1a. De winkel van dichtbij

noem verschillende winkels
1 / 15
volgende
Slide 1: Woordweb
VerkooppraktijkPraktijkonderwijsLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

noem verschillende winkels

Slide 1 - Woordweb

winkelvorm
Je kunt winkels indelen in verschillende vormen. Dit heet winkelvorm.
- supermarkt      - bouwmarkt       -  tuincentrum  
-  warenhuis      - speciaalzaak

Slide 2 - Tekstslide

Noem namen van een supermarkt.

Slide 3 - Open vraag

Noem voorbeelden van foodproducten.

Slide 4 - Open vraag

foodproducten
producten die je kunt eten of drinken.

Non-foodproducten zijn dus artikelen die je niet kunt eten of drinken. vb. tijdschriften, wasmiddelen, etc.

Slide 5 - Tekstslide

Noem non-foodproducten uit de supermarkt.

Slide 6 - Woordweb

winkelverkoop
de artikelen worden in een winkel verkocht.


Slide 7 - Tekstslide

Noem voorbeelden van niet-winkelverkoop.

Slide 8 - Woordweb

niet-winkelverkoop
Het is geen echte winkel, maar er zijn wel artikelen te koop.
Voorbeelden zijn: een oliebollenkraam, marktkraam of een webshop.

Slide 9 - Tekstslide

Wat is een artikelgroep??
A
Producten met dezelfde prijs
B
Producten in dezelfde winkel
C
Producten die bij elkaar horen
D
Producten die over de datum zijn

Slide 10 - Quizvraag

een artikelgroep.
een artikelgroep bestaat uit artikelen die bij elkaar horen.

Slide 11 - Tekstslide

zuivel

Slide 12 - Woordweb

noem zoveel mogelijk artikelen uit het assortiment van de HEMA.

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Video

lees blz 27 en 28
maak vraag 21 en 22

lees blz 29 en 30
maak vraag 23 tot en met 26

Slide 15 - Tekstslide