WW-spelling (herhaling vt)

WELKOM BIJ NEDERLANDS
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1,2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

WELKOM BIJ NEDERLANDS

Slide 1 - Tekstslide

Lees in je leesboek
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

DOEL

WE WETEN HET VERSCHIL TUSSEN STERKE EN ZWAKKE WERKWOORDEN


WE HERHALEN DE REGELS VAN DE PERSOONSVORM VERLEDEN TIJD

Slide 3 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen sterke en zwakke werkwoorden?

Slide 4 - Woordweb

Is het werkwoord sterk of zwak?
sterk
zwak
ademen
draaien
drijven
lopen
rijden
schreeuwen
fietsen
zwemmen

Slide 5 - Sleepvraag

PERSOONSVORM VERLEDEN TIJD
STERK

Sterke werkwoorden doe je uit je hoofd

We leren er steeds meer bij

Slide 6 - Tekstslide

PERSOONSVORM VERLEDEN TIJD
ZWAK

Verandert niet van klank

Eindigt op -de(n) of -te(n)

'T eXKoFSCHiP

Slide 7 - Tekstslide

PERSOONSVORM VERLEDEN TIJD
1 Haal -en van het hele werkwoord af
2 Zit de laatste letter (aan het eind van het woord) in 'T eXKoFSCHiP?
3 JA = te(n)
   NEE= de(n)
ZWAK

Slide 8 - Tekstslide

PVVT
Niemand
(willen) nog met hem mee naar het spookhuis.
A
wilte
B
wilten
C
wilde
D
wilden

Slide 9 - Quizvraag

PVVT
Sander (rennen) vorige week ook erg hard.
A
rente
B
rende
C
renten
D
renden

Slide 10 - Quizvraag

PVVT
De moeder
(verwennen) de kinderen te veel.
A
verwente
B
verwenten
C
verwende
D
verwenden

Slide 11 - Quizvraag

PVVT
De kleine jongen
(zwemmen) gisteren al zonder bandjes.
A
zemde
B
zwemden
C
zwommen
D
zwom

Slide 12 - Quizvraag

PVVT
De politie
(vermoeden) dat er sprake was van een misdrijf.
A
vermoede
B
vermoeden
C
vermoedde
D
vermoedden

Slide 13 - Quizvraag

PVVT
De kinderen
(maken) heel lieve knutselwerken voor hun moeder.
A
maakte
B
maakten
C
maakde
D
maakden

Slide 14 - Quizvraag

Tot de volgende keer!
AAN HET WERK
Kijk goed in Somtoday wat je moet doen. Ik zal dit ook op het bord zetten.
Eerst even een quiz!

Slide 15 - Tekstslide