Persoonsvorm VT

Persoonsvorm
verleden tijd!!
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3,4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Persoonsvorm
verleden tijd!!

Slide 1 - Tekstslide

Gisteren (vinden) Jeroen een hele mooie steen.

Slide 2 - Open vraag

Een paard (verdrinken) bijna toen het land onder was gelopen.

Slide 3 - Open vraag

Ik (beginnen) met hardlopen toen ik 15 jaar oud was.

Slide 4 - Open vraag

De kleine jongen (zwemmen) gisteren al zonder bandjes.

Slide 5 - Open vraag

Ik (lachen) naar die leuke baby.

Slide 6 - Open vraag

De kaars (branden) al de hele nacht.

Slide 7 - Open vraag

Aan het eind van het jaar (worden) de docent door de leerling bedankt.

Slide 8 - Open vraag

Piet (chanteren) Jan met zijn minnares.

Slide 9 - Open vraag

Ik (zuchten) toen ik aan het proefwerk dacht.

Slide 10 - Open vraag

De gevangenen (verzetten) zich niet toen ze naar binnen moesten.

Slide 11 - Open vraag

We (besteden) vroeger veel te weinig aandacht aan leerlingen met dyslexie, gelukkig is dat nu veranderd.

Slide 12 - Open vraag

We (vermoeden) gisteren dat de dader nog in Nederland was, vandaag denken we dat hij ook al in het buitenland zou kunnen zitten.

Slide 13 - Open vraag

Ze (bloeden) beiden na die valpartij.

Slide 14 - Open vraag

Wij (lunchen) in het park.

Slide 15 - Open vraag

De chauffeurs (laden) gisteren de vrachtwagens met de goederen.

Slide 16 - Open vraag

De advocaten van die crimineel (pleiten) gisteren vrijspraak.

Slide 17 - Open vraag

De positieve berichten tijdens de vorige vergadering (verrassen) mij.

Slide 18 - Open vraag

We (missen) onze vriendin, daarom waren we op bezoek geweest.

Slide 19 - Open vraag

Ik (besteden) toen geen aandacht aan mijn toetsen.

Slide 20 - Open vraag

De politie (vermoeden) dat er toen sprake was van misdrijf.

Slide 21 - Open vraag

Iedereen (besteden) vorige week aandacht aan ze.

Slide 22 - Open vraag

Gisteren (misten) het heel erg, ik zag niets toen ik naar huis reed!

Slide 23 - Open vraag