NiA H2: om + te + infinitief

NiA H2: om te + infinitief

om te ...

[een zin] om ... te [infinitief].

We gebruiken om...te meestal voor twee situaties:

- Een doel. Waarvoor kun je het gebruiken?

(Dit kan ook extra informatie over een subjectief (noun) zijn.)

- Het geeft meer informatie over een adjectief.

Een doel: Waarvoor kun je het gebruiken?

Ik ga naar het park.

Met welk doel?

Een doel/info subjectief

Het is een mooie dag.

Waarvoor is het een mooie dag? Welk doel?

Het is een mooie dag... 

Kun je iets bedenken?

Een doel/info subjectief

Het is een mooie dag.

Waarvoor is het een mooie dag? Welk doel?

Het is een mooie dag... 

... om een wandeling te maken.

... om naar het strand te gaan.

... om buiten te zijn.

Een doel/info subjectief

Ze pakt haar telefoon.

Waarvoor pakt ze haar telefoon? Welk doel?

Ze pakt haar telefoon...

Kun je iets bedenken?

Een doel/info subjectief

Ze pakt haar telefoon.

Waarvoor pakt ze haar telefoon? Welk doel?

Ze pakt haar telefoon...

... om haar vriendin te bellen.

... om het weer te checken.

... om een appje te sturen.

Een doel/info subjectief

Deze pubquiz hebben we gemaakt.

Met welk doel?

Een doel/info subjectief

Deze pubquiz hebben we gemaakt.

... om een leuke avond te hebben.

... om jullie kennis te testen.

Informatie over een adjectief.

Het is vervelend.

Wat is vervelend?

Informatie over adjectief.

Ik zie te slecht.

Waarvoor zie je te slecht?

Ik zie te slecht...

om auto te rijden.

om dit boek te lezen.

Informatie over adjectief.

Ik ben te klein.

Waarvoor ben je te klein?

Ik ben te klein...

Kun je iets bedenken?

Informatie over adjectief.

Ik ben te klein.

Waarvoor ben je te klein?

Ik ben te klein...

... om die pan te pakken.

... om in die attractie te gaan.

‘Om te’ in de zin

‘Om te’ komt altijd achter de rest van de zin.

Gebruik je die pan om rijst te koken?

Ik denk dat het beter is om vandaag thuis te blijven.

Is de infinitief een scheidbaar (separable) werkwoord? 

In Nederland komt ‘te’ tussen de twee delen van het scheidbare werkwoord:

Frequente fouten

Waarom leer je Nederlands?
(Ik leer Nederlands + communiceren)

Waarom drink je koffie?
(Ik drink koffie + wakker blijven)

Wat is makkelijk?

Waarom staat hij vroeg op?

Waarom gaan zij op vakantie?

Wat vind jij leuk?