Heb je een vraag of opmerking? Steek hand op of gebruik de chat
Wat heb je nodig voor deze les?
Pen en papier. HRP1 Warenkennis
Onderwerp van deze les:
Chocolade en
ontvangst goederen!
Alvast opstarten!
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
horecaMBOStudiejaar 1,2
In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Welkom bij de online les
Start les:
9.20 uur
Microfoon UIT
Camera AAN
Heb je een vraag of opmerking? Steek hand op of gebruik de chat
Wat heb je nodig voor deze les?
Pen en papier. HRP1 Warenkennis
Onderwerp van deze les:
Chocolade en
ontvangst goederen!
Alvast opstarten!
Slide 1 - Tekstslide
Wat is ook alweer beslag?
Slide 2 - Woordweb
Welke beslag soorten weet je nog van vorige week?
Slide 3 - Open vraag
chocolade
chocolade is een lekkernij gemaakt van suiker en cacao
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
de oorsprong van chocolade
Chocolade komt van oorsprong uit Zuid-Amerika. De maya's waren de eerste mensen die cacao ontdekte. De maya's dachten dat er superkrachten in de cacao zaten, hierdoor aten en dronken ze heel veel cacao. Rond de 16e eeuw is de cacao naar europa gebracht. Sindsdien is chocolade over de hele wereld te vinden.
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Landen waar cacao wordt geproduceerd
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Cacaovrucht
20 cm
30 - 40 witte zaden
verzameld en op hopen gestort
4/5 dagen afgedekt met bananenbladeren -> fermentatie
Slide 12 - Tekstslide
Welke basissmaken heb je?
Chocolade is een mix van cacao en suiker.
Je hebt drie verschillende smaken wit, melk en puur.
Witte chocolade is een mix van suiker en cacaoboter.
Pure en melk chocolade zijn allebei een mix van suiker en cacaomassa, in pure chocolade zit veel cacaomassa daardoor kan het soms een beetje bitter zijn.
Hoeveel verschillende basissmaken heb je met Chocolade?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 18 - Quizvraag
Huiswerk:
Maak een luchtige chocolade mousse.
Maak er net als vorige week een mooi recept met bestellijst van.
Upload de foto's, recepten en bestellijst in teams
Kijk voor een voorbeeld op het filmpje van de volgende slide.
Ingrediënten:
3 eieren
100 gr suiker
mespuntje zout
150 gr pure chocolade
250 ml slagroom
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Video
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Waar moet je ook alweer op letten bij het bestellen voor de Horeca keuken?
Slide 26 - Woordweb
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Video
Ontvangst van goederen. Wat is belangrijk en waar controleer je op?
Slide 31 - Woordweb
Je weet nu wat je moet doen als er een bestelling binnenkomt.
Je hebt een bestelling gedaan voor snackbar "in den vette snack"
Je hebt een bestelling gedaan voor restaurant "mokerlekker" in Ede.
De bestelling komt binnen en er zit een pakbon bij. Jij gaat samen met je collega de bestelling controleren. Klopt de pakbon met datgene wat je hebt besteld?
Slide 32 - Tekstslide
Alle spullen moeten worden opgeslagen in het magazijn, vriezer of koeling.
Waar moet je op letten?
Slide 33 - Tekstslide
Waar moet je op letten als je het magazijn gaat controleren?
Slide 34 - Open vraag
Slide 35 - Video
Slide 36 - Sleepvraag
pot kerriepoeder
gedroogde pasta
emmer mayonaise
ijsbergsla
pot augurk
kookwijn
olie en azijn
boter
cherrytomaat
wortel
blikjes tonijn
druiven
Citroen
uien
vlees
rijst
chocolade
Slide 37 - Sleepvraag
De regels voor opslag in het levensmiddelenmagazijn:
Houd de vloer vrij van producten → beter schoon te maken.
Lage producten voor hoge producten → beter zichtbaar.
Zware producten niet te hoog en niet te laag → makkelijker tillen.
Slide 38 - Tekstslide
Wat is er fout?
Slide 39 - Tekstslide
wat is er fout aan de opslag
Slide 40 - Woordweb
Vlees ligt bij de foute opslag bovenin de stelling
Slide 41 - Tekstslide
Welk product moet je als eerste opslaan?
A
Gepelde tomaten in blik.
B
Vacuum verpakt gerookt spek.
C
Diepvries gamba’s.
D
Zak aardappels.
Slide 42 - Quizvraag
Ompakken is:
A
Het opnieuw inpakken van geleverde artikelen omdat de verpakking is beschadigd.
B
Het verwijderen van het ergste zand van geleverde artikelen.
C
Het in kleinere porties verpakken van geleverde artikelen.
D
Het anders inpakken van geleverde artikelen om de houdbaarheid te verlengen.
Slide 43 - Quizvraag
Je ziet dat de display van de diepvriescel een temperatuur aangeeft van -22,50C. Wat moet je doen?
A
Een monteur bellen.
B
De producten overbrengen naar een andere diepvriesruimte.
C
De producten laten ontdooien en als werkvoorraad gebruiken.
D
Niets.
Slide 44 - Quizvraag
I Een pot augurken met de kortste THT datum moet je vooraan zetten, zodat deze als eerste gebruikt zal worden. II Fifo is niet van toepassing op zelf bereide producten.
A
Stelling I is juist, stelling II is onjuist.
B
Stelling I is onjuist, stelling II is juist.
C
Beide stellingen zijn juist.
D
Beide stellingen zijn onjuist.
Slide 45 - Quizvraag
Zijn de lesdoelen bereikt?
Aan het einde van de les hebben de studenten inzicht in het controleren van de bestelling: Hoe doe je dat? Waarom doe je dat? Wat is het nut van het controleren van een bestelling? Waar moet je op letten bij de opslag van goederen?