Formuleren H3 (klas 2A)

Formuleren H3
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Formuleren H3

Slide 1 - Tekstslide

Verwijswoorden
Een tekst is saai als je steeds hetzelfde woord gebruikt. Breng daarom variatie aan in  je tekst.
Dit doe je door:
- samengestelde zinnen te gebruiken
- verwijswoorden te gebruiken

Slide 2 - Tekstslide

Voorbeeld
Mouna is blij. Mouna heeft € 20 gevonden op straat.
Beter: Mouna is blij.  Zij heeft € 20 gevonden op straat.
Ook goed: Mouna is blij, want zij heeft € 20 gevonden op straat.

Slide 3 - Tekstslide

Zo kies je het juiste verwijswoord
het-woord = onzijdig                  het, zijn                       dat, dit
de-woord = mannelijk                hij, hem, zijn             die, deze
de-woord = vrouwelijk               zij/ze, haar                 die, deze
meervoud                                        zij/ze, hen, hun        die, deze

Weet je niet of een woord m, v of o is, kijk dan in het woordenboek.

Slide 4 - Tekstslide

OPDRACHT
Noteer het verwijswoord uit de zin dat verwijst naar de in HOOFDLETTERS geschreven woorden. 

Slide 5 - Tekstslide

Het liefst eet Maan PURE CHOCOLADE, want die vindt ze lekkerder dan melkchocolade.

Slide 6 - Open vraag

DE GEMEENTE viert samen met haar inwoners de finish van de Giro d'Italia.

Slide 7 - Open vraag

MARIEKE EN ILSE willen na hun eindexamen gaan reizen door Europa.

Slide 8 - Open vraag

In 2015 opende HET JONGERENCENTRUM voor het eerst zijn deuren.

Slide 9 - Open vraag

THOMAS zoekt de afstandbediening, terwijl die naast hem op de bank ligt.

Slide 10 - Open vraag

OPDRACHT
Kies het juiste verwijswoord
Tip: kijk goed of het een de- of het-woord is.
Pak evt. de tabel op blz. 86 (theorie) erbij.

Slide 11 - Tekstslide

Het kinderdagverblijf viert feest, want ... bestaat 10 jaar.
A
het
B
zij

Slide 12 - Quizvraag

Pak een leeg vel A2-papier en vouw ... in vieren.
A
haar
B
het

Slide 13 - Quizvraag

Het Stadstheater heeft het nieuwe programma op ... website gezet.
A
haar
B
zijn

Slide 14 - Quizvraag

Omdat deze schoenenwinkel zo goedkoop is, is ... erg populair.
A
hij
B
zij

Slide 15 - Quizvraag

De bibliotheek wordt volgende week heropend, nadat ... is verbouwd.
A
hij
B
zij

Slide 16 - Quizvraag

Ken jij Patricks zus? ... komt volgende week ook bij ons op school
A
Dat
B
Die

Slide 17 - Quizvraag

De zwemtraining van gisteren was vermoeiender dan ... van vandaag
A
dat
B
die

Slide 18 - Quizvraag

We kunnen ons sportveld nu niet gebruiken, omdat ... te drassig is.
A
dat
B
die

Slide 19 - Quizvraag

Lindsay heeft alle Harry Potter-films gezien, behalve ... ene.
A
deze
B
dit

Slide 20 - Quizvraag

Rens heeft zaterdag een rugzak gekocht en nu is ... in de opruiming.
A
dat
B
die

Slide 21 - Quizvraag

Het horloge ... ik laatst heb gekocht is nu al kapot.
A
dat
B
die

Slide 22 - Quizvraag

OPDRACHT
Maak nu opdracht 6 op blz. 87.

Slide 23 - Tekstslide