Maatwerkuur grammatica

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Maatwerkuur NE

Grammatica

Maatwerkuur NE

Je hebt twee soorten grammatica.

1. Zinsdelen

2. Woordsoorten

Zinsdelen

Vandaag gaan we het hebben over grammatica zinsdelen. Hierbij is het dus de bedoeling dat je zinnen in stukjes verdeeld en deze stukjes gaat benoemen. 

WWG, OW en LV 

Het werkwoordelijke gezegde --> alle werkwoorden in een zin

Het onderwerp --> wie/wat + wwg?

Het lijdend voorwerp --> wie/wat + wwg + ow? 

Even oefenen

1. Mijn vader heeft een bos bloemen voor mijn moeder gekocht.

2. Gisteren ben ik naar de tandarts geweest.

3. Fleur heeft een nieuwe telefoon gekregen.  

4. Gisteren heb ik mijn jas op de kapstok gehangen. 

TH2

- Maak de opdracht die je hebt gekregen

- Schrijf de zin over in je schrift

- Verdeel de zin in zinsdelen

- Benoem het wwg, ow en lv. Zit een onderdeel er niet in? Zet dan een streepje. 

T3

- Ik geef nu uitleg over de andere onderdelen van grammatica. 

MV EN BWB

MV --> aan wie/ voor wie + wwg + ow + lv?

BWB --> resterende zinsdelen. Geven antwoord op vragen zoals: waar, wanneer, hoe, waarmee? etc. 

Even oefenen

1. Gisteren heb ik mijn jas aan de kapstok gehangen.

2. Die docent maakt voor onze klas altijd een uitzondering. 

3. Ingrid is gisteren voor het eerst naar de tandarts geweest.

4. Mijn oom heeft mijn nichtje een fiets voor haar verjaardag gegeven. 

TH2

- Maak de opdracht die je hebt gekregen

- Schrijf de zin over in je schrift

- Verdeel de zin in zinsdelen

- Benoem het wwg, ow en lv. Zit een onderdeel er niet in? Zet dan een streepje. 

T3

- Maak de opdracht die je hebt gekregen

- Schrijf de zin over in je schrift

- Verdeel de zin in zinsdelen

- Benoem het wwg, ow, lv, mv, en bwb. 

Volgende keer

Neem het volgende maatwerkuur je opdracht mee!