Keuzevoorzetsels

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t, vwo
• Leerjaar 3

Keuzevoorzetsels

Leerdoelen

• je weet wanneer je bij de keuzevoorzetsels de Dativ of Akkusativ  moet gebruiken!
• je kent de 7/2 regel

Na de keuzevoorzetsels kan de Dativ of de Akkusativ volgen!

Dativ

je krijgt een antwoord op de vraag : wo? (=waar)

                                                   wann?(=wanneer)

(tip: hele werkwoord+vz= zich bevinden)

voorbeeld

Er steht vor d... Tür(v).

waar? "voor de deur" dus Dativ

Er steht vor der Tür.

Akkusativ

je krijgt een antwoord op de vraag: wohin?(=waarheen)

(tip: hele werkwoord+vz= doelgerichte beweging)

voorbeeld

Er springt in d... Wasser(o).

waarheen?"in het water" dus Akkusativ

Er springt in das Wasser.

Das Buch liegt auf d... Tisch(m).

1. dem
2. den

Das Bild hängt an d... Wand(v).

1. die
2. der

Er geht in d... Disko(v).

1. die
2. der

Es fällt hinter dein... Stuhl(m).

1. deinem
2. deinen

Vertaal in het Duits:
Hij staat tussen zijn ouders.

Vertaal in het Duits:
Ik hang de foto's(Bilder) aan de muur.

Vertaal in het Nederlands:
Er geht in dem Wald.

Let op!!

Als je geen antwoord krijgt op de vragen ; wo, wann, wohin 

 krijgen 'AUF' en 'ÜBER' altijd de Akkusativ,  alle andere voorzetsels de Dativ!

Dit noem je de 7/2 regel ( = 7 voorzetsels Dativ, 2 voorzetsels Akkusativ)

VB: Ich warte auf meinen Mann

(want ik zit niet letterlijk boven op mijn man te wachten..toch? ;-) )

Er spricht nicht über sein... Schüler(mv).

1. seine
2. seinen

Over een week.

1. In einer Woche.
2. Über einer Woche.

Een week geleden.

1. Eine Woche geleden.
2. Vor einer Woche.
3. Nach einer Woche.

Ik begrijp de theorie van de keuzevoorzetsels en kan deze toepassen

😒🙁😐🙂😃

Noch Fragen?

Kijk dan nog naar deze uitlegvideo.

Mache die Aufgaben im Buch!

• Buch S.  57,  Aufgabe 6-7
•  S. 150, Training:
  Aufgaben 1 & 2
•  S. 151,  Challenge: Aufgaben 1 & 2