Herhaling grammatica zinsdelen 2V les 2
1 / 28
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Hoeveel zinsdelen 'moet' je hebben bij 'losmaken'?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 3 - Quizvraag
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Die man is onhandig geweest voor haar.
Wat is het belangrijkste werkwoord?
Wat is het belangrijkste werkwoord?
A
is
B
geweest
Slide 11 - Quizvraag
Die man is onhandig geweest voor haar.
Wat is dan het naamwoordelijk deel?
Wat is dan het naamwoordelijk deel?
A
Is er niet
B
Die man
C
onhandig
D
voor haar
Slide 12 - Quizvraag
Die man is onhandig geweest voor haar.
Noteer het naamwoordelijk of werkwoordelijk gezegde
Noteer het naamwoordelijk of werkwoordelijk gezegde
Slide 13 - Open vraag
Die man is onhandig geweest voor haar.
Is geweest een van de negen?
Is geweest een van de negen?
A
Ja
B
Nee
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Die man heeft gisteren een schilderij gekocht.
Wat is het belangrijkste werkwoord?
Wat is het belangrijkste werkwoord?
A
heeft
B
gekocht
Slide 17 - Quizvraag
Die man heeft gisteren een schilderij gekocht.
Is gekocht een van de negen?
Is gekocht een van de negen?
A
Ja
B
Nee
Slide 18 - Quizvraag
Die man heeft gisteren een schilderij gekocht.
Wat is dan het naamwoordelijk deel?
Wat is dan het naamwoordelijk deel?
A
Is er niet
B
Die man
C
gisteren
D
een schilderij
Slide 19 - Quizvraag
Die man heeft gisteren een schilderij gekocht.
Noteer het naamwoordelijk of werkwoordelijk gezegde
Noteer het naamwoordelijk of werkwoordelijk gezegde
Slide 20 - Open vraag
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
In Mexico zijn mensen omgekomen
Wat is het belangrijkste werkwoord?
Wat is het belangrijkste werkwoord?
A
zijn
B
omgekomen
Slide 23 - Quizvraag
In Mexico zijn mensen omgekomen
Is omgekomen een van de negen?
Is omgekomen een van de negen?
A
Ja
B
Nee
Slide 24 - Quizvraag
In Mexico zijn mensen omgekomen
Wat is dan het naamwoordelijk deel?
Wat is dan het naamwoordelijk deel?
A
Is er niet
B
In Mexico
C
mensen
Slide 25 - Quizvraag
In Mexico zijn mensen omgekomen
Noteer het naamwoordelijk of werkwoordelijk gezegde
Noteer het naamwoordelijk of werkwoordelijk gezegde
