beeldspraak

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Beeldspraak hoofdstuk 2

In hoofdstuk 1 heb je geleerd wat een vergelijking is. 

Het bespreken van de opdrachten daarbij doen we een volgende les. We gaan vandaag verder met hoofdstuk 2.

Je leert over een metafoor en een personificatie en wat het verschil is met een vergelijking

De kamer van jou is het object.

De zwijnenstal is het beeld waarmee de kamer wordt vergeleken.

Het object (hoe jouw sprong in het zwembad eruitziet)wordt hier niet genoemd.  Het beeld is een bommetje.

Je gaat zo naar een uitlegfilmpje kijken.

Zorg dat je pen en papier bij de hand hebt.

In het filmpje zit beeldspraak verstopt. 

Degene die de meeste goede beeldspraak (+ de uitleg ervan) kan vinden in het filmpje, krijgt een prijsje. Let op: de voorbeeldzinnen tellen niet mee.

Papier is geduldig

1. vergelijking
2. metafoor
3. personificatie

Pieter is als een sluwe vos te werk gegaan.

1. Vergelijking
2. Personificatie
3. Metafoor

Zo'n etterbak moet streng gestraft worden.

1. Personificatie
2. Metafoor
3. Vergelijking

Annie kwam aanrijden in haar koekblik is een ....?

1. Vergelijking
2. Personificatie
3. Metafoor

Opdracht 1

Ga naar Somtoday.

Ga via de digitale leermiddelen naar Nieuw Nederlands en maak de opdrachten van Woordenschat hoofdstuk 2. 

Je kunt daar ook nog naar de uitleg kijken.

Opdracht 2

Voor 15 december staat er een inleverknop voor je tweede boekopdracht. 

Als je klaar bent met woordenschat, ga je verder met het lezen van je boek of het werken aan de boekopdracht. 

Wat de opdracht is staat in de bijlage bij 15 december.

(boek in beeld)

Succes daarmee.