In deze les zitten 55 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
INKOOP (HYGIËNECODE)
EN ONTVANGST GOEDEREN
Slide 2 - Tekstslide
Wat is jullie bijgebleven van de afgelopen 2 lessen?
Slide 3 - Woordweb
INKOOP EN ONTVANGST GOEDEREN
Gebonden soep opdracht
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Wat moet er allemaal gebeuren voordat je een inkoop kunt doen?
Slide 6 - Open vraag
Slide 7 - Tekstslide
Wat wordt bedoeld met inkoopspecificatie?
Met een inkoopspecificatie worden de voorwaarden waaraan de leverancier moet voldoen, geregeld.
Slide 8 - Tekstslide
Waarom doe je dat?
Hiermee worden problemen voorkomen en is duidelijk waarop bij ingangscontrole (ontvangst goederen) zal worden gelet.
Slide 9 - Tekstslide
Anutwerk
Stel een lijst op waarin je opschrijft aan welke voorwaarden de leverancier moet voldoen om aan jou bedrijf (in de toekomst) grondstoffen te mogen leveren.
Bedenk een eigen bedrijf en bedenk welke afspraken je wilt maken met je leverancier.
Denk aan wijze van verpakking, tijd van levering, vers of niet
Slide 10 - Tekstslide
Inkoopspecificaties volgens deze klas:
Student noteert op het bord
Ieder neemt voor zichzelf de uiteindelijke lijst over
Elke student mag per ronde 1 item opnoemen en toelichten
Iedere student schrijft voor zichzelf zijn eigen lijst op!
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
Wat houdt de horeca hygiënecode in?
Slide 14 - Open vraag
Wat is een hygienecode?
Een hygienecode is een vereenvoudigd en specifiek op de bedrijfstak afgestemd HACCP-systeem.
Voorschriften om een veilig product te kunnen maken
Hoe kan een ondernemer of leidinggevende ervoor zorgen dat de hygiënecode in zijn bedrijf nageleefd wordt?
Slide 17 - Open vraag
Opdracht
Kies allemaal een onderdeel van de hygiënecode
Zoek op welke eisen er gesteld worden aan persoonlijke hygiëne
Samen gaan we ze vergelijken
Slide 18 - Tekstslide
Na de pauze deel 2
Slide 19 - Tekstslide
PAUZE 15 MINUTEN
timer
15:00
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Waar moet je ook alweer op letten bij het bestellen voor de Horeca keuken?
Slide 22 - Woordweb
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Video
Ontvangst van goederen. Wat is belangrijk en waar controleer je op?
Slide 31 - Woordweb
Je weet nu wat je moet doen als er een bestelling binnenkomt.
De bestelling komt binnen en er zit een pakbon bij.
Jij gaat samen met je collega de bestelling controleren. Klopt de pakbon met datgene wat je hebt besteld?
Hoe wordt wat en waar opgeslagen?
Slide 32 - Tekstslide
Alle spullen moeten worden opgeslagen in het magazijn, vriezer of koeling.
Waar moet je op letten?
Slide 33 - Tekstslide
Slide 34 - Video
Waar moet je op letten als je het magazijn gaat controleren?
Slide 35 - Open vraag
Slide 36 - Sleepvraag
pot kerriepoeder
gedroogde pasta
emmer mayonaise
ijsbergsla
pot augurk
kookwijn
olie en azijn
boter
cherrytomaat
wortel
blikjes tonijn
druiven
Citroen
uien
vlees
rijst
chocolade
Slide 37 - Sleepvraag
De regels voor opslag in het levensmiddelenmagazijn:
Houd de vloer vrij van producten → beter schoon te maken.
Lage producten voor hoge producten → beter zichtbaar.
Zware producten niet te hoog en niet te laag → makkelijker tillen.
Slide 38 - Tekstslide
Wat is er fout?
Slide 39 - Tekstslide
wat is er fout aan de opslag
Slide 40 - Woordweb
Vlees ligt bij de foute opslag bovenin de stelling
Slide 41 - Tekstslide
Slide 42 - Tekstslide
Waarom moeten producten gelabeld worden?
Slide 43 - Open vraag
Leg in je eigen woorden de term DRIP uit
Slide 44 - Open vraag
Wat houdt de term FIFO in?
Slide 45 - Open vraag
Op welke onderdelen wordt bij ontvangst en opslag van producten gecontroleerd
Slide 46 - Open vraag
Welk product moet je als eerste opslaan?
A
Gepelde tomaten in blik.
B
Vacuum verpakt gerookt spek.
C
Diepvries gamba’s.
D
Zak aardappels.
Slide 47 - Quizvraag
Ompakken is:
A
Het opnieuw inpakken van geleverde artikelen omdat de verpakking is beschadigd.
B
Het verwijderen van het ergste zand van geleverde artikelen.
C
Het in kleinere porties verpakken van geleverde artikelen.
D
Het anders inpakken van geleverde artikelen om de houdbaarheid te verlengen.
Slide 48 - Quizvraag
Je ziet dat de display van de diepvriescel een temperatuur aangeeft van -22,50C. Wat moet je doen?
A
Een monteur bellen.
B
De producten overbrengen naar een andere diepvriesruimte.
C
De producten laten ontdooien en als werkvoorraad gebruiken.
D
Niets.
Slide 49 - Quizvraag
I Een pot augurken met de kortste THT datum moet je vooraan zetten, zodat deze als eerste gebruikt zal worden. II Fifo is niet van toepassing op zelf bereide producten.
A
Stelling I is juist, stelling II is onjuist.
B
Stelling I is onjuist, stelling II is juist.
C
Beide stellingen zijn juist.
D
Beide stellingen zijn onjuist.
Slide 50 - Quizvraag
Slide 51 - Tekstslide
Zijn de lesdoelen bereikt?
Aan het einde van de les hebben de studenten inzicht in het controleren van de bestelling: Hoe doe je dat? Waarom doe je dat? Wat is het nut van het controleren van een bestelling? Waar moet je op letten bij de opslag van goederen?