FC Noaber Fit en vitaal

Fit en vitaal
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Fit en vitaal

Slide 1 - Tekstslide

Introductie
  • Voorstellen cursusleider
  • FC Noaber
  • Vrijwilligerswerk
  • Doel training
  • Wat is het verschil tussen fit en vitaal? 

Slide 2 - Tekstslide

Onderdelen Fit en vitaal

  • Bewegen
  • Voeding
  • Slaap
  • Mentaal

Slide 3 - Tekstslide

Deelnemen in LessonUp
Pak je mobiel: je kunt op twee manieren deelnemen A of B:

A.  Heb je de LessonUp app, open deze en voer de code in 
      (links onderaan in het scherm)
of
B.   Ga in internetbrowser naar: lessonup.app, voer de code in
       (links onderaan in het scherm)

Slide 4 - Tekstslide

Kort voorstellen
Opdracht! 

1. Wie ben je?
2. Welk vrijwilligerswerk doe je?
(Wat, waar, wanneer)

Slide 5 - Tekstslide

1. Bewegen 

Twee quizvragen  om dit onderwerp mee te beginnen.


Slide 6 - Tekstslide

Piet is 50 jaar oud. Hij eet gezond, hij drinkt geen alcohol en sport 2x per week in de sportschool. Houd Piet zich aan de richtlijn voor bewegen?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Amber is 16 jaar oud. Ze fietst elke dag een uur op en neer naar school/ werk. Daarnaast voetbalt zij 2x per week.
Voldoet Amber aan de richtlijn voor bewegen?

A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

0

Slide 9 - Video

1. Bewegen 
Waarom is bewegen zo belangrijk?

  • Verlaagt de kans op ziekten.
  • Verminderd stress.
  • Minder blessures

Slide 10 - Tekstslide

1. Bewegen 
Richtlijnen voor bewegen:
Kinderen/ jongeren t/m 17 jaar:
1 uur per dag matig intensief bewegen
3x per week spier- en botversterkende activiteiten
Volwassenen en ouderen:
2,5 uur per week matig intensief bewegen
2x per week spier- en botversterkende activiteiten.
Balansoefeningen voor ouderen

Wie beweegt voldoende?



Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Wat zijn nadelige gevolgen van (te) weinig bewegen?

Slide 13 - Woordweb

1. Bewegen 
Terug naar de twee vragen over Piet 50 jaar oud en Amber 16 jaar oud. 
Waarom was het antwoord onjuist? 
Piet (2 keer per week sportschool)
Piet mist 2,5 uur matig intensief bewegen (bijv. fietsen) en zou balansoefeningen moeten doen. 

Amber (elke dag een uur fietsen, 2 keer voetballen)
Amber zou 1 keer per week nog extra moeten sporten 

Slide 14 - Tekstslide

1. Bewegen 
Conclusie: 
Je moet best veel bewegen volgens de richtlijnen. 
Je moet dus ook flink wat bewegen voor je gezondheid!  


Slide 15 - Tekstslide

Pauze
timer
5:00

Slide 16 - Tekstslide

2. Voeding 
Voeding is belangrijk voor je fitheid en je vitaliteit.
We gaan het o.a. hebben over:
  • Wat is voeding
  • Schijf van 5
  • Voeding en sport
  • Energiebehoefte en vebruik

Slide 17 - Tekstslide

2. Voeding
Wat is voeding
In je voeding zit energie. Je lichaam kan bij deze energie komen door de voeding te verbranden. Energie komt dan vrij in de vorm van ATP. Met de energie die je lichaam krijgt uit voeding kan het lichaam zijn onderhoud, lichaamsbeweging en vertering (van voeding) doen.

In voeding zitten ook verschillende voedingstoffen, deze helpen om het lichaam te groeien, gezond te blijven en energie te krijgen. De verschillende voedingsstoffen:
  • Bouwstoffen
  • Beschermstoffen
  • Brandstoffen


Slide 18 - Tekstslide

2. Voeding 
Macronutriënten
In je lichaam heb je 3 macronutriënten nodig om te kunnen bewegen en leven. Dit zijn koolhydraten, vetten en eiwitten.
Deze 3 zitten in je voeding en moet je gezien de dag binnen krijgen. 

Koolhydraten: volkorenbrood, volkorenpasta en zilvervliesrijst, peulvruchten, groente en fruit

Vetten (gezond): vette vis (zalm, makreel, haring), noten, eieren, avocado's

Eiwitten: vlees, vis, kip, eieren, melk, kaas, joghurt, kwark, sojamelk, peulvruchten

Slide 19 - Tekstslide

2. Voeding
Verhouding bij een gemiddeld persoon

Slide 20 - Tekstslide

2. Voeding
Betere voeding zorgt voor:
  • De kans op ziekten wordt kleiner
  • Je krijgt voedingsstoffen binnen die je lichaam nodig heeft om optimaal te werken (groeien, herstellen)
  • Een gezond gewicht te houden of te krijgen 
  • Goed voor het milieu (te veel is niet goed)

 

Slide 21 - Tekstslide