1. uitleggen wat voedingsmiddelen zijn
1.1 benoemen wat voedingsmiddelen zijn
1.2 vijf voorbeelden van voedingsmiddelen noemen
1.3 kan meerdere voorbeelden van plantaardige en dierlijke voedingsmiddelen noemen.
2. uitleggen wat voedingsstoffen zijn
2.1 kan benoemen wat voedingsstoffen en voedingsmiddelen zijn
2.2 kan vier functies van voedingsstoffen benoemen, uitleggen en afleiden
2.3 kan zes groepen voedingsstoffen en hun functies benoemen en afleiden
2.4 kan van iedere groep voedingsstoffen minimaal drie voorbeelden van voedingsmiddelen noemen