie
-je  
komt er een S achter
dus:
de vinger - de vingers
het varken - de varkens
een lepel - veel lepels
een bezem - drie bezems
het meisje - tien meisjes

Slide 19 - Tekstslide

En soms...
het kind - de kinderen
het ei  - de eieren
het rund - de runderen

de auto - de auto's
de piano - de piano's
de paraplu - de paraplu's

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Eerder klaar?
TEAMS


Classwork

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide