Les 2 Typen gedrag

Planning
Deze week: gedragssystemen + leren
Volgende week gedragsonderzoek (theorie) + start uitvoering (SE cijfer voor verslag)

daarna voortplanting  (SE-toets in toetsweek)




1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Planning
Deze week: gedragssystemen + leren
Volgende week gedragsonderzoek (theorie) + start uitvoering (SE cijfer voor verslag)

daarna voortplanting  (SE-toets in toetsweek)




Slide 1 - Tekstslide

Deze donderdag
inhalen:

Toets H1: Cellen (Senna, Rick vd K, Luuk, Rick S)
Toets H11: Stofwisseling en energie  (Levi, Hielke-Jan)

15u (of later) in PR16


Slide 2 - Tekstslide

check voorkennis

Slide 3 - Tekstslide

fourageergedrag (voedselzoekgedrag) is net als rust- en voortplantingsgedrag belangrijk. Leg uit wat volgens jou de functie van fourageergedrag is

Slide 4 - Open vraag

De functie van succesvol gedrag is vrijwel altijd:

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

Benoem wat volgens jou de inwendige- en uitwendige prikkels zijn die er voor zorgen dat je gaat eten

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Video

De kuikens van de meeuw beginnen zodra ze een snavel met een rode stip zien gelijk op die snavel te pikken (altijd). Die rode snavel is voor deze kuikens een:
A
Inwendige prikkel
B
Supranormale prikkel
C
Uitwendige prikkel
D
Sleutelprikkel

Slide 9 - Quizvraag

De koekoek legt eieren in het nest van de karekiet. Zodra deze karekiet dit abnormaal grote ei en jong ziet, begint dit vogeltje extra goed voor dit jong te zorgen. Het koekoeksjong is voor de karekiet een:
A
Inwendige prikkel
B
Supranormale prikkel
C
Uitwendige prikkel
D
Sleutelprikkel

Slide 10 - Quizvraag

Sleutelprikkel
voor muggen

A
geurstof
B
trilling

Slide 11 - Quizvraag


A
Erfelijk, sleutelprikkel
B
Erfelijk, geen sleutelprikkel
C
Niet erfelijk, sleutelprikkel
D
Niet erfelijk, geen sleutelprikkel

Slide 12 - Quizvraag

Waarom?
  1. Welke functie heeft gedrag in de natuur?
  2. Wat is de directe aanleiding voor gedrag?
  3. Hoe ontstaat gedrag tijdens de ontwikkeling van een dier?
  4. Hoe verandert gedrag in de loop van de evolutie?


Slide 13 - Tekstslide

Daarom!
  1. Succesvol gedrag leidt tot overleving, groei en voortplanting
  2. Gedrag ontstaat als reactie op inwendige en uitwendige prikkels
  3. Succesvol gedrag wordt geleerd door: inprenting, gewenning, imitatie, oefening, operant- en klassiek conditioneren en inzicht.
  4. volgt in de bovenbouw

Slide 14 - Tekstslide

prikkels
inwendig: waargenomen door inwendige lichaamszintuigen
uitwendig: waargenomen door uitwenige zintuigen (zicht, geur,  tast, geluid)

sleutelprikkel: prikkel waarop (vrijwel) altijd hetzelfde gedrag volgt
supra-normale prikkel: prikkel die (vrijwel) altijd  een sterker dan normale reactie oproept.

Slide 15 - Tekstslide

Doel
Je kent verschillende gedragssystemen en de functie daarvan. Met name territoriumgedrag, voedselzoekgedrag en voortplantingsgedrag.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Wat zijn de flamingo's hier volgens jou aan het doen?? En waarom?

Slide 18 - Open vraag

Flamingo's
functie?

aanleiding?

aangeleerd?

Slide 19 - Tekstslide

Voortplantingsgedrag
balts: Ritueel dat lijdt tot het selecteren van een geschikte (gezonde) partner van dezelfde soort.

broedzorg: Handelingen van ouderdieren die zorgen voor een hogere overlevingskans van jongen.

Nut?

Slide 20 - Tekstslide

Bij de flamingo begint de balts als zich tijdens het broedseizoen voldoende vogels verzameld hebben. Dit komt, omdat
A
De motivatie voor baltsgedrag is gestegen boven een drempelwaarde
B
Een andere flamingo een sleutelprikkel is
C
Een andere flamingo een supra-normale prikkel is

Slide 21 - Quizvraag

Wat kunnen ouderdieren allemaal doen om de overlevingskans van een jong te vergroten?

Slide 22 - Open vraag

Wat is volgens jou een territorium? Hoe kan het hebben van een territorium leiden tot het grootbrengen van méér gezonde jongen?

Slide 23 - Open vraag

territoriumgedrag
veel soorten hebben een territorium
territorium = voedsel en ruimte voor voortplanting

gedragssysteem territoriumgedrag:
- afbakenen
- verdedigen
- indringers aanvallen

Slide 24 - Tekstslide

7.5
groep of alleen bijmaken (check V4)

Slide 25 - Tekstslide

Huiswerk:
Leren en opgaven maken 7.5

Slide 26 - Tekstslide