Signaalwoorden oorzaak-gevolg

Nederlands
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Start les
Zit je op je eigen plek?
Is je mobiel uit het zicht?
Zijn je oortjes uit?
Hangt je jas aan de kapstok?
Zijn je pet en capuchon af?
Je bent stil bij start les.

timer
1:30

Slide 2 - Tekstslide

Planning


Doel

Slide 3 - Tekstslide

DOEL

VERBANDEN EN SIGNAALWOORDEN

- je kunt met behulp van signaalwoorden de volgende tekstverbanden in een tekst herkennen en begrijpen:

  • een tijdsvolgorde (chronologie),
  • een oorzaak - gevolg
  • een voorwaarde


Slide 4 - Tekstslide

TEKSTVERBANDEN

Zorgen ervoor dat

woorden, zinnen en alinea's

met elkaar samenhangen.

Slide 5 - Tekstslide

SIGNAALWOORDEN

Aan een

signaalwoord

zie je met

welk tekstverband

je te maken hebt.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Oorzaak - Gevolg

Slide 9 - Tekstslide

Oorzaak - Gevolg
Oorzaak: wat gebeurt er eerst?
Gevolg: wat gebeurt er daarna?

Slide 10 - Tekstslide

Oorzaak - Gevolg
Oorzaak: wat gebeurt er eerst?
Gevolg: wat gebeurt er daarna?

Ik had goed geleerd voor de toets, dus ik haalde een goed cijfer.

Slide 11 - Tekstslide

Oorzaak - Gevolg
Oorzaak: wat gebeurt er eerst?
Gevolg: wat gebeurt er daarna?

Ik had goed geleerd voor de toets, dus ik haalde een goed cijfer.

Slide 12 - Tekstslide

Oorzaak - Gevolg
Oorzaak: wat gebeurt er eerst?
Gevolg: wat gebeurt er daarna?

Ik had goed geleerd voor de toets, dus ik haalde een mooi cijfer.

Slide 13 - Tekstslide

Oorzaak - Gevolg
Oorzaak: wat gebeurt er eerst?
Gevolg: wat gebeurt er daarna?

Ik had goed geleerd voor de toets, dus ik haalde een mooi cijfer.

Ik ging gister niet naar school, want ik voelde mij niet goed.

Slide 14 - Tekstslide

Oorzaak - Gevolg
Oorzaak: wat gebeurt er eerst?
Gevolg: wat gebeurt er daarna?

Ik had goed geleerd voor de toets, dus ik haalde een mooi cijfer.

Ik ging gister niet naar school, want ik voelde mij niet goed.

Slide 15 - Tekstslide

Oorzaak - Gevolg
Oorzaak: wat gebeurt er eerst?
Gevolg: wat gebeurt er daarna?

Ik had goed geleerd voor de toets, dus ik haalde een mooi cijfer.

Ik ging gister niet naar school, want ik voelde mij niet goed.

Slide 16 - Tekstslide

Oorzaak - Gevolg
Oorzaak: wat gebeurt er eerst?
Gevolg: wat gebeurt er daarna?

Ik had goed geleerd voor de toets, dus ik haalde een mooi cijfer.

Ik ging gister niet naar school, want ik voelde mij niet goed.

Slide 17 - Tekstslide

Signaalwoorden
Signaalwoorden voor het tekstverband oorzaak-gevolg:
  • want
  • omdat
  • doordat
  • dus
  • ...

Slide 18 - Tekstslide

Wat wist je al?

Slide 19 - Open vraag

Is er iets wat je nog niet zo goed snapt?
Zo ja, schrijf dit op.

Slide 20 - Open vraag

Doelen deze les
Volgende les



Afsluiting

Zijn er nog vragen?
Controleer of je huiswerk hebt

Slide 21 - Tekstslide