Examentraining economie H2

Examentraining economie
Hoofdstuk 2; Productie en arbeid
Start om 10:00 uur
** microfoon is uit **
*** heb je een telefoon of tablet? Pak die erbij! Ga naar lessonup.com en voor de code linksonderin beeld in ***
Meld je aan met jouw eigen naam
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijs

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Examentraining economie
Hoofdstuk 2; Productie en arbeid
Start om 10:00 uur
** microfoon is uit **
*** heb je een telefoon of tablet? Pak die erbij! Ga naar lessonup.com en voor de code linksonderin beeld in ***
Meld je aan met jouw eigen naam

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Nog niet zo lang geleden was China een lagelonenland. Om die reden vestigden ook Nederlandse bedrijven zich in dat land. De werkloosheid nam daardoor in Nederland toe.
Leidt de verplaatsing van Nederlandse bedrijven naar China tot conjuncturele of structurele werkloosheid?
A
Conjuncturele werkloosheid
B
Structurele werkloosheid

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

In de laatste tien jaar zijn de lonen in China sterk gestegen. In welke situatie op de arbeidsmarkt zullen de lonen stijgen?
A
Als het aanbod van arbeid meer stijgt dan de vraag naar arbeid stijgt
B
Als het aanbod van arbeid minder daalt dan de vraag naar arbeid daalt
C
Als het aanbod van arbeid minder stijgt dan de vraag naar arbeid stijgt

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Economiedocente Tromp bespreekt een krantenartikel in 4 vmbo. Volgens
het artikel is het gemiddelde inkomen in Nederland in 2015 gestegen,  terwijl ook het aantal huishoudens die leven onder de armoedegrens is  toegenomen. 

Slide 9 - Tekstslide

Juist of onjuist
Het inkomen dat de economiedocente van haar werkgever ontvangt, is inkomen uit arbeid.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Juist of onjuist
De winst die de economiedocente maakt met haar bijlesinstituut is inkomen uit overdracht.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Juist of onjuist
De kinderbijslag die de economiedocente ontvangt voor haar dochter is inkomen uit bezit.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

In het artikel staat verder dat de uitgaven door huishoudens aan huisvesting, water en energie in 2015 toenamen van 27% naar 31% van het netto-inkomen, terwijl het netto-inkomen gelijk bleef. Hoeveel procent stegen in 2015 de uitgaven door huishoudens aan huisvesting, water en energie?
A
Met vier procent
B
Met meer dan vier procent
C
Met minder dan vier procent

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

De prijzen van huizen stegen in de laatste jaren. Sommige huishoudens
met een inkomensval en een eigen huis, verkochten hun huis. Dit verkregen vermogen konden zij besteden aan basisbehoeften. Niet in alle gevallen leidde verkoop tot een hoger vermogen. Er waren ook grote regionale verschillen in stijgende verkoopprijzen. 

Slide 20 - Tekstslide

In welk geval leidt verkoop van een huis tot een hoger vermogen?
A
Als de hypothecaire lening hoger is dan de verkoopprijs van de woning.
B
Als de hypothecaire lening lager is dan de verkoopprijs van de woning.
C
Als de verkoopprijs in de regio meer is gestegen dan de landelijke verkoopprijzen.
D
Als de verkoopprijs in de regio minder is gestegen dan de landelijke verkoopprijzen.

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

In 2016 daalde de koers van het Engelse pond ten opzichte van de euro. Worden Nederlandse exportproducten in het Verenigd Koninkrijk (VK)
duurder of goedkoper door de koersdaling van het Engelse pond ten opzichte van de euro?
A
Nederlandse producten worden duurder, omdat het VK meer ponden moet betalen voor een euro.
B
Nederlandse producten worden duurder, omdat het VK minder ponden moet betalen voor een euro.
C
Nederlandse producten worden goedkoper, omdat het VK meer ponden moet betalen voor een euro.
D
Nederlandse producten worden goedkoper, omdat het VK minder ponden moet betalen voor een euro.

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Afsluiting

Slide 30 - Tekstslide