grammatica blok 1 en 2

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Welkom!

Ben je klaar om de les te beginnen?

- pen, boek en schrift op tafel

- tas op de grond.

Wat staat er op het programma

- uitdelen leesautobiografie (opbergen in fictiemapje!)

- uitleg puntentelling

- geheugen opfrissen: werkwoordspelling

- aan de slag met wwg, ond, scheidbaar samengesteld ww

Aan het eind van deze les.....

- Weet je wat de boekopdracht inhoudt  en wanneer je deze moet inleveren!

- weet je (nog/weer) wat het werkwoordelijk gezegde is;

- kun je het werkwoordelijk gezegde vinden in een zin

- weet je wat het onderwerp in een zin is;

-kun je het onderwerp vinden in een zin.

Gisteren .......... hij zijn handen niet voordat we gingen eten.

1. wasten
2. waste
3. wastte
4. wastten

Wij zijn hard naar beneden..................

1. gesuisd
2. gesuisdt
3. gesuist
4. gesuizen

Helaas ........ we net de laatste trein.

1. miste
2. mistten
3. mistttten
4. misten

Het.......... even door mijn hoofd dat ik misschien op de verkeerde plek was.

1. flitstte
2. flitsten
3. flitste
4. flistten

........ je dat nou wel een goed idee?

1. vindt
2. vint
3. vind
4. vinden

Hij .............. zich helemaal in de afgesproken tijd.

1. vergistte
2. vergistten
3. vergisten
4. vergiste

Het zolderraam is ..............

1. gekanteld
2. gekantelt
3. kantelen
4. gekanteldt

Zinsontleden:

Persoonsvorm  -  Werkwoordelijk gezegde   - Onderwerp  

           Scheidbaar samengesteld werkwoord

Opdracht wwg

Wat? Maken opdracht 13, blz 20 (grammatica blok 1)

Hoe? Individueel, in stilte

Hoe lang? Max. 5 minuten

Daarna? Vergelijk met je buurman/vrouw.

Scheidbaar samengesteld ww

De pv van sommige ww kan gescheiden in de zin voorkomen:

Hopelijk nodigt hij mij wel uit voor zijn feestje.

(hele ww = uitnodigen)

Gelukkig schieten we al lekker op!
(hele ww = opschieten)

Oefenen scheidbaar samen-gesteld ww

Maken: blz 21 opdracht. 14.

Tijd: 5 minuten.

Daarna: klassikaal nakijken.

Oefenen Onderwerp

Maken opdracht 15 en 16

Tijd: 10 min.

Hoe: ieder voor zich, in stilte

Werkwoordelijk gezegde wwg 

(maak aantekeningen!)

- 1 of meer werkwoorden in een zin

- de persoonsvorm + eventuele andere werkwoorden:

Ik ben helemaal naar huis gelopen.

Wij eten vanavond friet!

Onderwerp (ond)

- verandert mee met de persoonsvorm bij getalproef:

Julius verandert steeds zijn kledingstijl

Julius en zijn broer veranderen steeds van kledingstijl.

- staat meestal naast de persoonsvorm

- te vinden door: Wie of wat + gezegde? Het antwoord = het ond.

Wie verandert? ---> Julius = onderwerp 

O

PV

Onderwerp en persoonsvorm staan bijna altijd naast elkaar in een zin!

Voorbeeld:

Jan weet alles beter.

Jij hebt geen hond.

Zij zijn een tweeling.

Opdracht

Blok 1 grammatica: opdracht 15 en 16 (blz. 21)

Hoe? fluisterend overleggen mag!

Hoe lang? 10 minuten

Daarna: de moeilijke vragen bespreken we klassikaal