(havo/vwo3) H4 Oost-Europa ontwikkeling en migratie paragraaf 3 deel 2

Planning:
  • Introductie
  • Uitleg: paragraaf 3 H4 groei en stilstand, West-Europa + B145
  • maken opdracht 6 t/m 10
  • nabespreken paragraaf 3
  • afsluiting
aan het einde van de les kan/weet je:
  • welke gunstige locatiefactoren Oost-Europa heeft
  • waarom er tegenstellingen zijn tussen de hoofdsteden en het platteland
  • wat de migratiepatronen binnen de EU zijn
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Planning:
  • Introductie
  • Uitleg: paragraaf 3 H4 groei en stilstand, West-Europa + B145
  • maken opdracht 6 t/m 10
  • nabespreken paragraaf 3
  • afsluiting
aan het einde van de les kan/weet je:
  • welke gunstige locatiefactoren Oost-Europa heeft
  • waarom er tegenstellingen zijn tussen de hoofdsteden en het platteland
  • wat de migratiepatronen binnen de EU zijn

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

uitleg/aantekeningen

Slide 3 - Tekstslide

Groei en stilstand
  • Multinationale ondernemingen
  • Investeringen in Oost- Europa
  • 2 Locatiefactoren
  • Kennis
  • Lagelonenlanden

Bedrijf met vestigingen in verschillende landen
Reden waarom een bedrijf zich op een bepaalde plaats vestigt. Heet ook vestigingsplaatsfactor
Land met lage arbeidskosten

Slide 4 - Tekstslide

Groei en stilstand
  • Tegenstellingen steden en dorpen Oost- Europa
  • Dorpen, inwoners arm en werkloos
  • Steden, rijke bedrijven, macht en multinationals
  • Agglomeratievoordelen
Voordeel dat bedrijven hebben doordat ze vlak bij andere bedrijven gevestigd zijn.

Slide 5 - Tekstslide

Naar West- Europa
  • Schengenlanden
  • Arbeidsmigranten trokken naar West-Europa na 1989
  • Migratiesaldo
  • Vertrekoverschotten
  • Natuurlijke bevolkingsgroei
Landen in Europa die hun onderlinge grenzen hebben opgeheven.
Som van vestiging en vertrek. Die kan positief zijn (vestigingsoverschot) of negatief (vertrekoverschot).
Iemand die zijn eigen woongebied verlaat door gebrek aan werk en geld. Heet ook economische migrant.
Als er uit een gebied meer mensen vertrekken dan dat er zich vestigen.
Bevolkingsgroei of bevolkingsafname door het aantal geboorten min het aantal sterfgevallen.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

zelfstandig werken
lezen paragraaf 3 H4 groei en stilstand, West-Europa + B145
maken opdracht 6 t/m 10
gebruik hierbij:
  • tekstboek blz. 60/61
  • werkboek blz. 68/69/70
stoplicht: Rood = stil lezen en werken. Oranje = fluisteren als je wilt overleggen. Groen = normaal praat niveau met werken
timer
1:00

Slide 8 - Tekstslide

herhalen/nabespreken

Slide 9 - Tekstslide

Sleep het begrip naar de juiste uitleg!
Landen in Europa die hun onderlinge grenzen hebben opgeheven
Reden waarom een bedrijf zich op een bepaalde plaats vestigt
Voordeel dat bedrijven hebben doordat ze vlak bij andere bedrijven gevestigd zijn
Agglomeratievoordelen
Locatiefactoren
Schengelanden

Slide 10 - Sleepvraag

Wat is een gunstige locatiefactor voor bedrijven in Oost-Europa?
A
De werknemers zijn duur
B
De infrastructuur is slecht
C
De werknemers hebben goede kennis
D
De grondstoffen zijn dichtbij

Slide 11 - Quizvraag