Gym5 Latijn 24-03-2021 Aen.2.234-249 (4c Parnassos)

1 / 8
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 8 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Ga naar caput 4c 234-249 
Kijk de tekst in je schrift na
Stel je vragen NU
Let op het metrum!

 

 

Slide 2 - Tekstslide

      Dividimus muros et moenia pandimus urbis.
      Wij scheiden de muren/maken een bres in de muren en leggen de gebouwen van de stad open.
235 Accingunt omnes operi pedibusque rotarum
      Allen maken zich klaar voor het werk en zetten het rollen van de wielen=rollende wielen
      subiciunt lapsus, et stuppea vincula collo
      onder de poten, en maken touwen van hennep aan de hals
      intendunt: scandit fatalis machina muros
      vast: het noodlottige werktuig beklimt de muren,
      feta armis. Pueri circum innuptaeque puellae
      zwanger door/van wapens. Er omheen zingen jongens en ongehuwde meisjes
      sacra canunt funemque manu contingere gaudent;
      heilige (liederen) en verheugen zich het touw met hun hand aan te raken.
240 illa subit mediaeque minans inlabitur urbi.
      dit (werktuig) nadert en rolt dreigend midden de stad binnen.
      O patria, o divum domus Ilium et incluta bello
      O vaderstad, o Ilium, huis der goden en muren van de afstammelingen
      moenia Dardanidum! Quater ipso in limine portae
      van Dardanus/Trojanen, beroemd door de oorlog! Viermaal bleef het precies op de drempel
      substitit atque utero sonitum quater arma dedere;
      van de poort staan/steken en viermaal gaven/maakten de wapens in de buik geluid;
 
 











Slide 3 - Tekstslide


     instamus tamen immemores caecique furore
     toch gaan wij door, gedachteloos en blind van=door enthousiasme/razernij,
245 et monstrum infelix sacrata sistimus arce.
     en wij plaatsen het ongelukbrengende monster op de heilige burcht.
     Tunc etiam fatis aperit Cassandra futuris   
     Zelfs dan nog opent Cassandra voor de toekomstige lotsbestemmingen,
     ora dei iussu non umquam credita Teucris.
     haar mond, op bevel van de god nooit geloofd door de Teucren=Trojanen.
     Nos delubra deum miseri, quibus ultimus esset
     Wij ongelukkigen, voor wie die dag immers de laatste zou zijn,
     ille dies, festa velamus fronde per urbem.’
     omhullen de tempels der goden met feestelijk loof door (heel) de stad.












Slide 4 - Tekstslide

Neem vs.237 over in je schrift en scandeer dit vers correct. Noteer de bijzonderheden bij de scansie

Slide 5 - Open vraag

Neem vs.244 over in je schrift en scandeer dit vers correct. Noteer de bijzonderheden bij de scansie

Slide 6 - Open vraag

bespreek met elkaar de volgende vragen:
1. tamen (244)
Noteer de twee waarschuwende gebeurtenissen waarop de Trojanen niet hebben gelet.

2.immemores caecique furore (244): leg uit waarom de Trojanen hier zo worden genoemd.

3a.Noteer de verschillende benamingen voor het paard in tekst 4b vanaf vs.228 en 4c
b. Wat valt je op in die benamingen?

4.Noteer de twee feestelijk religieuze acties die werden ondernomen ten behoeve van de komst van het paard in de staf. Noteer alleen de betreffende Latijnse tekstelementen.



.


ZIJN ER NOG ANDERE VRAGEN MBT DE PENSUMTOETS?
JE KUNT ZE NU STELLEN!

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide