persoonsvorm vt

persoonsvorm vt
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

persoonsvorm vt

Slide 1 - Tekstslide

"De kat krabde mijn knie open."
A
krabde is de persoonsvorm vt
B
krabde is de persoonsvorm tt
C
krabde is een voltooid deelwoord
D
krabde is een infinitief

Slide 2 - Quizvraag

"Mijn zusje heeft gisteren gehuild omdat ze een zielig filmpje op Instagram zag."
A
gehuild is de persoonsvorm vt
B
gehuild is de persoonsvorm tt
C
gehuild is een voltooid deelwoord
D
gehuild is een infinitief

Slide 3 - Quizvraag

"Wij fietsten naar het park, waar onze vrienden op ons zaten te wachten."
A
fietsten is de persoonsvorm vt
B
fietsten is de persoonsvorm tt
C
fietsten is een voltooid deelwoord
D
fietsten is een infinitief

Slide 4 - Quizvraag

'vertaalt' is altijd een
A
Persoonsvorm tt
B
Persoonsvorm vt
C
Voltooid deelwoord
D
Tegenwoordig deelwoord

Slide 5 - Quizvraag

'vertaald' is altijd een
A
Persoonsvorm tt
B
Persoonsvorm vt
C
Voltooid deelwoord
D
Tegenwoordig deelwoord

Slide 6 - Quizvraag

"Morgen zal ik eerder opstaan."
A
zal is de persoonsvorm vt
B
zal is de persoonsvorm tt
C
zal is een voltooid deelwoord
D
zal is een infinitief

Slide 7 - Quizvraag

Hoe schrijf je de persoonsvorm (VT)?

Wat .......... jij van de musical. (vinden)
A
vind
B
vindde
C
vindt
D
vond

Slide 8 - Quizvraag

Hoe schrijf je de persoonsvorm (VT)?

De hockeyers ........... op het veld op te gaan na een racistische opmerking van de tegenpartij. (weigeren)
A
weigeren
B
weigerde
C
weigerden
D
wogeren

Slide 9 - Quizvraag

Hoe schrijf je de persoonsvorm (VT)?

De politie ............ de relschoppers naar een plein om ze te arresteren. (leiden)
A
leide
B
leidden
C
leidde
D
leiden

Slide 10 - Quizvraag

Sleep het werkwoord naar de bijbehorende werkwoordsvorm.
persoonsvorm tt hij-vorm
persoonsvorm tt wij-vorm
persoonsvorm vt enkelvoud
persoonsvorm vt meervoud
voltooid deelwoord
vertelt
pestten
veranderd
zou
pesten

Slide 11 - Sleepvraag

persoonsvorm tt enkelvoud
persoonsvorm tt meervoud
persoonsvorm vt enkelvoud
persoonsvorm vt meervoud
voltooid deelwoord
besteed of besteedt
besteed
besteden
besteedden
besteedde

Slide 12 - Sleepvraag

Noteer de persoonsvorm (=het werkwoord) in de VT

De politie ... (vermoeden) dat er sprake was van een misdrijf.
A
vermoede
B
vermoedde
C
vermoedt
D
vermoed

Slide 13 - Quizvraag

Noteer de persoonsvorm (=het werkwoord) in de VT

Mijn vader ... (juichen) hard toen AJAX scoorde.

A
juichte
B
juichde
C
juichtte
D
juichdde

Slide 14 - Quizvraag

Noteer de persoonsvorm (=het werkwoord) in de VT

Wij ... (horen) het goede nieuws gisteren.
A
hoorde
B
hoorden
C
horde
D
horden

Slide 15 - Quizvraag