Kap 1 HABEN & SEIN & WERDEN verleden tijd havo 3 2023

     Grammatik: haben sein & werden
WIEDERHOLUNG - Herhaling
Verleden tijd  van
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1,3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

     Grammatik: haben sein & werden
WIEDERHOLUNG - Herhaling
Verleden tijd  van

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Maak de juiste combinaties met "haben" in de onv. verl. tijd 
sleep de werkwoorden naar het juiste persoonlijk voornaamwoord op de volgende dia

Slide 3 - Tekstslide

het werkwoord haben
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
hatte
hattest
hatte
hatten
hattet
hatten

Slide 4 - Sleepvraag

haben im Präteritum (onv. verl. tijd)
Vergiss nicht, zu konjugieren (vervoegen) !!!!

Slide 5 - Tekstslide

Ich ............. (hatten) gestern starke Zahnschmerzen.

Slide 6 - Open vraag

............... du vorige Woche Bauchschmerzen?(hatten)

Slide 7 - Open vraag

Johann ............... letzte Woche die Grippe. (hatten)

Slide 8 - Open vraag

Wir ............... letzten Monat eine Allergie. (hatten)

Slide 9 - Open vraag

Christian............... eine Erkältung. (hatten)

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Tekstslide

Maak de juiste combinaties met "sein"
sleep de werkwoorden naar het juiste persoonlijk voornaamwoord op de volgende dia

Slide 12 - Tekstslide

het werkwoord sein in de onv. verl. tijd
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
war
warst
war
waren
wart
waren

Slide 13 - Sleepvraag

Ich ............. letzte Woche wieder krank.(waren)

Slide 14 - Open vraag

.................. du gestern sehr müde? (waren)

Slide 15 - Open vraag

Anna ............... vor einer Woche stark ekältet (waren)

Slide 16 - Open vraag

........ du schon beim Arzt? (waren)

Slide 17 - Open vraag

En nu samen, "waren" of "hatten"?

Slide 18 - Tekstslide

Arianne ............... gestern beim Arzt.
A
war
B
hat
C
hatte
D
ist

Slide 19 - Quizvraag


Wie lange ........... du im Krankenhaus?
A
hattest
B
habe
C
waren
D
warst

Slide 20 - Quizvraag

Ich ..... 3 Tage eine starke Migräne.
A
bin
B
hat
C
hatte
D
sein

Slide 21 - Quizvraag

..... du starke Schmerzen?
A
hattest
B
waren
C
hatte
D
warst

Slide 22 - Quizvraag

De werkwoorden haben en sein in de onvooltoid verleden tijd
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll

Slide 24 - Tekstslide