Over taal & grammatica 3 feb

Over taal & grammatica blok 3
Wat is het lijdend voorwerp?
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Over taal & grammatica blok 3
Wat is het lijdend voorwerp?

Slide 1 - Tekstslide

Vertel het doel van de les: Aan het einde van deze les kun je het lijdend voorwerp van een zin vinden. Je leert dat je hiervoor eerst de stappen doorloopt die we tot nu toe al hebben geleerd.
lijdend voorwerp
Voorbeeld het lijdend voorwerp

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Lijdend voorwerp (lv)
  • Het lijdend voorwerp is een zinsdeel. 
  • Bij het lijdend voorwerp 'overkomt iemand' of 'ondergaat een onderwerp' iets. 
  • Niet iedere zin heeft een lv.
  • Een lv begint NOOIT met een voorzetsel.

  • Wat + pv/wg + ow? = lijdend voorwerp
Lijdend voorwerp (lv)

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lijdend voorwerp (lv)

Angela eet een pizza.
Lijdend voorwerp (lv)

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lijdend voorwerp (lv)

De man metselt een muur.
Lijdend voorwerp (lv)

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lijdend voorwerp (lv)

De vrouw leest een boek.
Lijdend voorwerp (lv)

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lijdend voorwerp (lv)

liggen – lopen – borstelen – duiken – opzoekenrepareren – regenen – ontvangenkopiëren – zwemmen
Lijdend voorwerp (lv)

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lijdend voorwerp (lv)
De kat | heeft | een muis | gevangen.
pv: heeft
wwg: heeft gevangen
ond: De kat
lv: een muis



Lijdend voorwerp (lv)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lijdend voorwerp (lv)
De dj draait goede muziek.
pv: 
wwg:
ond: 
lv: 



Lijdend voorwerp (lv)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lijdend voorwerp (lv)
Wil jij mijn jas aangeven?
pv: 
wwg:
ond: 
lv: 



Lijdend voorwerp (lv)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lijdend voorwerp (lv)
Hebben jullie je wekker gezet?
pv: 
wwg:
ond: 
lv: 



Lijdend voorwerp (lv)

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ZELFSTANDIG WERKEN

Blok 3 Grammatica 3.3 & 3.4 & 3.5



Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorzetsels

ww = werkwoord
lw = lidwoord
znw = zelfstandig naamwoord
bnw = bijvoeglijk naamwoord
vz = voorzetsel



Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies