2.5 spelling havo 3

1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Maak een foto van je dictee.

Slide 2 - Open vraag

doelen van de les
  • Deze les leer je hoe je de Engelse werkwoorden schrijft
  • je snapt wanneer je de meervouds -n bij verwijzingen schrijft

Slide 3 - Tekstslide

kijk naar de ik vorm

(dat is meestal hele ww-en)

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Als je niet oppast, (deleten) (ott) je vader al jouw accounts!
A
deletet
B
delet

Slide 11 - Quizvraag

Na zijn geheime afspraak (racen) (ovt) hij terug naar zijn moeder.
A
racte
B
racette
C
racde
D
racete

Slide 12 - Quizvraag

Waarom (barbecueën) (ovt) de buurman altijd op zondag?
A
barbecuedde
B
barbecuede
C
barbecuete
D
barbecuette

Slide 13 - Quizvraag

Vorig jaar (lunchen)(ovt) wij in het Amstelhotel.
A
lunchten
B
lunchden
C
lunchtten
D
lunchdden

Slide 14 - Quizvraag

Ik hoopte dat je dat beter (timen) (ovt).
A
timde
B
timdde
C
timete
D
timede

Slide 15 - Quizvraag

Gisteren (e-mailen) (ovt) mijn moeder mij.
A
emailde
B
emaildde
C
e-mailde
D
e-maildde

Slide 16 - Quizvraag

Ik snap hoe je de Engelse werkwoorden schrijft
A
Ja
B
Ja, maar ik wil nog wat extra instructie
C
Nee, ik snap er nog niet veel van.

Slide 17 - Quizvraag

Jason (barbecueën, tt) het liefst in de achtertuin van zijn huis.
A
barbecued
B
barbecuedt
C
barbecuet
D
barbecuette

Slide 18 - Quizvraag

Mijn vader (downloaden, tt) elke dag een paar nieuwe liedjes
A
download
B
downloat
C
downloadt
D
downloadde

Slide 19 - Quizvraag

Engelse werkwoorden
hoe schrijf je het volgende werkwoord in de hij-vorm, tt: deleten
A
deletet
B
delet

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Link

Maak een foto van je dictee.

Slide 22 - Open vraag

Alle of allen

Woorden als alle, vele, sommige, enkele  kunnen óók voorkomen met een eind-n.
Die krijg je alleen als je het verwijst naar mensen.

Slide 23 - Tekstslide

schrijf geen -n achter sommige, alle, enkele als er een

ZN achter staat



bijvoorbeeld:

sommige mensen

alle dames

enkele jongens



Slide 24 - Tekstslide

schrijf geen -n als het woord niet naar mensen verwijst





voorbeeld:

De bomen waren verrot, sommige werden omgezaagd

In het zakje zaten verschillende snoepjes, enkele waren zuur.

Slide 25 - Tekstslide

Als een woord zelfstandig wordt gebruikt én verwijst naar personen



De kinderen zaten in de klas, sommigeN zaten op de tafel.

EnkeleN haalden het diploma niet.

AlleN wisten het antwoord.

(verwijst naar mensen en het wordt zelfstandig gebruikt)

Slide 26 - Tekstslide

De honden werden alle/allen uitgelaten.
A
alle
B
allen

Slide 27 - Quizvraag

Bijna alle/allen goede voetballers verdienen veel, maar sommige/sommigen verdienen een fortuin.
A
alle/sommige
B
alle/ sommigen
C
allen/sommige
D
allen/sommigen

Slide 28 - Quizvraag

Wij gingen met zijn (....) naar de bioscoop.
A
alle
B
allen

Slide 29 - Quizvraag

............ bleven de hele nacht blaffen.
A
sommige
B
sommigen

Slide 30 - Quizvraag

(...) leerlingen leren nooit voor een s.o.
A
sommigen
B
sommige

Slide 31 - Quizvraag

Van die struiken wil ik er wel enkele(n) in mijn tuin.
A
enkelen
B
enkele

Slide 32 - Quizvraag

Enkele(n) onder ons zijn nooit tevreden, ondanks dat van de cijfers de meeste(n) in orde blijken.
A
enkele-meeste
B
enkelen-meesten
C
enkele-meesten
D
enkelen-meeste

Slide 33 - Quizvraag

Snap je wanneer je alle/allen moet schrijven?
A
ja
B
nee

Slide 34 - Quizvraag

Slide 35 - Link

Foto van je werk!

Slide 36 - Open vraag

Slide 37 - Link