Examen Nederlands tekst 'Niet gebeld is niet gesolliciteerd'.
'Niet gebeld is niet gesolliciteerd'
Fronter:
'Examen 2019 (papier)'
Vraag 18 t/m 27
timer
15:00
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4
In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
'Niet gebeld is niet gesolliciteerd'
Fronter:
'Examen 2019 (papier)'
Vraag 18 t/m 27
timer
15:00
Slide 1 - Tekstslide
(1) “Kijk, zo ben ik aan mijn nieuwe baan gekomen”, zegt Juliët Boogaard (18) uit Amstelveen. Op haar iPhone laat ze een serie Whatsapp-berichten zien. De eerste tekst is van een
vriendin die Juliët aanbeveelt bij haar baas. Hij schrijft terug dat ze haar gegevens naar hem mag mailen. “Mijn vriendin heeft een screenshot van die berichten naar mij gestuurd. Daarna heb ik via de app een afspraak voor mijn sollicitatiegesprek gemaakt.”
(2) Juliët krijgt stress van bellen, dus 15 komt ze er dit keer makkelijk vanaf. Zonder ook maar één telefoontje te plegen, heeft ze haar baan bij een congrescentrum bemachtigd. Toen
ze nog op de middelbare school zat, deed ze al zo veel mogelijk via de mail of Whatsapp. “Ik kan daar veel beter bedenken hoe ik wil reageren. Zelfs toen ik achter de kassa van de
supermarkt zat, stuurde ik een Facebookbericht naar mijn chef als ik verkeerd was ingeroosterd. Van een telefoontje met mijn dokter word ik al nerveus. Ik schrijf uitgebreid op een briefje wat ik wil zeggen en ga alleen zitten bellen, zodat ik niet word afgeleid.”
Niet gebeld is niet gesolliciteerd
Slide 2 - Tekstslide
Wat gebeurt er in alinea 1 en 2?
A
De schrijver beschrijft een voorbeeld.
B
De schrijver geeft een samenvatting
C
De schrijver noemt een conclusie.
D
De schrijver stelt een onderzoeksvraag.
Slide 3 - Quizvraag
In de eerste zin van alinea 2 staat: “(…) dus komt ze er dit keer makkelijk vanaf.” (regels 14-15)
Wat betekent deze zin?
A
Juliët heeft een nieuwe baan gekregen waarbij ze geen stress ervaart.
B
Juliët heeft geluk gehad dat ze niet hoefde te bellen voor een nieuwe
baan.
C
Juliët heeft zonder moeite te doen een nieuwe baan gekregen.
D
Juliët solliciteerde via e-mail en kon van tevoren bedenken wat ze
wilde zeggen
Slide 4 - Quizvraag
(1) “Kijk, zo ben ik aan mijn nieuwe baan gekomen”, zegt Juliët Boogaard (18) uit Amstelveen. Op haar iPhone laat ze een serie Whatsapp-berichten zien. De eerste tekst is van een
vriendin die Juliët aanbeveelt bij haar baas. Hij schrijft terug dat ze haar gegevens naar hem mag mailen. “Mijn vriendin heeft een screenshot van die berichten naar mij gestuurd. Daarna heb ik via de app een afspraak voor mijn sollicitatiegesprek gemaakt.”
(2) Juliët krijgt stress van bellen, dus komt ze er dit keer makkelijk vanaf. Zonder ook maar één telefoontje te plegen, heeft ze haar baan bij een congrescentrum bemachtigd. Toen
ze nog op de middelbare school zat, deed ze al zo veel mogelijk via de mail of Whatsapp. “Ik kan daar veel beter bedenken hoe ik wil reageren. Zelfs toen ik achter de kassa van de
supermarkt zat, stuurde ik een Facebookbericht naar mijn chef als ik verkeerd was ingeroosterd. Van een telefoontje met mijn dokter word ik al nerveus. Ik schrijf uitgebreid op een briefje wat ik wil zeggen en ga alleen zitten bellen, zodat ik niet word afgeleid.”
Niet gebeld is niet gesolliciteerd
Slide 5 - Tekstslide
In de eerste zin van alinea 2 staat: “(…) dus komt ze er dit keer makkelijk vanaf.” (regels 14-15)
Wat betekent deze zin?
A
Juliët heeft een nieuwe baan gekregen waarbij ze geen stress ervaart.
B
Juliët heeft geluk gehad dat ze niet hoefde te bellen voor een nieuwe
baan.
C
Juliët heeft zonder moeite te doen een nieuwe baan gekregen.
D
Juliët solliciteerde via e-mail en kon van tevoren bedenken wat ze
wilde zeggen
Slide 6 - Quizvraag
Wat is het verband tussen alinea 3 en 4?
A
Alinea 4 bevestigt de uitspraak dat Juliët niet de enige met
telefoonangst is.
B
Alinea 4 geeft de oplossing voor het probleem van veel jongeren met
telefoonangst.
C
Alinea 4 laat zien dat het onjuist is dat het merendeel van de jongeren
juist liever veel contact heeft via de smartphone.
D
Alinea 4 noemt de eindresultaten van het onderzoek dat onlangs bij
scholieren is gedaan.
Slide 7 - Quizvraag
(3) Juliët is zeker niet de enige jongere met telefoonangst. Tijdens een ruim twee jaar durend project met vierhonderd middelbare scholieren in Nederland, Polen en Griekenland merkte communicatietrainer Onno Hansen van IDentifEYE dat het merendeel veel liever contact heeft via de computer.
(4) “Ik ben de resultaten nog aan het uitwerken, maar de jongeren lieten tijdens de workshops vaak blijken dat ze het stressvol vinden om offline te communiceren. Online kunnen ze hun reactie bijschaven, maar aan de telefoon of face to face moeten ze direct reageren. Dat vinden ze eng. En hoe minder ze oefenen, hoe vaker ze een telefoontje uitstellen of proberen te ontlopen.”
Niet gebeld is niet gesolliciteerd
Slide 8 - Tekstslide
Wat is het verband tussen alinea 3 en 4?
A
Alinea 4 bevestigt de uitspraak dat Juliët niet de enige met telefoonangst is.
B
Alinea 4 geeft de oplossing voor het probleem van veel jongeren met telefoonangst.
C
Alinea 4 laat zien dat het onjuist is dat het merendeel van de jongeren
juist liever veel contact heeft via de smartphone.
D
Alinea 4 noemt de eindresultaten van het onderzoek dat onlangs bij scholieren is gedaan.
Slide 9 - Quizvraag
Onno Hansen zegt dat veel jongeren het eng vinden om offline, dus persoonlijk, te communiceren. Hoe komt dat volgens hem?
Tijdens een persoonlijk gesprek........
A
heb je geen tijd om uitgebreid over je antwoord na te denken
B
is er geen mogelijkheid om te laten zien dat je handig met nieuwe
media omgaat.
C
kun je niet snel reageren op andere berichten die via de telefoon
binnenkomen.
D
moet je voortdurend je aandacht bij het gesprek houden.
Slide 10 - Quizvraag
In alinea 8 staat: “De digitale wereld is een tweede natuur voor ze geworden.” (regels 98-99)
Wat wordt hiermee bedoeld?
A
dat alle jongeren van nature goed om kunnen gaan met sociale media
B
dat jongeren altijd willen solliciteren door middel van appen
C
dat jongeren het vanzelfsprekend vinden om snel op berichten te
reageren
D
dat veel jongeren uitsluitend gebruikmaken van digitale kanalen
Slide 11 - Quizvraag
Niet gebeld is niet gesolliciteerd
(8) Dat komt niet alleen voort uit ‘angst voor rechtstreeks contact’.
Jongeren hebben niet meer geleerd hoe ze moeten bellen, denkt
Waasdorp. “De digitale wereld is een tweede natuur voor ze geworden.
Voor jongeren heeft een app net zo veel waarde als een belletje. Alleen
zien wij een generatiekloof met de werkgevers die mensen nog op de
traditionele manier aannemen. Dan kun je zeggen: ze nemen me maar
zoals ik ben. Maar die werkgevers beslissen wel over jouw toekomst.”
Slide 12 - Tekstslide
In alinea 8 staat: “De digitale wereld is een tweede natuur voor ze geworden.” (regels 98-99)
Wat wordt hiermee bedoeld?
A
dat alle jongeren van nature goed om kunnen gaan met sociale media
B
dat jongeren altijd willen solliciteren door middel van appen
C
dat jongeren het vanzelfsprekend vinden om snel op berichten te
reageren
D
dat veel jongeren uitsluitend gebruikmaken van digitale kanalen
Slide 13 - Quizvraag
Welk kopje past het best boven alinea 8?
A
Appen
B
Generatiekloof
C
Toekomst
D
Werkgevers
Slide 14 - Quizvraag
Niet gebeld is niet gesolliciteerd
(8) Dat komt niet alleen voort uit ‘angst voor rechtstreeks contact’.
Jongeren hebben niet meer geleerd hoe ze moeten bellen, denkt
Waasdorp. “De digitale wereld is een tweede natuur voor ze geworden.
Voor jongeren heeft een app net zo veel waarde als een belletje. Alleen
zien wij een generatiekloof met de werkgevers die mensen nog op de
traditionele manier aannemen. Dan kun je zeggen: ze nemen me maar
zoals ik ben. Maar die werkgevers beslissen wel over jouw toekomst.”
Slide 15 - Tekstslide
Welk kopje past het best boven alinea 8?
A
Appen
B
Generatiekloof
C
Toekomst
D
Werkgevers
Slide 16 - Quizvraag
Alinea 9 begint met: “Zolang de beslissers afgaan op aanbevelingen, open sollicitaties, uitzendbureaus en netwerkcontacten, adviseert Waasdorp die kanalen ook te gebruiken.” (regels 108-112)
Wie worden bedoeld met beslissers?
A
Jongeren
B
Uitzendbureaus
C
Werknemers
D
Werkgevers
Slide 17 - Quizvraag
Niet gebeld is niet gesolliciteerd
(9) Zolang de beslissers afgaan op aanbevelingen, open sollicitaties,
uitzendbureaus en netwerkcontacten, adviseert Waasdorp die kanalen ook te gebruiken. “Natuurlijk moet je online middelen blijven inzetten
Bijvoorbeeld door een Facebook bericht te sturen naar het bedrijf waar
je solliciteert: ik wil graag even langskomen met mijn cv. Wanneer schikt
het? Verras de werkgever maar, dat werkt.”
Slide 18 - Tekstslide
Alinea 9 begint met: “Zolang de beslissers afgaan op aanbevelingen, open sollicitaties, uitzendbureaus en netwerkcontacten, adviseert Waasdorp die kanalen ook te gebruiken.” (regels 108-112)
Wie worden bedoeld met beslissers?
A
Jongeren
B
Uitzendbureaus
C
Werknemers
D
Werkgevers
Slide 19 - Quizvraag
Wat is het doel van de telefoontraining voor Juliët?
De training is vooral bedoeld om ....
A
haar beter met haar moeder te laten communiceren.
B
haar het werk in het callcentrum goed te laten doen.
C
haar te helpen een baan te krijgen bij het callcentrum.
D
haar te helpen in de toekomst een baan te krijgen.
Slide 20 - Quizvraag
Een studente heeft een leuke vacature gelezen en wil solliciteren. Ze heeft deze tekst gelezen en stuurt Geert-Jan Waasdorp een Whatsapp waarin ze vraagt om een tip.
Welk Whatsapp-bericht zal Waasdorp terugsturen volgens de informatie uit deze tekst?
A
Maak gebruik van een combinatie van online en offline middelen als je
solliciteert.
B
Wees beleefd als je belt en maak geen spelfouten in je sollicitatiebrief.
C
Zorg dat je goed gekleed bent als je vooraf bij je toekomstige
werkgever langsgaat.
D
Zorg voor een origineel cv, want dan spring je er meteen als beste
kandidaat uit.
Slide 21 - Quizvraag
De tekst eindigt met een citaat van Juliët. (regels 142-146)
Hoe is dat citaat bedoeld? Dit citaat is vooral bedoeld als een
A
conclusie.
B
oproep tot nadenken.
C
samenvatting van de tekst.
D
toekomstverwachting.
Slide 22 - Quizvraag
Niet gebeld is niet gesolliciteerd
(11) Juliët Boogaard moet er ook aan geloven: haar baas heeft gevraagd of
ze af en toe in het callcentrum wil werken. “Gelukkig krijg ik eerst een
telefoontraining.” Juliët maakt haar beltegoed nu al niet op. Hoe vaak
denkt ze haar mobiel over vijf jaar nog aan haar oor te hebben?
“Waarschijnlijk bel ik dan alleen nog met mijn moeder. Of zij belt mij, omdat ik niet snel genoeg reageer op haar app.”
Slide 23 - Tekstslide
De tekst eindigt met een citaat van Juliët. (regels 142-146)
Hoe is dat citaat bedoeld? Dit citaat is vooral bedoeld als een
A
conclusie.
B
oproep tot nadenken.
C
samenvatting van de tekst.
D
toekomstverwachting.
Slide 24 - Quizvraag
Schrijfopdracht
Slide 25 - Tekstslide
Situatiebeschrijving
Bij Nederlands hebben jullie de tekst ‘Niet gebeld is niet gesolliciteerd’ behandeld. Jullie praten door over het onderwerp van de tekst. Iedereen uit jouw klas weet wel een voorbeeld van een goed of heel slecht telefoongesprek te bedenken. Maar over wat nu een goed telefoongesprek is, wordt verschillend gedacht.
Sommige leerlingen geven aan dat het vooral belangrijk is om goed te luisteren tijdens het gesprek. Maar er zijn ook leerlingen die aangeven dat het vooral gaat om het bereiken van je doel. Voor sommige leerlingen is ‘als de boodschap maar overkomt, het maakt niet uit hoe’ het meest belangrijk.
Er zijn nogal wat verschillen! Jullie docent koppelt hier een schrijfopdracht aan. Hij stelt voor om een artikel te schrijven over wat volgens jullie een goed telefoongesprek is.
Je begint het artikel met een korte introductie van jezelf. Vervolgens vermeld je de aanleiding voor het schrijven van dit artikel. Daarna beschrijf je jouw ervaringen met bellen, bijvoorbeeld hoe vaak je belt of in welke situatie je liever een app stuurt in plaats van belt. Vervolgens geef je twee eisen waaraan volgens jou een goed telefoongesprek moet voldoen. Ook geef je een korte beschrijving van een telefoongesprek dat jij hebt gevoerd en waar je heel tevreden over bent. Je legt uit waarom jij zo tevreden bent over dit gesprek. Daarna geef je aan of bel-les op scholen ingevoerd moet worden, of juist niet. Je licht jouw keuze toe. Je
rondt het artikel af met jouw idee over het gebruik van de telefoon in de toekomst.
Slide 26 - Tekstslide
Opdracht
Schrijf het artikel voor de schoolkrant. Gebruik daarvoor de gegevens uit de situatiebeschrijving en de tekst ‘Niet gebeld is niet gesolliciteerd’. Gegevens die niet in de opdracht staan, moet je zelf bedenken.
Besteed in jouw artikel aandacht aan de volgende punten:
introductie van jezelf;
aanleiding om het artikel te schrijven;
beschrijving van jouw ervaring met bellen;
twee eisen waaraan een goed telefoongesprek moet voldoen;
beschrijving van telefoongesprek waar je heel tevreden over bent;
uitleg waarom je zo tevreden bent over dat gesprek;
jouw mening over het wel of niet invoeren van bel-les op school;
toelichting bij mening;
jouw idee over het gebruik van de telefoon in de toekomst.
Maak er een samenhangend geheel van en zet er een passende titel boven.
Zet je voor- en achternaam onder het artikel.
Let op: Zorg ervoor dat je tekst minimaal uit 100 woorden bestaat. Bij minder dan 100 woorden krijg je geen punten voor taalgebruik.
Slide 27 - Tekstslide
inleveren in Fronter
Examentraining
- Examen vmbo kb 2019 (papier)
P.s. Bekijk ook de 'Afspraken en fouten examen Nederlands'