Fonologie

Fonetiek & fonologie
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Fonetiek & fonologie

Slide 1 - Tekstslide

Wat hoor jij?

Slide 2 - Woordweb

Lesdoelen
- Je leert dat je meerdere organen nodig hebt om te kunnen spreken
-  Je weet wat fonemen zijn 
- Je weet het verschil tussen stemhebbend en stemloos
- Je weet wat assimilatie is en hoe dit tot stand komt

Slide 3 - Tekstslide

Menselijk spraaksysteem
                          Bij het spreken maak je gebruik van de volgende (spraak)organen
• stemspleet 
• stembanden
• keelholte 
• tong
• huig 
• zacht gehemelte 
• hard gehemelte 
• tandkas 
• tanden 
• lippen 


Slide 4 - Tekstslide

Welke soorten spraakklanken zijn er?
- Klinkers = vocalen 
- Medekinkers = consonanten 

Slide 5 - Tekstslide

Stemhebbend of stemloos?
Stemhebbend: stembanden trillen.
Voel maar eens bij de letter 'R'

b, d, v, z, g, m, n, ng, l, r, j en w

Stemloos: stembanden trillen niet
Voel maar eens bij de letter 'K'

p, f, t, s, k, x en h


Slide 6 - Tekstslide

K
T
M
R
P
Z
Stemhebbend
Stemloos

Slide 7 - Sleepvraag

Fonologie
- Klanken in geschreven woorden/op papier
- Betekenis van klanken
- Combineren van spraakklanken tot klankgroepen en woorden
 /a/  
/oe/
/ui/
/b/

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Fonemen, wat zijn dat?
Klanken die een andere betekenis kunnen aantonen. 
Deze kun je vinden door minimale paren te maken, waarbij maar een letter/klank anders is. 

Bijvoorbeeld: 
Kat - Vat  
kom - dom

Slide 10 - Tekstslide

Noem minimaal 3 paren waaruit blijkt dat het betekenis onderscheidende fonemen zijn.

Slide 11 - Open vraag

Even uitspreken....

- Voetzoeker
- Opzadelen 
- Platvoet 

Wat gebeurt er met de stemhebbende klanken z & v in het midden van het woord? 

Slide 12 - Tekstslide

Assimilatie
- Klank past zich aan, aan de letter ervoor 

Voetzoeker wordt vaak uitgesproken als voetsoeker, omdat de t ervoor stemloos is

Slide 13 - Tekstslide

Waar of niet waar?

Bij een stemhebbende klank kun je dit voelen in je keel.


Slide 14 - Tekstslide

Waar of niet waar?
Je hebt maar 1 orgaan nodig om te kunnen praten.

Slide 15 - Tekstslide

Waar of niet waar?

Een betekenisonderscheidende klank noem ik een foneem. 

Slide 16 - Tekstslide

Waar of niet waar?

Wanneer een klank zich aanpast aan de klank ervoor heet dit assimilatie.

Slide 17 - Tekstslide

Waar of niet waar?
'
Fonologie gaat alleen maar om geschreven tekst. 

Slide 18 - Tekstslide

Aan de slag!
Opdracht 1: Woordweb! 

Opdracht 2: Keuze-opdracht: 
a. Informatiefolder
b. Filmpje maken 
c. Woordzoeker

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Afsluiting
Gele post-it:                                                           Blauwe post-it
- Wat vond je van de les?                                 - Wat heb je geleerd?
- Maximaal 3 woorden                                      - Maximaal 3 woorden

Slide 22 - Tekstslide