neurologie sprint 1

NEUROLOGIE
EPILEPSIE
MS
VERTIGO
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
SchoolapotheekMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

NEUROLOGIE
EPILEPSIE
MS
VERTIGO

Slide 1 - Tekstslide

Neurologie is de wetenschap die zich bezighoudt met de structuur, de functies en afwijkingen van het zenuwstelsel: de hersenen, de hersenzenuwen, het ruggenmerg, de ruggenmergzenuwen het autonome zenuwstelsel en alle andere zenuwen.
Wat weet je over epilepsie?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Welke medicatie wordt niet specifiek tegen epilepsie gebruikt?
A
Carbamazepine
B
Fenytoïne
C
Pantoprazol
D
Valproïnezuur

Slide 3 - Quizvraag

Fenobarbital is een Barbituraat
Alleen in uitzonderlijke gevallen wordt nog gebruikgemaakt van fenobarbital.

Voor alle anti-epileptica geldt dat ze niet geschikt zijn om een reeds ingezette aanval te stoppen. Dat betekent dus dat een epilepsiepatiënt zijn geneesmiddelen van tevoren en regelmatig moet innemen, en dat de toediening niet plotseling mag worden gestaakt.
De dosering wordt individueel ingesteld en vaak op geleide van de bloedspiegel
Wat is Vertigo?
A
Vreselijke kou ervaren
B
Star- /stijfheid
C
Scheel kijken
D
Duizeligheid

Slide 4 - Quizvraag

Bij duizeligheid of vertigo heeft een patiënt het gevoel dat hijzelf of zijn omgeving een draaiende beweging maakt
Vertigo of duizeligheid kan de volgende oorzaken hebben
A
Psychisch
B
Lichamelijk
C
Zowel psychisch als lichamelijk
D
Geen van genoemde oorzaken

Slide 5 - Quizvraag

De klacht kan zowel een lichamelijke als een psychische oorzaak hebben. Voor de arts is het meestal een hele puzzel om de oorzaak te achterhalen
Welke factoren kunnen een epilepsieaanval uitlokken?
A
Felle knipperende lampen
B
Gebrek aan voldoende slaap
C
Koorts
D
Grote spanning/emotie

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het verschil met epilepsie? Eigenlijk is een koortsstuip een epileptische aanval. Het verschil tussen een koortsstuip en epilepsie is dat een koortsstuip alleen optreedt bij koorts, terwijl epilepsie een aandoening is waarbij herhaaldelijk aanvallen optreden, ook zonder koorts.
Antiepileptica wordt ook wel eens ingezet tegen pijn
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Anti-epileptica verminderen de gevoeligheid van de zenuw, waardoor de pijn wordt verdoofd en daardoor beter te verdragen is. De bijsluiters van anti-epileptica vermelden de indicatie pijn niet altijd, zodat de patiënt daarop gewezen moet worden. Op de KNMP Kennisbank staan bijsluiters voor anti-epileptica die bij pijn gebruikt worden. Voorbeelden van anti-epileptica die bij pijn gebruikt worden, zijn carbamazepine, valproïnezuur en gabapentine.
Eerste keus bij behandeling van migraine is combinatie van pijnstiller en antibraak middel
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

De eerste keuze bij de behandeling van een aanval is de combinatie van een antibraakmiddel en een pijnstiller. Omdat in 96 % van de gevallen braken en misselijkheid optreden, wordt een pijnstiller bij oraal gebruik niet in het bloed opgenomen. Om die reden moet begonnen worden met de rectale toediening van een antibraakmiddel (anti-emeticum), zoals metoclopramide of domperidon. Na ongeveer dertig minuten wordt een analgeticum gegeven, bijvoorbeeld paracetamol, carbasalaatcalcium, naproxen of ibuprofen.
Wat is een anti-emeticum?
A
Een middel tegen hoofdluis
B
Een middel tegen diarree
C
Een middel tegen koortsstuipen
D
Een middel tegen braken

Slide 9 - Quizvraag

Zenuwpijn is vaak zeer heftig en moeilijk te behandelen met gewone pijnstillers als NSAID’s en paracetamol. Zelfs opioïden werken veelal onvoldoende bij zenuwpijn.
Anti-epileptica verminderen de gevoeligheid van de zenuw, waardoor de pijn wordt verdoofd en daardoor beter te verdragen is.
De oorzaak van duizeligheid is vaak makkelijk te achterhalen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Omdat de oorzaak van duizeligheid meestal niet zo snel te vinden is, wordt eerst begonnen met een symptomatische behandeling van de klacht.
Het meest gebruikt wordt cinnarizine. Deze stof heeft een dempende werking op de hersenen.
voorbeeld fysieke oorzaak: lage bloeddruk
voorbeeld psychische: PTSS
Noem kenmerken/
symptomen van MS

Slide 11 - Woordweb

MS is een complexe ziekte en helaas nog niet te genezen. Verschillende medicijnen kunnen de ziekte wel remmen, zogenaamde ziekte-onderdrukkende medicijnen. 
Naast ziekte-onderdrukkende MS-medicijnen, gericht op de oorzaak van MS, zijn er ook medicijnen voor de behandeling van de symptomen van MS.
Depakine is een veelgebruikt middel bij epilepsie, wat betekent de toevoeging CHRONO in de naam?
A
Oplosbare tabletten
B
Met vertraagde afgifte
C
Vloeibare toedieningsvorm
D
Voor dagelijks gebruik

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies