Paragraaf 7: 2020 2021

Hoofdstuk 3: Steden
7 Nederland: land zonder een echt grote stad
Nederland: land zonder een echt grote stad
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 3: Steden
7 Nederland: land zonder een echt grote stad
Nederland: land zonder een echt grote stad

Slide 1 - Tekstslide

Par. 2: Water in beweging
Deze les:
  • Wat weet je al?
  • Uitleg: Paragraaf 7:
  • Werken

Slide 2 - Tekstslide

Welke stad is dit?
Welke functie heeft deze stad?

Slide 3 - Woordweb

Welke stad is dit?
Welke functie heeft deze stad?

Slide 4 - Woordweb

Hoe heet het stedelijk gebied waar Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht deel van uitmaken?

Slide 5 - Woordweb

Hoe heet de open ruimte midden in de Randstad?

Slide 6 - Woordweb

Ontwikkeling stad naar stedelijk gebied verloopt in 3 fasen:
Verstedelijking
Suburbanisatie
Vervlechting
Agglomeratie = Aaneengesloten stedelijke bebouwing die zich over meer dan één gemeente uitstrekt.
Stadsgewesten = Een stedelijk gebied waarin de omringende plaatsen op tal van manieren verbonden zijn met de centrale stad.
  • Ook wel netwerkstad = Een stadsgewest met een netwerk van contacten tussen de verschillende onderdelen. genoemd.

Stedelijke gebied = Gebied waarin een aantal stadsgewesten liggen die goed met elkaar verbonden zijn.

Slide 8 - Tekstslide

Oorzaken verstedelijking na 1880
Oorzaken verstedelijking na 1880:
  • Opkomst van de industrie in de steden (werk).
  • Mechanisering landbouw (minder werk op platteland).
Gevolg hoog verstedelijkingstempo
Gevolg hoge verstedelijkingstempo: 
  • Woondichtheid in stad neemt toe.
  • Stad slokt omringende platteland op > agglomeratie

Slide 9 - Tekstslide

De vorming van stadsgewesten en stedelijke gebieden wordt sterk gestuurd door het proces van suburbanisatie.
Oorzaken suburbanisatie

Slide 10 - Tekstslide

Stedelijke gebieden:

Slide 11 - Tekstslide

Drempelwaarde
Drempelwaarde = Het minimumaantal mogelijke klanten dat nodig is om een goed of dienst op een bepaalde plaats met winst te kunnen aanbieden.
Draagvlak
Draagvlak = Aanwezigheid van voldoende mogelijke klanten binnen het verzorgingsgebied.

Slide 12 - Tekstslide

Reikwijdte = De afstand die de klanten willen afleggen voor een bepaalde dienst of bepaald goed. 

Slide 13 - Tekstslide

Verzorgingsgebied
Verzorgingsgebied = Het gebied dat door één plaats wordt voorzien van goederen en diensten.

Omvang verzorgingsgebied verandert voortdurend:
  • Toegenomen mobiliteit → lokale middenstand overgeslagen → Draagvlak = Aanwezigheid van voldoende mogelijke klanten binnen het verzorgingsgebied. wordt te klein → drempelwaarde niet meer gehaald → voorziening verdwijnt.

Slide 14 - Tekstslide

Par. 2: Water in beweging
Nu doen:
  • Uitleg vragen
  • Werken aan par. 7 

Huiswerk:
  • Leer vaardigheden, paragraaf  2 t/m 4 en 7.

Slide 15 - Tekstslide