1.1 Stofeigenschappen

1.1 Stofeigenschappen
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

1.1 Stofeigenschappen

Slide 1 - Tekstslide

Programma
-Formatieve check
10 min
-Stofeigenschappen
20 min
-Gevarensymbolen
10 min
-Oefenen
40 min

Slide 2 - Tekstslide

Formatieve check
Klik op de link om naar een nieuwe les te gaan, hierbij kan je zelf feedback geven op je leerdoelen:
Checks voor 1.1 Stofeigenschappen

De laatste slide sla je voor nu over, deze is voor het einde van de les!

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
Wat behandelen we vandaag?

  • Je kunt beschrijven waar scheikundigen zich mee bezighouden.
  • Je kunt een stof herkennen aan zijn stofeigenschappen.
  • Je kunt informatie over de eigenschappen en het veilig gebruik van stoffen opzoeken op een chemiekaart.
  • Je kunt de betekenis van de gevarensymbolen benoemen voor corrosief, schadelijk, explosief, ontvlambaar en giftig.

Slide 4 - Tekstslide

Stofeigenschappen
  • Waarnemingen kan je doen door middel van stofeigenschappen.

  • Elke stof verschilt van elkaar.

  • Stoffen hebben andere kenmerken van elkaar.

  • Dit noemen we stofeigenschappen.






Slide 5 - Tekstslide

Bedenk zelf wat mogelijke stofeigenschappen kunnen zijn.

Slide 6 - Woordweb

Smaak
Stoffen verschillen van elkaar omdat ze anders smaken.





!!!LET OP!!!: De meeste stoffen tijdens natuur- en scheikunde zijn niet eetbaar.

Slide 7 - Tekstslide

Geur
Stoffen verschillen van elkaar omdat ze anders ruiken.






!!!LET OP!!!: Ruik nooit direct aan een stof, wuif altijd eerst met je hand er overheen.

Slide 8 - Tekstslide

Kleur
Stoffen hebben vaak andere kleuren.

Slide 9 - Tekstslide

Fase bij kamertemperatuur
Een stof kan 3 fases hebben:
  • Vast
  • Vloeibaar
  • Gas

Slide 10 - Tekstslide

Oplosbaarheid in water
Niet elke stof lost even goed op in water.

Slide 11 - Tekstslide

Elektrische geleiding
Sommige stoffen geleiden stroom goed (het laat stroom goed er doorheen gaan)

  • Metalen geleiden stroom goed
  • Kunststoffen geleiden stroom niet
  • Meetinstrument = stroommeter

Slide 12 - Tekstslide

Smeltpunt en kookpunt
Verschillende vaste stoffen smelten bij verschillende temperaturen. (smeltpunt)
  • water: smeltpunt = 0 °C
  • ijzer: smeltpunt = 1538 °C

Verschillende vloeistoffen verdampen bij verschillende temperaturen (kookpunt)
  • water: kookpunt = 100 °C
  • ijzer: kookpunt = 2862 °C

Meetinstrument = speciale thermometer


Slide 13 - Tekstslide

Benoem stofeigenschappen van de volgende stof:

Slide 14 - Woordweb

Benoem stofeigenschappen van de volgende stof:

Slide 15 - Woordweb

Benoem stofeigenschappen van de volgende stof:

Slide 16 - Woordweb

Gevarensymbolen
Sommige stoffen die in het huishouden worden gebruikt, zijn gevaarlijk voor ons.
Deze krijgen daarom op de verpakking een gevarensymbool.

Slide 17 - Tekstslide

Wat denk je dat dit gevarensymbool betekent?

Slide 18 - Woordweb

Wat denk je dat dit gevarensymbool betekent?

Slide 19 - Woordweb

Wat denk je dat dit gevarensymbool betekent?

Slide 20 - Woordweb

Wat denk je dat dit gevarensymbool betekent?

Slide 21 - Woordweb

De 6 die je moet
kennen!

Slide 22 - Tekstslide

Chemiekaarten
Scheikundigen gebruiken het woord chemicaliën om het woord stoffen aan te duiden.

Chemicaliën die gevaarlijk zijn hebben vaak
een chemiekaart. Hierop staan belangrijke
gegevens over de stof, zoals
gevarensymbolen en de chemische naam.

Slide 23 - Tekstslide

Oefeningen
Ga aan de slag met de volgende oefeningen:

Hoofdstuk 1 Paragraaf 1:
1, 2, 3ab, 6, 7, 8, 10, 13

Slide 24 - Tekstslide

Welke leerdoelen beheers je?
Klik op de link, deze opent weer de check. Vul nu de laatste slide in:

Slide 25 - Tekstslide