31 - 2 nov. P2 grammatica, Media en Oz H2

T G 3 D
Welkom
31 okt


1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

T G 3 D
Welkom
31 okt


Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen Periode 2:

  • Taal van de 17e eeuw t/m taal op internet (taalbeschouwing)
  • Grammatica
  • Werkwoordspelling
  • => Toets TEA2: leesvaardigheid
  • => Tijdens periode 3: Toets Werkwoordspelling / Grammatica: persoonsvorm, onderwerp, hoofdzinnen, bijzinnen / Leestekens / Spelling: aaneenschrijven 





Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk
Grammatica H1: vanaf pag. 63, opdr. 4 en 7 en 9
Grammatica H2: vanaf pag. 148, opdr. 3, 4, 5, 7, 8 en 9

Slide 3 - Tekstslide

Vragen over ontleden?
let op: naamwoordelijk gezegde hoef je niet te kennen!
vb: Ik ben blij. 
pv: ben
nwg: ben blij (hierbij wordt een status quo / toestand beschreven => ww: 'zijn, blijken, schijnen, worden,...')
ow: ik

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Fraude online, wat heb jij meegemaakt? 

  1. Ik heb weleens iets online gekocht, maar niets ontvangen.
  2. Ik krijg wel eens mailtjes die ik niet vertrouw.
  3. Ik ken iemand die online is opgelicht.
  4. Ik ben weleens bang dat iemand mijn wachtwoord misbruikt.
  5. Ik krijg waarschuwingen (bv van Apple) dat mijn account is betrokken bij een datalek

Slide 6 - Tekstslide

Opvallende taal bij phishing mails:

  • Ze vragen je om geld over te maken.
  • Ze vragen je om op een link te klikken.
  • Ze vragen om in te loggen of om je gegevens (wachtwoord, rekeningnummer enzovoort) te mailen.
  • Ze schrijven dat er grote haast bij is.
  • NB: Spelfouten komen steeds minder voor!

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Voice cloning 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Link

Aan het eind van deze week...

  • Weet je wat phishing mails zijn en weet je hoe je online fraude kunt herkennen;
  • zie Hoofdstuk 2, Talent: § 2.10: Media en onderzoek;
  • Weet je waar je leestekens plaatst, bijv. in samengestelde zinnen;
  • Heb je Brederode leren kennen, schrijver 17e eeuw
  • Heb je inzicht in je resultaten van TEA1.

Slide 11 - Tekstslide

Uitleg 
leestekens

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Wat weet je nog over de punt, komma, puntkomma en dubbele punt?

Slide 14 - Tekstslide

Géén punt:
  1. Letters van de afgekorte woorden samen als één woord uitspreken (Hema)
  2. Als je van de afkorting alleen de letters uitspreekt. (EHBO)
  3. Na een titel (van bijvoorbeeld een boek of artikel) of tussenkopje in een tekst.
Wél een punt:
  1. Eind van mededelende zin.
  2. Bij afkortingen waarvan je de hele woorden uitspreekt (enz. spreek je uit als 'enzovoort')

Slide 15 - Tekstslide

Beletselteken (......)

  1. Als je een woord of zin niet afmaakt. ("Maar ik wil ook nog ....!")
  2. Om een langere pauze aan te geven. ("Maar mama......dat hoéft toch niet?")

Slide 16 - Tekstslide

Komma
  1. Tussen twee pv's in een samengestelde zin. (Als je goed kijkt, zie je de details)
  2. Meestal voor de voegw. hoewel, omdat, zodat, opdat, als, indien, maar, aangezien, doordat, want en terwijl. (Ik ga naar huis, omdat het al laat is.)
  3. Tussen de delen van een opsomming in een zin.


Slide 17 - Tekstslide

Dubbele punt
  1. Als aankondiging van een opsomming. (Je gaat het volgende doen:)
  2. Als aankondiging van een uitleg of een voorbeeld. (Je kunt kiezen: je gaat ofwel in groepjes werken ofwel in je eentje.)
  3. Let op: na de dubbele punt géén hoofdletter! 


Slide 18 - Tekstslide

Puntkomma
  1. Tussen twee zinnen die heel nauw met elkaar samenhangen. (Frank was te laat; zijn fiets bleek gestolen.)
  2. Tussen de delen van een opsomming in een zin. (Neem de volgende zaken mee: slaapmatje; slaapzak; toiletspullen; ... pinpas.)


Slide 19 - Tekstslide

Aanhalingstekens:
  • bij directe rede of citaat
  • De leerling zei: "Ik ben echt op tijd, mevrouw!"

  • komma buiten het citaat: "Ik ben echt op tijd, mevrouw", zei de leerling.
  • komma in het citaat als het doorloopt: "Omdat ik op tijd ben," zei de leerling, "haal ik de stoelen."
  • => Omdat ik op tijd ben, haal ik de stoelen."



Slide 20 - Tekstslide

Aanhalingstekens:



  • bij titels van b.v. boeken (Ik heb 'Karakter' gelezen)
  • Als je het woord zelf bedoelt en niet de betekenis: (schrijf je 'scan' met een c of met een k?) 
  • Cynisch: Die 5-0 nederlaag is een 'prima' resultaat.

Slide 21 - Tekstslide

Welke leestekens?
  1. Anders dan je dacht zijn er deze week toch mensen naar Frankrijk gegaan
  2. We hebben een fijne vakantie gehad we zijn elke dag gaan duiken
  3. Deze zomer was erg warm vooral in augustus steeg het kwik tot boven de 30 graden 

Slide 22 - Tekstslide

Welke leestekens?
  1. Anders dan je dacht, zijn er deze ....Frankrijk gegaan.
  2. We ... vakantie gehad: we zijn .... duiken.
  3. : voor verklaring, reden, toelichting. Kun je vervangen door komma plus 'want'
  1. Deze zomer was erg warm; vooral in augustus....30 graden. 

Slide 23 - Tekstslide

Schrijf een korte phishingmail
  • Je bent zogenaamd een medewerker van de nepwebsite van Booking.com
  • Je schrijft een klant met een reservering voor 10-11-2023
  • Verwerk in je tekst minimaal drie samengestelde zinnen
  • Je verwerkt één keer het beletselteken
  • Je gebruikt minimaal één keer een dubbele punt.
  • Je let ook op alle andere leestekens
  • Minimaal aantal woorden: 200. Geprint meenemen naar de les

Slide 24 - Tekstslide

De winkel waar je tompoezen en rookworsten kan kopen, heet
A
HEMA
B
hema
C
H.E.M.A.
D
Hema

Slide 25 - Quizvraag

T G 3 D
Welkom
2 nov


Slide 26 - Tekstslide

Leerdoelen Periode 2:

  • Taal van de 17e eeuw t/m taal op internet (taalbeschouwing)
  • Grammatica
  • Werkwoordspelling
  • => Toets TEA2: leesvaardigheid
  • => Tijdens periode 3: Toets Werkwoordspelling / Grammatica: persoonsvorm, onderwerp, hoofdzinnen, bijzinnen / Leestekens / Spelling: aaneenschrijven 





Slide 27 - Tekstslide

Aan het eind van deze week...

  • Weet je wat phishing mails zijn en weet je hoe je online fraude kunt herkennen;
  • zie Hoofdstuk 2, Talent: § 2.10: Media en onderzoek;
  • Weet je waar je leestekens plaatst, bijv. in samengestelde zinnen;
  • Heb je Brederode leren kennen, schrijver 17e eeuw
  • Heb je inzicht in je resultaten van TEA1.

Slide 28 - Tekstslide

Plaats de juiste leestekens en hoofdletters:
ik ga vaak naar de bioscoop omdat ik dat leuker vind dan netflix

Slide 29 - Open vraag

goedemorgen beste reizigers de intercity naar groningen heeft een vertraging van vijf minuten hoorden we via de intercom

Slide 30 - Open vraag

Eerste hulp bieden lukt goed met een cursus....
A
EHBO
B
ehbo
C
E.H.B.O.
D
Ehbo

Slide 31 - Quizvraag

Ik ben hard aan het sparen, want ik wil een nieuwe iPhone kopen.
A
eerste zin HZ, tweede zin ondergeschikte BZ
B
eerste zin HZ, tweede zin nevengeschikte BZ
C
eerste zin HZ, tweede zin nevengeschikte HZ
D
eerste zin BZ, tweede zin ondergeschikte HZ

Slide 32 - Quizvraag

Huiswerk
  • Theorie spelling, par. 1.9: Bestudeer theorie pag. 81 t/m 85. Zorg dat je de info over leestekens kunt presenteren. 
  • Maak opdracht 5 en 9 op deze pagina's. 
  • Neem de tekst phishingmail geprint mee naar de les. 

Slide 33 - Tekstslide

Phishing e-mail in vier groepjes
  • Lees de e-mail kritisch door. Let vooral op leestekens, werkwoordspelling en de samengestelde zinnen
  • Is de tekst geloofwaardig? Zou iemand erin trappen? Leg op volgorde van kwaliteit
  • Welke websites helpen je bij het checken van betrouwbare websites? 

Slide 34 - Tekstslide

De 17e eeuw in de Nederlanden......

  • Waaraan denk je dan? 
  • ...
  • Renaissance, Tachtigjarige Oorlog, oprichting VOC, godsdienstvrijheid in de Nederlanden, bloeiende handel, 

Slide 35 - Tekstslide

Start Klucht van de koe 
  • Doel: taal en cultuur van verleden leren kennen
  • Klucht van de koe: toneelstuk van Brederode (1612)
  • Middeleeuwen (500-1500): verhalen werden eerst mondeling doorgegeven; vanaf plm 1100 met de hand opgeschreven
  • Boekdrukkunst rond 1500.

Slide 36 - Tekstslide

Tijdslijn

Slide 37 - Tekstslide

Renaissance 16e en 17e eeuw
  • Nieuwe culturele stroming vanuit Italië
  • Terugkijken naar rijke Romeinse verleden, geïnspireerd op Griekse oudheid
  • Creatie van nieuwe toneelstukken, gedichten en heldenverhalen die leken op voorgangers uit Griekse en Romeinse tijd
  • Ook in bouw, schilderkunst en beeldhouwkunst

Slide 38 - Tekstslide

Brederode

Slide 39 - Tekstslide

Brederode

Slide 40 - Tekstslide

Brederode
Een vaandeldrager had een gevaarlijke functie: hij moest de vlag verdedigen, desnoods met zijn leven.

Slide 41 - Tekstslide

"Het kan verkeren"
  1. Google deze spreuk icm Brederode en lees op Jeugdcultuurenwetenschap.be wat dit betekent.
  2. Maak daarna opdracht 1A, 1B of 1C.
  3. Klaar? Verder met opdrachten t/m 4.

Slide 42 - Tekstslide

Toets bespreken

Slide 43 - Tekstslide