H5.4 - herhaling van Zoutformules + Zouten in water

§5.4 Zouten in water

Hoe worden zouten gevormd?

Ionsoorten leren kennen

Namen en formules van zouten opstellen

1 / 37

Slide 1: Tekstslide

ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Lesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

§5.4 Zouten in water

Hoe worden zouten gevormd?

Ionsoorten leren kennen

Namen en formules van zouten opstellen

Slide 1 - Tekstslide

Deze voorkennis moet je hebben:

Ik weet:

dat zouten uit een metaal-ion en een niet metaal-ion bestaat
wat een romeins cijfer in een naam van een zout betekent
de namen en formules van de enkelvoudige & samengestelde ionen (blz. 52 + 53)

Ik kan:

uitleggen wat een ionbinding is
verhoudingsformules opstellen van zouten
namen van zouten geven, aan de hand van verhoudingsformules
ladingen van ionen afleiden uit verhoudingsformules
rationele en triviale namen opzoeken in binas (T. 66)

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling - Quiz

Pak je science data erbij
Pak je schrift / leeg blaadje erbij

Probeer de vragen voor jezelf te beantwoorden!!

Let op de Tijd!

Slide 3 - Tekstslide

Wat is een zout?

Een verbinding van een metaal en een niet-metaal

een verbinding van twee metalen

een verbinding van twee niet-metalen

Slide 4 - Quizvraag

Uit welke type deeltjes bestaat een zout?

moleculen

atomen

positieve ionen en negatieve ionen

elementen

Slide 5 - Quizvraag

Wat zijn ionen?

Elementen met gelijk aantal protonen en elektronen

Vrije elektronen

Positieve of negatieve geladen deeltje/element

Een verbinding met een niet metaal

Slide 6 - Quizvraag

Metaal ionen zijn meestal...

Positief geladen

Negatief geladen

Neutraal

Slide 7 - Quizvraag

Gebruik je Binas:
Wat is de rationele naam van ongebluste kalk?

kaliumcarbonaat

calciumcarbonaat

calciumoxide

kaliumoxide

Slide 8 - Quizvraag

Geef de lading van het positieve ion in 'Soda'
(Tip: gebruik Binas)

Soda bestaat niet uit ionen

Slide 9 - Quizvraag

Welke ionen komen voor in dit zout?

(N H^{​ 4 ​ ​})^{​ 2 ​ ​} F e (S O^{​ 4 ​ ​})^{​ 2 ​ ​}

Ammonium-, ijzer- en sulfide-ionen

Ammonia-, ijzer- en sulfide-ionen

Ammonium-, ijzer- en sulfaat-ionen

Ammonia-, ijzer- en sulfaat-ionen

Slide 10 - Quizvraag

IJzer(II)oxide is opgebouwd uit:

F e^{​ 3 + ​ ​} i o n + O^{​ 2 - ​ ​} i o n

F e^{​ 2 + ​ ​} i o n + O^{​ 2 - ​ ​} i o n

F e^{​ 2 + ​ ​} i o n + (O^{​ 2 ​ ​})^{​ - ​ ​}

F e^{​ 3 + ​ ​} i o n + O^{​ 2 ​ ​}

Slide 11 - Quizvraag

Koperoxide bestaat uit een koperionen en een oxide-ionen. Wat is de correct verhoudingsformule van koperoxide?

C u O

C u^{​ 2 ​ ​} O

C u O^{​ 2 ​ ​}

(C u) O

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de verhoudingsformule van natriumsulfaat?

N a^{​ 2 ​ ​} S

N a S^{​ 2 ​ ​}

N a^{​ 2 ​ ​} S O^{​ 4 ​ ​}

N a (S O^{​ 4 ​ ​})

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de verhoudingsformule van Magnesiumfosfaat?

M g P O^{​ 4 ​ ​}

M g^{​ 3 ​ ​} P O^{​ 4 ​ ​}

M g^{​ 2 ​ ​} (P O^{​ 4 ​ ​})^{​ 3 ​ ​}

M g^{​ 3 ​ ​} (P O^{​ 4 ​ ​})^{​ 2 ​ ​}

Slide 14 - Quizvraag

Na deze les:

Ik weet:

wat er met een zout gebeurt wanneer deze oplost in water
wat er met een zoutoplossing gebeurt wanneer deze ingedampt worde

Ik kan:

opzoeken in Binas (T. 45) of een zout wel/niet goed oplosbaar is in water
oplosvergelijkingen opstellen
indampvergelijkingen opstellen

Slide 15 - Tekstslide

Enkelvoudige ionen

Enkelvoudige ionen bestaan uit 1 atoomsoort
Er bestaan atoomsoorten met verschillende ion-ladingen
=> Dit wordt aangeven met Romeinse cijfer: goud(I)-ion of goud(III)-ion

Slide 16 - Tekstslide

Samengestelde ionen

Samengestelde ionen bestaan uit twee of meer verschillende atoomsoorten
Deze atoomsoorten samen hebben dan een lading
Boek blz. 134 & Binas tabel 66B.

Zorg dat je de namen van de ionen kent
-> Dat scheelt een hoop tijd...

Slide 17 - Tekstslide

Herhalen §5.2

Verhoudingsformule:

Lees de naam goed en splits in de namen van de verschillende ionen
Noteer de ionen (inclusie lading)
Bepaal de verhouding (vereenvoudig indien nodig)
Noteer de verhoudingsformule (zet samengestelde ionen tussen haakjes wanneer deze vermeerderd moet worden)

Goed oefenen!!

Slide 18 - Tekstslide

Verhoudingsformule opstellen -> Stappenplan

Lees de naam goed en splits atoomsoorten
Noteer de ionen (inclusie lading)
Bepaal de verhouding (vereenvoudig indien nodig)
Noteer de verhoudingsformule (zet samengestelde ionen tussen haakjes wanneer deze vermeerderd moet worden)

Voorbeeld 3 - Lood(II)nitraat

1. Lood(II) - nitraat

2. Pb2+ - NO3-

3. 1 : 2

4. Pb(NO3)2

Slide 19 - Tekstslide

Uitleg §5.4 - Zouten in water

Lossen wel of niet op...
-> Oplosbaarheid verschilt per zout
=> Binas T. 45A

Bepaal oplosbaarheid:
Keukenzout? (NaCl)
Zilverchloride ?
Koperhydroxide ?

Slide 20 - Tekstslide

Uitleg §5.4

Goed oplosbaar zout
-> 'los homogeen op' in water

=> valt het uiteen in ionen
=> niet meer zichtbaar met blote oog

Slide 21 - Tekstslide

Uitleg §5.4

De ionen worden omringd door watermoleculen (gehydrateerd) en komen zo los.
In de oplossing zitten dus individuele losse ionen:

Slide 22 - Tekstslide

Uitleg §5.4

Oplosvergelijking:
NaCl (s) -> Na+ (aq) + Cl- (aq)

Ca(NO3)2 (s) -> Ca2+ (aq) + 2 NO3- (aq)

Let op: Je kan alleen een oplosvergelijking geven wanneer het goed oplosbaar is in water!

Slide 23 - Tekstslide

Uitleg §5.4

Indampvergelijking
=> omgekeerde van oplosvergelijking

Na+ (aq) + Cl- (aq) -> NaCl (s)

Ca2+ (aq) + 2 NO3- (aq) -> Ca(NO3)2 (s)

Slide 24 - Tekstslide

Zelf aan de slag!

Slide 25 - Tekstslide

Wat gebeurt er op microniveau bij het oplossen van een goed oplosbaar zout?

de ionen gaan harder trillen

de ionen laten elkaar los en gaan vrij bewegen

de ionen gaan in een rooster zitten

de zoutkorrels verdwijnen

Slide 26 - Quizvraag

Welke van de volgende stof(fen) is/zijn goed oplosbaar in water?

Magnesiumbromide

Bariumsulfaat

Kaliumcarbonaat

Zinksulfide

Slide 27 - Quizvraag

Welke van de volgende stof(fen) is/zijn slecht oplosbaar in water?

Bariumhydroxide

Calciumcarbonaat

Kaliumchloride

Kopernitraat

Slide 28 - Quizvraag

Wat voor gebeurtenis is de onderstaande vergelijking?

3 K^{​ + ​ ​} (a q) + P O^{​ 4 ​ ​}^{​ 3 - ​ ​} (a q) - > K^{​ 3 ​ ​} (P O^{​ 4 ​ ​})^{​ 2 ​ ​} (s)

indampvergelijking van kaliumfosfaat

oplosvergelijking van calciumfosfaat

oplosvergelijking van kaliumfosfaat

indampvergelijking van calciumfosfaat

Slide 29 - Quizvraag

Wat is de oplosvergelijking van het oplossen van zilverchloride?

A g^{​ + ​ ​} + C l^{​ - ​ ​} \to A g C l

A g C l \to A g^{​ + ​ ​} + C l^{​ 2 ​ ​}

A g C l (s) \to A g^{​ + ​ ​} (a q) + C l^{​ - ​ ​} (a q)

A g^{​ + ​ ​} (a q) + C l^{​ - ​ ​} (a q) \to A g C l (s)

Slide 30 - Quizvraag

Geef de oplosvergelijking van ijzer(II)sulfaat in water:

F e S O^{​ 4 ​ ​} (s) + H^{​ 2 ​ ​} O (l) - > F e S O^{​ 4 ​ ​} (a q)

F e^{​ 2 ​ ​} S O^{​ 4 ​ ​} (s) - > 2 F e^{​ + ​ ​} (a q) + S O^{​ 4 ​ 2 - ​ ​} (a q)

F e S O^{​ 4 ​ ​} (s) - > F e^{​ 2 + ​ ​} (a q) + S O^{​ 4 ​ 2 - ​ ​} (a q)

F e S O^{​ 4 ​ ​} (s) - > F e (a q) + S O^{​ 4 ​ ​} (a q)

Slide 31 - Quizvraag

Wat is de oplosvergelijking van het oplossen van aluminiumfosfaat

A l^{​ 3 + ​ ​} (a q) + P O^{​ 4 ​ 3 - ​ ​} (a q) \to A l P O^{​ 4 ​ ​} (s)

A l P O^{​ 4 ​ ​} (s) \to A l^{​ 3 + ​ ​} (a q) + P O^{​ 4 ​ 3 - ​ ​} (a q)

Dit zout lost slecht op, dus geen oplosvergelijking

A l P O^{​ 4 ​ ​} \to A l^{​ 3 + ​ ​} + P O^{​ 4 ​ 3 - ​ ​}

Slide 32 - Quizvraag

Wat is de indampvergelijking voor het oplossen van natriumhydroxide?

N a^{​ + ​ ​} + O H^{​ - ​ ​} \to N a O H

N a O H (s) \to N a^{​ + ​ ​} (a q) + O H^{​ - ​ ​} (a q)

N a O H \to N a^{​ + ​ ​} + O H^{​ - ​ ​}

N a^{​ + ​ ​} (a q) + O H^{​ - ​ ​} (a q) \to N a O H (s)

Slide 33 - Quizvraag

De indampvergelijking van
zinknitraat is:

Z n^{​ 2 + ​ ​} + 2 N O^{​ 3 ​ - ​ ​} \to Z n (N O^{​ 3 ​ ​})^{​ 2 ​ ​}

Z n (N O^{​ 3 ​ ​})^{​ 2 ​ ​} \to Z n^{​ 2 + ​ ​} + 2 N O^{​ 3 ​ - ​ ​}

Z n^{​ 2 + ​ ​} + N O^{​ 3 ​ - ​ ​} \to Z n (N O^{​ 3 ​ ​})^{​ 2 ​ ​}

Z n (N O^{​ 3 ​ ​})^{​ 2 ​ ​} \to Z n^{​ 2 + ​ ​} + N O^{​ 3 ​ - ​ ​}

Slide 34 - Quizvraag

Na deze les (nu):

Ik weet:

wat er met een zout gebeurt wanneer deze oplost in water
wat er met een zoutoplossing gebeurt wanneer deze ingedampt worde

Ik kan:

opzoeken in Binas (T. 45) of een zout wel/niet goed oplosbaar is in water
oplosvergelijkingen opstellen
indampvergelijkingen opstellen

Slide 35 - Tekstslide

Wat vind je nu nog lastig?

Slide 36 - Open vraag

Aan de slag

Doorlezen §5.4

Maken §5.4:
opdr.: 29, 31, 35

En maak de 'toets' (les van §5.1 + §5.2) af!!
=> was huiswerk... maar vele van jullie moeten nog beginnen

Slide 37 - Tekstslide

H5.4 - herhaling van Zoutformules + Zouten in water

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Quizvraag

Slide 30 - Quizvraag

Slide 31 - Quizvraag

Slide 32 - Quizvraag

Slide 33 - Quizvraag

Slide 34 - Quizvraag

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Open vraag

Slide 37 - Tekstslide

Meer lessen zoals deze

H5.4 - herhaling van Zoutformules + Zouten in water

4 HAVO par 5.2 oefenen

H5.2 + H5.4 - Zoutformules + Zouten in water

H5.1 + H5.2 - Zoutformules + Zouten in water _ Deel 2

H4.1 + H4.2 - Zoutformules + Zouten in water _ Deel 2

H5.1 + H5.2 - Zoutformules + Zouten in water

NOVA H4.2 les 4 metaaloxiden en indampen

NOVA H4.2 les 4 indampen