OSP - lesweek 6

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 2

Vak: Ondersteuningsplan (OSP)

Semester: 4

Docenten: Frank van Aken

Programma
Wat	Hoe lang
Opening en terugblik vorige week	15 minuten
Theorie over evalueren	15 minuten
Opdracht evalueren	20 minuten
Eigen keus	25 minuten
Afronden les	15 minuten

Terugblik op vorige weken

Pak je laptop/kladblok/telefoon erbij. Kijk naar de onderstaande begrippen en noteer individueel wat je er nog over weet.

Methodiek	Begeleidingstechniek
Begeleidingsstijl	Methodische cyclus
4 kenmerken van methodisch werken	Professioneel schrijven

Overleg

Wissel uit met je buurman/buurvrouw:

• Hebben jullie dezelfde antwoorden gegeven?
• Hebben jullie verschillende antwoorden gegeven?
• Wie heeft er in dat geval gelijk?
• Zijn er nog vragen die we klassikaal moeten bespreken?

Methodiek	Een gestructureerde werkwijze om een vooraf bepaald doel te behalen
4 kenmerken van methodisch werken	Doelgericht, systematisch, planmatig en bewust
Begeleidingsstijl	Autoritair, democratisch, laissez-faire
Methodische cyclus	Weergave van de fasen van het begeleidingstraject
Begeleidingstechniek	Vaardigheden die je in kunt zetten in contact met je client
Professioneel schrijven	Objectief-subjectief, interpretatie, feit-mening

Lesdoelen

De student kan product- en procesvragen bedenken om zijn/haar ondersteuningsplan te evalueren

Evalueren van het ondersteuningsplan

Bij evalueren beoordeel je of je ondersteuningsplan nog aansluit bij de situatie en de wensen van de client.

Evalueren is belangrijk omdat:

1. Je de kwaliteit van je ondersteuning kunt verbeteren
2. Je gedwongen wordt om naar je eigen handelen te kijken
3. Je hiermee je ondersteuning verantwoordt richting je cliënt en je organisatie
4. Je leert wat eventuele aandachtspunten zijn voor een andere keer

Wanneer evalueer je?

Binnen de ondersteuning aan cliënten spreken we van tussentijdse evaluaties en eindevaluaties.

Eindevaluaties vinden plaats bij bijvoorbeeld de afronding van de begeleiding of het behalen van een doel. Tussenevaluaties vinden plaats tijdens de begeleiding.

Als je goed wil evalueren dan begint dat met het verzamelen van informatie. Je kunt bij verschillende partijen informatie opvragen (cliënt, naastbetrokkenen, collega's, eigen observaties).

Je kunt je informatie op verschillende manieren opvragen: in gesprek, via een enquête of door middel van observeren.

Hoe evalueer je?

Houd rekening met productevaluatie en procesevaluatie

Productevaluatie zegt iets over het resultaat dat bereikt is: heeft de cliënt bijvoorbeeld nieuw gedrag aangeleerd?

Procesevaluatie zegt iets over de manier waarop het resultaat bereikt is: hoe vond de cliënt de begeleiding die geboden is?

Gezamenlijk oefenen

Voorbeeld van een begeleidingsdoel:

De cliënt smeert binnen zes weken dagelijks zelfstandig de boterhammen die hij bij de lunch gaat eten

1. Bedenk evaluatievragen die je zou kunnen stellen om het doel te evalueren
2. Bedenk of dit product- of procesvragen zijn

Na het evalueren

Na de evaluatie bepaal je hoe de begeleiding er verder uit gaat zien. Voorbeelden van conclusies:

• Alle doelen uit het OSP zijn behaald: begeleiding stopzetten / nieuwe doelen opstellen
• Doelen uit het OSP zijn gedeeltelijk behaald en de begeleiding loopt goed: je gaat door de met de begeleiding 
• Doelen uit het OSP zijn gedeeltelijk behaald en de begeleiding loopt niet goed: aanpassing van de begeleidingsvorm
• Doelen uit het OSP zijn niet meer relevant: je stelt andere doelen op

Evalueren in je BPV-oefenopdracht P6-K1-W1

Voor je BPV-oefenopdracht voor OSP hoef je de evaluatie NIET echt te doen. Dit hoort meer bij het werkproces B1-K1-W7 (Evalueert de geboden ondersteuning).

Voor je BPV-oefenopdracht voor OSP moet je wel na gaan denken over wanneer je gaat evalueren, welke bronnen je daarvoor gaat gebruiken en hoe je de informatie gaat opvragen. 

Opdracht evaluatievragen

1. Denk terug aan de groepsopdracht van twee weken geleden waarbij je met je groepje onderzoek hebt gedaan naar een methodiek.
2. Bedenk 2 product-evaluatievragen en bedenk 2 proces-evaluatievragen 
3. Wissel uit met je groepsgenoten: welke vragen hebben zij bedacht?
4. Noteer de product-evaluatievragen op een post-it en noteer de proces-evaluatievragen op een post-it
5. Plak de post-its op het bord voor de nabespreking

Vrijheid om zelf te kiezen!

Schrijf je op het bord in bij het onderdeel waar jij mee aan de slag gaat. Je kunt kiezen uit:

1. Individueel aan de slag met je oefenopdracht voor OSP
2. Feedback krijgen op je oefenopdracht (voor zover je het af hebt)
3. Extra uitleg over evalueren 
4. Anders (noteer ook waar je aan gaat werken)

Bonusvraag: uit welke film komt dit plaatje?

Ik snap het verschil tussen productevaluatie en procesevaluatie

😒🙁😐🙂😃

Vooruitblik aankomende weken

Na de vakantie staat het bespreken van een ondersteuningsplan op het programma. Is er iemand die zijn/haar OSP-oefenopdracht hiervoor durft te gebruiken?

Huiswerk voor de volgende les

1. Maak je oefenopdracht voor OSP af tot en met de evaluatievragen
2. De tweede les na de vakantie wordt ingevuld met vragen die jullie hebben naar aanleiding van de lessen van de afgelopen weken. Denk daarom na over onderwerpen die je in die les besproken zou willen zien!

Noteer op de linkerkant van het bord opmerkingen om de les te evalueren op productniveau

Noteer op de rechterkant van het bord opmerkingen om de les te evalueren op procesniveau