- Ik weet wat een tekstverband is.
- Ik weet wat signaalwoorden zijn.
- Ik ken de volgende tekstverbanden en bijbehorende signaalwoorden: (chronologisch, concluderend, opsommend, tegenstellend, toelichtend), (doel-middel, oorzakelijk, redengevend, samenvattend en vergelijkend).
- Ik kan signaalwoorden koppelen aan de juiste tekstverbanden.