6.2 Populaties

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

6.2 Populaties

Leerdoelen:

• Je past methoden toe om een populatiegrootte te bepalen
• Je herkent de invloed van een beperkende factor op de populatiegrootte en legt uit wat de relatie is tussen de draagkracht en de populatiegrootte.
• Je herkent hoe natuurbeheerders populatiegroottes beïnvloeden.

Behoren een hond en een wolf tot dezelfde soort? Leg uit.

Konikpaarden paren in de zomer in grote groepen, maar in de winter splitsen ze zich in kleinere families en trekken zo door het gebied. Is dit 1 populatie? Waarom wel of niet?

berekenen populatiegrootte

tellen van het aantal dieren is tijdrovend. Hoe kun je sneller populatiegroottes berekenen?

Om het aantal konijnen in een bepaald duingebied te bepalen, vangen en merken biologen 16 konijnen en laten ze weer los. Na korte tijd vangen ze 21 konijnen waarvan er 8 gemerkt zijn. Bereken de populatiegrootte.

Konijnen die al een keer gevangen zijn, vermijden het gebied met de vallen. Daardoor schatten biologen de populatiegrootte ...

1. te hoog
2. te laag

Ben je het eens met deze uitspraak? Waarom wel of niet?

Huiswerk

maak van 6.2 de volgende opdrachten 13, 15, 16, 17, 18 en 21