OSP - lesweek 4

Vak: Ondersteuningsplan (OSP)
Fase: 3
Docenten:  Frank van Aken en Prisca With
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vak: Ondersteuningsplan (OSP)
Fase: 3
Docenten:  Frank van Aken en Prisca With

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Energizer
Welke schoen heeft geen zool?



Slide 3 - Tekstslide

Doelen
  • Je kunt een procesverslag schrijven volgens de stappen van de eindopdracht
  • Je kunt  evalueren doormiddel van product en proces vragen.

Slide 4 - Tekstslide

Programma
Wat
Hoe lang
Opening van de les
10 minuten
Terugblik op vorige week
10 minuten
Theorie product en procesvragen
10 minuten
Aan de slag met de eindopdracht
30 minuten
Evaluatie en afsluiting les
10 minuten

Slide 5 - Tekstslide

Terugblik op vorige week
Vorige week hebben we het gehad over eigen regie. Wat weet je er nog van?

Slide 6 - Tekstslide

Wat is zelfbeschikkingsrecht?
A
Het recht om te mogen stemmen
B
Het recht om zelf te bepalen wat je wil
C
Het recht om bezwaar aan te tekenen tegen iets dat je niet bevalt
D
Het recht om je mening te uiten

Slide 7 - Quizvraag

Geldproblemen, ruzie met je partner en stress op school zijn voorbeelden van
A
Draagkracht
B
Draaglast

Slide 8 - Quizvraag

Noem een voorbeeld van draagkracht

Slide 9 - Open vraag

Het doel ‘Willem kan over een maand elke dag minimaal 2 ADL-activiteiten (algemene dagelijkse levensverrichting) uitvoeren’ is bijna SMART. Op welk punt is het doel NIET SMART?
A
Specifiek
B
Meetbaar
C
Acceptabel / Realistisch
D
Tijdsgeboden

Slide 10 - Quizvraag

Maak aantekeningen. Theorie en uitleg voor eindopdracht volgt:

Slide 11 - Tekstslide

Methodisch werken

Slide 12 - Tekstslide

Instructies Procesverslag
1.  Benoem de drie informatiebronnen die jij hebt gebruikt om te onderzoeken wat de ondersteuningsbehoefte is van de cliënt.
2. Benoem bij elke informatiebron wat je te weten bent gekomen van de cliënt, waarvan jij vindt dat het belangrijk is om in het ondersteuningsplan op te nemen.
3. Formuleer minimaal drie ondersteuningsvragen van de cliënt. Beschrijf wat je hebt voorgesteld aan de persoonlijk begeleider om op te nemen in het ondersteuningsplan.
4.  Beschrijf hoe jij de cliënt hebt begeleid bij het formuleren van zijn ondersteuningsvragen.
5. Onderbouw waarom de ondersteuningsvragen bijdragen aan de eigen regie van de cliënt.
6. Beschrijf hoe je samen met de persoonlijk begeleider (en eventueel cliënt) tot doelen en activiteiten bent gekomen.
7. Beschrijf met welke activiteiten jij samen met de cliënt aan de slag gaat.
8. Benoem op welke evaluatievragen je over een paar weken antwoord wil geven samen met de cliënt.
o 1 productvraag (minimaal)
o 2 procesvragen (minimaal)









Slide 13 - Tekstslide

Evalueren van het ondersteuningsplan
Bij evalueren beoordeel je of je ondersteuningsplan nog aansluit bij de situatie en de wensen van de client.

Evalueren is belangrijk omdat:

  1. Je de kwaliteit van je ondersteuning kunt verbeteren
  2. Je gedwongen wordt om naar je eigen handelen te kijken
  3. Je hiermee je ondersteuning verantwoordt richting je cliënt en je organisatie
  4. Je leert wat eventuele aandachtspunten zijn voor een andere keer

Slide 14 - Tekstslide

Wanneer evalueer je?
Binnen de ondersteuning aan cliënten spreken we van tussentijdse evaluaties en eindevaluaties.

Eindevaluaties vinden plaats bij bijvoorbeeld de afronding van de begeleiding of het behalen van een doel. Tussenevaluaties vinden plaats tijdens de begeleiding.

Als je goed wil evalueren dan begint dat met het verzamelen van informatie. Je kunt bij verschillende partijen informatie opvragen (cliënt, naastbetrokkenen, collega's, eigen observaties).

Je kunt je informatie op verschillende manieren opvragen: in gesprek, via een enquête of door middel van observeren.


Slide 15 - Tekstslide

Hoe evalueer je?
Houd rekening met productevaluatie en procesevaluatie

Productevaluatie zegt iets over het resultaat dat bereikt is: heeft de cliënt bijvoorbeeld nieuw gedrag aangeleerd?

Procesevaluatie zegt iets over de manier waarop het resultaat bereikt is: hoe vond de cliënt de begeleiding die geboden is, hoe is de begeleiding gegaan?





Slide 16 - Tekstslide

Gezamenlijk oefenen
Voorbeeld van een begeleidingsdoel:
De cliënt smeert binnen zes weken dagelijks zelfstandig de boterhammen die hij bij de lunch gaat eten

  1. Bedenk evaluatievragen die je zou kunnen stellen om het doel te evalueren
  2. Bedenk of dit product- of procesvragen zijn

Slide 17 - Tekstslide

Na het evalueren
Na de evaluatie bepaal je hoe de begeleiding er verder uit gaat zien. Voorbeelden van conclusies:
  • Alle doelen uit het OSP zijn behaald: begeleiding stopzetten / nieuwe doelen opstellen
  • Doelen uit het OSP zijn gedeeltelijk behaald en de begeleiding loopt goed: je gaat door de met de begeleiding 
  • Doelen uit het OSP zijn gedeeltelijk behaald en de begeleiding loopt niet goed: aanpassing van de begeleidingsvorm
  • Doelen uit het OSP zijn niet meer relevant: je stelt andere doelen op

Slide 18 - Tekstslide

Evalueren in je eindopdracht voor OSP
Voor je BPV-oefenopdracht voor OSP hoef je de evaluatie NIET echt te doen. Dit hoort meer bij de module evalueren (komt na de kerstvakantie)

Voor je eindopdracht voor OSP moet je wel na gaan denken over wanneer je gaat evalueren, welke bronnen je daarvoor gaat gebruiken en hoe je de informatie gaat opvragen. 

Slide 19 - Tekstslide

Ik snap het verschil tussen productevaluatie en procesevaluatie
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll

Hoe ver ben je met de eindopdracht?
Ik heb mijn procesverslag: beginsituatie, ondersteuningsvragen en doelen af -> ga bij A staan

Ik heb mijn procesverslag beginsituatie gedeeltelijk af -> ga bij B staan

Ik ben nog niet begonnen -> Blijf zitten en ga individueel werken aan je eindopdracht

Slide 21 - Tekstslide

Huiswerk
  • Werk aan stap 1 tot en met 4 van de eindopdracht

Slide 22 - Tekstslide

Dank voor de aandacht!

Slide 23 - Tekstslide