NOVA Hfst 2.4 les 13 Lesson-up

1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Noem zoveel mogelijk metalen

Slide 4 - Woordweb

Welk metaal zien we hier?
A
Zink
B
Tin
C
Brons
D
Koper

Slide 5 - Quizvraag


Wat zie je hier?
A
Roest
B
Oxidatie

Slide 6 - Quizvraag

Wat gebeurd er bij oxideren.

Slide 7 - Open vraag

Welke 2 metalen zijn edelmetalen?
A
Zilver & Goud
B
IJzer & Staal
C
IJzer & Nikkel
D
Brons & Tin

Slide 8 - Quizvraag

Welke metalen zijn magnetisch?
A
Zilver & Goud
B
IJzer & Staal
C
IJzer & Nikkel
D
Brons & Tin

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Noem vier eigenschappen van glas.

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen recyclen en hergebruik?

Slide 19 - Open vraag

Wat betekent recyclen?
A
hergebruiken van stoffen
B
minder grondstoffen gebruiken
C
smelten van glas
D
twee keer bakken

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

In glaswol zitten wel/niet dunne draden van glas.
A
wel
B
niet

Slide 25 - Quizvraag

Glas kun je buigen als je het heel warm maakt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Hout kan je gemakkelijk en goed buigen
A
Ja
B
Nee

Slide 32 - Quizvraag

Wat is géén eigenschap van hout?
A
Stevig
B
Het geleid stroom
C
Kun je goed bewerken
D
Brandbaar

Slide 33 - Quizvraag

Hout is een brandstof.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 34 - Quizvraag

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen gebakken klei en keramiek?
A
Gebakken klei is veel lichter dan keramiek
B
Gebakken klei is veel zachter dan keramiek
C
Gebakken klei is brandt sneller dan keramiek
D
Gebakken klei en keramiek zijn hetzelfde

Slide 41 - Quizvraag

Keramiek is poreus.
A
waar
B
niet waar

Slide 42 - Quizvraag

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Tekstslide

Keramiek kan goed tegen hoge temperaturen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 47 - Quizvraag

Dichte keramiek laat geen vloeistoffen door.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 48 - Quizvraag

Keramiek is vaak met glazuur bedekt.
Wat is glazuur?

A
een laag glas die keramiek beschermt en waterdicht maakt
B
een laag kunst-stof die keramiek beschermt en mooier maakt
C
een laag verf die twee keer gebakken is en keramiek beschermt
D
een laag zuur die keramiek beschermt tegen vocht

Slide 49 - Quizvraag

Slide 50 - Tekstslide