SMART leerdoelen formuleren

DEAI
SMART leerdoelen formuleren
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Studieloopbaan begeleidingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

DEAI
SMART leerdoelen formuleren

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen? 
Waar wil jij aan werken en welk doel wil jij bereiken? 
Concreet voor jezelf maar ook voor je SLB'er, stagebegeleider etc. 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Waar staat de S voor?
A
Specialisatie
B
Specifiek
C
Sterilisatie
D
Slim

Slide 4 - Quizvraag

Specifiek
Beschrijf je doel zo concreet mogelijk. 
Belangrijk om jezelf af te vragen is: wie en wat heb ik daar bij nodig? En wanneer? 

Slide 5 - Tekstslide

Waar staat de M voor?
A
Morfine
B
Merknaam
C
Maatschappij
D
Meetbaar

Slide 6 - Quizvraag

Meetbaar
Getallen in je doel maken dat je precies weet wanneer je, je doel hebt behaalt. 
Dit kunnen het aantal kilo's zijn wat je wil afvallen, het aantal stage opdrachten wat je af wil hebben of het aantal hoofdstukken wat je wil lezen. 

Slide 7 - Tekstslide

Waar staat de A voor in SMART?

Slide 8 - Open vraag

Acceptabel
Bedenk voor of je jezelf het doel ziet halen? Gaat dit lukken? 

Slide 9 - Tekstslide

Waar staat de R voor?
A
Reflux
B
Rechtdoor
C
Realistisch
D
Reusachtig

Slide 10 - Quizvraag

Realistisch 
Kan ik dit doel wel halen? Heb ik de mogelijkheden? 

Slide 11 - Tekstslide

Waar staat de T voor?
A
Tijdsgebonden
B
Tijdsbestek
C
Torso
D
Twijfelachtig

Slide 12 - Quizvraag

Tijdsgebonden
Hoeveel tijd geef jij jezelf om het doel te bereiken? 
Eén week, een maand, het heleschooljaar? 

Slide 13 - Tekstslide

SMART leerdoel
Een SMART leerdoel formuleer je in 1 max 2 zinnen. 
Je begint een SMART leerdoel met Ik en je schijft je leerdoel zo alsof je deze al bereikt hebt. 

Ik heb....
Ik kan....
Ik zeg....

Slide 14 - Tekstslide

Meetbaar
Nee

Ik wil aan het einde van mijn stage in staat zijn om zelfstandig 5 visgerechten te bereiden volgens de receptuur en standaarden van mijn stagebedrijf. 

Slide 15 - Tekstslide

Vage woorden 
Leuk, mooi, genoeg, fijn...
Dit zijn woorden waaraan iedereen een eigen invulling geeft. Voorkom deze woorden zodat je doel zo concreet mogelijk is. 

Slide 16 - Tekstslide

Voorbeeld
Ik ben op 19 mei 2025 10 kg afgevallen met behulp van de weekmaaltijden uit het boek Project Gezond en 4 keer in de week sporten

Is dit voor mij REALITISCH? 
Dit is de vraag die ik mijzelf moet stellen.

Slide 17 - Tekstslide

Voorbeeld
Ik ben op 19 mei 2021 7 kg afgevallen met behulp van de weekmaaltijden uit het boek Project Gezond en 2 keer in de week sporten

Slide 18 - Tekstslide

Mijn persoonlijke SMART leerdoel

Slide 19 - Tekstslide

Wat maakt dit doel SMART?

Slide 20 - Open vraag

Aan de slag
Je gaat 2 SMART leerdoelen formuleren. Dit doe je in het opdrachtenboek van DAEI week 5. 
Volgende week gaan we de leerdoelen met elkaar bespreken en bekijken of deze SMART zijn geformuleerd. 

Slide 21 - Tekstslide