Spelling A2 -- Taalblokken

Spelling A2 -- Taalblokken
- Letters aan het eind van een woord
-  Leestekens
- Telwoorden
- Moeilijke woorden
- Verkort schrijven van werkwoorden

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Spelling A2 -- Taalblokken
- Letters aan het eind van een woord
-  Leestekens
- Telwoorden
- Moeilijke woorden
- Verkort schrijven van werkwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Comparisons

Slide 2 - Tekstslide

Choose
(comparisons)
A
expensive
B
expensiver
C
more expensive
D
much expensiver

Slide 3 - Quizvraag

Comparisons: welke is onjuist?
A
big - biger - biggest
B
good - better - best
C
busy - busier -busiest
D
nice - nicer - nicest

Slide 4 - Quizvraag

Welke comparison is NIET juist:
A
bad - badder - baddest
B
big - bigger - biggest
C
small - smaller - smallest
D
far - further - furthest

Slide 5 - Quizvraag

Choose (Comparisons)
A
thin
B
more thin
C
thiner
D
thinner

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

Plurals (= meervoud):
What is the plural of
watch?
A
watchs
B
watches
C
watch's
D
watchis

Slide 8 - Quizvraag

Plural (=meervoud):
What is the plural of:
A
heroes
B
hero's
C
heros
D
held

Slide 9 - Quizvraag

Plurals (= meervoud):
What is the plural of:
A
child's
B
childs
C
kinderen
D
children

Slide 10 - Quizvraag

Plurals (= meervoud):
What is the plural of:
A
knife's
B
knifes
C
knives
D
kniven

Slide 11 - Quizvraag

Plurals (= meervoud):
What is the plural of:
A
puppies
B
puppy's
C
puppys
D
puppen

Slide 12 - Quizvraag