LE07-L2N3-les1+2

Weet je nog?
Een tekst doel kan informerend, instruerend
of overtuigend zijn.
Kun je hier voorbeelden van geven?
1 / 15
volgende
Slide 1: Woordweb
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Weet je nog?
Een tekst doel kan informerend, instruerend
of overtuigend zijn.
Kun je hier voorbeelden van geven?

Slide 1 - Woordweb

Waar en hoe kun je informatie verzamelen?
Dit kan via google. Maar op welke wijze kun
je nog meer informatie verzamelen?

Slide 2 - Woordweb

Wat zou Finn met deze mail
willen bereiken?

Slide 3 - Woordweb

Geef Finn twee tips om zijn e-mail
te verbeteren.

Slide 4 - Woordweb

Uit welke zinnen blijkt de klacht?

Slide 5 - Open vraag

Situatie:
Je drinkt al jaren hetzelfde merk cola. Sinds enkele weken heeft de cola een vreemde, andere smaak. Je vindt dit een slechte zaak. Je schrijft een klachtenbrief naar de fabrikant.
Opdracht:
Schrijf de klacht op. Gebruik de markeerde zinnen als voorbeeldzinnen.

Slide 6 - Open vraag

De schrijver stelt een vraag. Uit welke zinnen blijkt dit?

Slide 7 - Open vraag

Situatie:
Je bent op zoek naar een kamer. Je ziet een leuke advertentie. Je wilt graag weten of de huurprijs inclusief gas, water en licht is. Ook wil je graag weten per wanneer de kamer beschikbaar is. Je stuurt een e-mail waarin je deze vragen stelt.
Opdracht:
Schrijf de vragen op, gebruik de voorbeeldzinnen.

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide

Schrijf de onderwerpregel voor
de drie situaties.
1.
2.
3.

Slide 10 - Woordweb

Situatie:
Je hebt voor € 99,95 een paar sneakers gekocht bij webshop Bailando. Na twee weken dragen laat de zool van de linkerschoen los.
Je schrijft een e-mail aan de klantenservice van Bailando waarin je het probleem beschrijft en om een oplossing vraagt: je wilt een vervangend paar in precies dezelfde kleur. Als dat er niet meer is, wil je je geld terug.
Als bijlage stuur je een foto van de zool van de linkerschoen mee. De bon heb je gescand en deze scan stuur je ook als bijlage mee.

Slide 11 - Tekstslide

Aan wie moet je de e-mail richten?

Slide 12 - Woordweb

Wat wil je met de e-mail bereiken?

Slide 13 - Woordweb

Welke informatie moet je de ontvanger geven om je doel te bereiken?
Schrijf dit puntsgewijs op.

Slide 14 - Open vraag

Schrijf de mail

Slide 15 - Open vraag