1mh wk 12 leesvaardigheid/werkwoordspelling bij tekst Niet gebeld is niet gesolliciteerd

1mh
LEESVAARDIGHEID
WERWOORDSPELLING
(dus.... proefwerkweekstof)
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

1mh
LEESVAARDIGHEID
WERWOORDSPELLING
(dus.... proefwerkweekstof)

Slide 1 - Tekstslide

leerstof (staat ook op Som!)

1mh: lezen + werkwoordspelling hst 1 t/m 4 (31/3)
Lezen: theorie blz 12, 38, 64, 90
Spelling: theorie werkwoordspelling blz. 232-236 (ik-vorm, persoonsvorm tegenwoordige tijd, voltooid deelwoord, verleden tijd zwakke werkwoorden, verleden tijd sterke werkwoorden + schema werkwoordspelling)

Hoe kun je oefenen? De opdrachten van werkwoordspelling maken van De Brug online bijvoorbeeld, of in elk online hoofdstuk rechts klikken op 'trainen' en dan kiezen voor werkwoordspelling.


Slide 2 - Tekstslide

LEERDOELEN VAN VANDAAG:



  1. Je kunt in een tekst aangeven wat het onderwerp is en wat de deelonderwerpen zijn
  2. Je weet hoe een tekst is opgebouwd (inleiding, middenstuk, slot)  en  kunt goede tussenkopjes plaatsen 
  3. je kunt inhoudelijke vragen beantwoorden over een tekst
  4. je kunt de regels van de werkwoordspelling toepassen

Slide 3 - Tekstslide

Tekst lezen:
'Niet gebeld is niet gesolliciteerd'

We lezen nu de eerste twee alinea's van
de tekst:


Beantwoord daarna de vragen die daarbij horen. 


Slide 4 - Tekstslide

timer
0:30
Wat denk je dat het onderwerp is van deze tekst?

Slide 5 - Woordweb

vraag 1: Wat gebeurt er in alinea 1 en 2?
A
De schrijver beschrijft een voorbeeld.
B
De schrijver geeft een samenvatting.
C
De schrijver noemt een deskundige wetenschapper
D
De schrijver stelt een belangrijke vraag.

Slide 6 - Quizvraag

vraag 2: In de eerste zin van alinea 2 staat:
“(…) dus komt ze er dit keer
makkelijk vanaf.” (regels 14-15)
Wat betekent deze zin?
A
Juliët heeft een nieuwe baan gekregen waarbij ze geen stress ervaart.
B
Juliët heeft geluk gehad dat ze niet hoefde te bellen voor een nieuwe baan.
C
Juliët heeft zonder moeite te doen een nieuwe baan gekregen.
D
Juliët solliciteerde via e-mail en kon van tevoren bedenken wat ze wilde zeggen.

Slide 7 - Quizvraag

Niet gebeld is niet gesolliciteerd 
Lees nu alinea 3 en 4 (2 aparte stukjes)






Slide 8 - Tekstslide

vraag 3: Onno Hansen zegt dat veel jongeren het eng vinden om offline, dus persoonlijk, te communiceren.
Hoe komt dat volgens hem?

Tijdens een persoonlijk gesprek:
A
heb je geen tijd om uitgebreid over je antwoord na te denken.
B
is er geen mogelijkheid om te laten zien dat je handig met nieuwe media omgaat.
C
kun je niet snel reageren op andere berichten die via de telefoon binnenkomen.
D
moet je voortdurend je aandacht bij het gesprek houden.

Slide 9 - Quizvraag

Niet gebeld is niet gesolliciteerd
Lees nu alinea 5 en 6  van de tekst:



Beantwoord de volgende vraag.


Slide 10 - Tekstslide

Vraag 4: schrijf de zin op uit alinea 5 waarin Hansen uitlegt wat het doel is van zijn workshops.

Slide 11 - Open vraag

Niet gebeld is niet gesolliciteerd
Lees nu alinea 7 + 8 van de tekst:



.


Slide 12 - Tekstslide

vraag 5: Welk kopje past het best
boven alinea 8?
A
Appen
B
Generatiekloof
C
Toekomst
D
Werkgevers

Slide 13 - Quizvraag

Niet gebeld is niet gesolliciteerd
Lees de laatste alinea's (9, 10 en 11)  
van de tekst:

Beantwoord de laatste vragen die bij de tekst horen.


Slide 14 - Tekstslide

vraag 6: Wat is het doel van de telefoontraining
voor Juliët? De training is vooral bedoeld om
A
haar het werk in het callcentrum goed te laten doen.
B
haar te helpen een baan te krijgen bij het callcentrum.
C
haar te helpen in de toekomst een baan te krijgen.
D
haar van haar telefoonangst af te helpen.

Slide 15 - Quizvraag

vraag 7: Stel: een studente heeft een leuke vacature gelezen
en wil solliciteren. Ze heeft deze tekst gelezen en stuurt
dhr Waasdorp een Whatsapp waarin ze vraagt om
een tip. Welk bericht zal Waasdorp ongeveer
terugsturen volgens de info uit deze tekst? Typ dit Whatsappbericht.

Slide 16 - Open vraag

vraag 8: vraag 11: De tekst eindigt met een citaat van Juliët. (
regels 142-146)
Hoe is dat citaat bedoeld?
Dit citaat is vooral bedoeld als een
A
conclusie
B
samenvatting van de tekst
C
toekomstverwachting.
D
voorbeeld bij het tekstonderwerp.

Slide 17 - Quizvraag

WERKWOORDSPELLING OEFENEN
Je krijgt steeds een zin met één of twee lege plekken
In die lege plekken moet je steeds een juiste werkwoordsvorm zetten
Bij twee vormen: plaats de woorden met een komma ertussen
dat kan zijn:

1) pv tegenwoordige tijd (ik-vorm, ik-vorm + t, wij-vorm)
2) pv verleden tijd ('t Sexy Fokschaapregel)
3) een voltooid deelwoord (langer maken / 'tSF)

Slide 18 - Tekstslide

Gisteren ben ik zo ... (schrikken)

Slide 19 - Open vraag

Supermarkt in Assen is ... (opschrikken) door exotische spin tussen bananen.

Slide 20 - Open vraag

Dat ... (melden) de Dierenambulance Noord en Midden Drenthe op Facebook. (tt!)

Slide 21 - Open vraag

De ontsnapte spin ... (veroorzaken) in de ochtend veel gedoe.

Slide 22 - Open vraag

De vakkenvullers ... (wachten, vt) angstig tot de meisjes van de kassa waren ... (uitgillen).

Slide 23 - Open vraag

Kees ... (vinden) dit soort verhalen maar niets.

Slide 24 - Open vraag

Hij ...(houden) namelijk niet van spinnen (tt).

Slide 25 - Open vraag

Sam ... (lachen) vanmorgen toen hij hoorde wat er was ... (gebeuren).

Slide 26 - Open vraag

... (vinden) je ook daar voortaan iets aan moet worden ... (doen)?

Slide 27 - Open vraag

De uit de kluiten gewassen spin in Assen is gevangen en naar een opvang ... (brengen).

Slide 28 - Open vraag

Klaar? Top :-)
Je bent weer een lesje dichter bij een goed cijfer voor je toets volgende week :-)

Slide 29 - Tekstslide

LEERDOELEN VAN VANDAAG:



  1. Je kunt in een tekst aangeven wat het onderwerp is en wat de deelonderwerpen zijn
  2. Je weet hoe een tekst is opgebouwd (inleiding, middenstuk, slot)  en  kunt goede tussenkopjes plaatsen 
  3. je kunt inhoudelijke vragen beantwoorden over een tekst
  4. je kunt de regels van de werkwoordspelling toepassen

Slide 30 - Tekstslide

Wat denk je dat je gaat halen voor de toets?

Slide 31 - Open vraag

SUCCES VOLGENDE WEEK!!!!

Slide 32 - Tekstslide