1.4 Meer mensen krijgen inspraak



Geschiedenis
Introductie
Paragraaf 4: Meer mensen krijgen inspraak
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les



Geschiedenis
Introductie
Paragraaf 4: Meer mensen krijgen inspraak

Slide 1 - Tekstslide

In deze les
-Paragraaf 4 bespreken.
-Paragraaf 3 nakijken
-Opdrachten maken

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
-Je kunt uitleggen wat er in het bestuur van Nederland veranderde door de grondwet van 1848.

Slide 3 - Tekstslide

⇒Door wie wordt de uitspraak gedaan?

"Ik kom op voor de belangen van de arbeiders."
A
liberaal
B
socialist
C
confessioneel

Slide 4 - Quizvraag

⇒Door wie wordt de uitspraak gedaan?

"De overheid moet zich zo min mogelijk bemoeien met de economie."
A
liberaal
B
socialist
C
confessioneel

Slide 5 - Quizvraag

⇒Waarom hadden veel ouders kritiek op deze wet?
Gebruik de bron
A
omdat arme gezinnen de inkomsten van werkende kinderen hard nodig hadden om in leven te blijven
B
omdat boeren hun kinderen onder de twaalf jaar niet meer op hun bedrijf mee mochten laten werken
C
omdat kinderen verplicht werden tot hun twaalfde jaar onderwijs te volgen
D
omdat ouders hun kinderen onder de twaalf jaar niet meer konden dwingen huishoudelijk werk te verrichten

Slide 6 - Quizvraag

Willem I
-In 1813 werd Nederland een koninkrijk.
-In 1815 kreeg Nederland een grondwet
-Hierin stond o.a. de macht van de koning beschreven
-Veel burgers zijn het hier niet mee eens

Slide 7 - Tekstslide

1840-1848: 
Koning Willem II
  • Rijke burgers > liberalen : Koning heeft te veel macht!

  • Liberalen willen een parlement waarin burgers mochten kiezen (een democratie)

  • Willem II vond dat geen goed plan.

Slide 8 - Tekstslide


Revolutiejaar 
1848



  • Rellen in veel Europese steden
  • Overal zitten er weer koningen op de Europese tronen en ondanks 'een grondwet' is er maar weinig democratie.

Slide 9 - Tekstslide


Paniek bij de vorsten
in heel Europa!




Ook in Den Haag...
...koning Willem II wordt 'in één nacht' liberaal

Slide 10 - Tekstslide

Wie is er zo belangrijk dat hij op het bureau staat van Mark Rutte tijdens de persconferenties?

Slide 11 - Tekstslide

Gevolgen
  • De leider van de Nederlandse Liberalen: Johan Rudolf Thorbecke maakt een nieuwe grondwet:

  1. Rijke mannen kiezen voortaan de Tweede Kamerleden
  2. Ministers gehoorzamen het parlement, niet de koning

Slide 12 - Tekstslide

Wat deed Johan Rudolf Thorbecke?
A
Hij kwam in opstand tegen de koning.
B
Hij was een minister van de koning.
C
Hij maakte de regels van de nieuwe grondwet.
D
Hij zette de koning af.

Slide 13 - Quizvraag

Echte democratie sinds 1848?
  • Alleen mannen die een bepaald bedrag aan belasting betaalden mochten stemmen.
  • Alle andere mannen en vrouwen mochten niet stemmen.

Slide 14 - Tekstslide

Afsluiting
  • Maken:  Opdracht 1 t/m 5 van paragraaf 4

Slide 15 - Tekstslide



Geschiedenis
Introductie
Paragraaf 4: Meer mensen krijgen inspraak (deel 2)

Slide 16 - Tekstslide

In deze les
-Paragraaf 4 bespreken.
-Paragraaf 3 nakijken
-Opdrachten maken 

Slide 17 - Tekstslide

Leerdoelen
-Je kunt uitleggen wat sommige vrouwen wilden veranderen aan de samenleving en of dat lukte.
-Je kunt beschrijven dat Nederland steeds democratischer werd.

Slide 18 - Tekstslide

2.3: Het eerste feminisme

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Feminisme
  • Streeft naar gelijke behandeling
  • Vrouwen mogen niet stemmen
  • Ook voor de wet niet gelijk
  • Vrouwenkiesrecht 
  • Emancipatie
  • Welke klasse?
  • Middenklasse en gegoede burgerij

Slide 21 - Tekstslide

Feminisme
Doelen
  • Feministen willen algemeen kiesrecht voor vrouwen.
  • Feministen willen betere opleidingen voor meisjes en toegang tot de universiteit.
  • Feministen (rijke) willen gewoon kunnen werken.
  • Feministen willen dat vrouwen gelijkwaardige partners zijn binnen het huwelijk.
  • Periode tussen 1870 en 1919 – heet de eerste feministische golf.

Slide 22 - Tekstslide

Aletta Jacobs
  • Bekende feministe uit Nederland
  • Wat deed zij?
  • Eerste vrouw die afstudeerde aan een
     universiteit, hoe?
  • Vroeg toestemming aan minister Thorbecke
  • Kreeg antwoord gericht aan? 
  • Haar vader
  • Proefperiode 1 jaar

Slide 23 - Tekstslide

Strijd algemeen kiesrecht
  • In 1917 krijgen mannen algemeen kiesrecht
  • Vrouwen krijgen dan alleen passief kiesrecht (verkiesbaar stellen
  • In 1919 krijgen vrouwen ook het actief kiesrecht (stem uitbrengen) 

Slide 24 - Tekstslide

Waarom was het vrouwenkiesrecht zo belangrijk voor Aletta Jacobs?

⇒Kies het juiste antwoord.
A
Aletta wilde zelf graag minister worden.
B
Aletta wilde zelf graag koningin worden.
C
Aletta vond dat vrouwen slimmer zijn dan mannen.
D
Aletta vond dat vrouwen dezelfde rechten als mannen moesten hebben.

Slide 25 - Quizvraag

Huiswerk 




                            

                           
                               
                                   
                                       
       
           
               
       
   
               
                   
                   
                       
                           
   
     
       
 
   
   
   
   
   
   
   
     
       
       
     
   
 

   
   

   
   

   
   

   
       
           
               
 
   
   
   
   
       
           
                Vragen over de vorige les????
           
       
       
   
   
   
 
 
           
       
   

 
 
 
     
   
   
   
     
   
 
                       
                   
               
               
                   
                       
                         Jagers en Verzamelaars
                   
               
               
                     
               
               
                   
                       
                           
                             
                           
                       

                   
               
           
       
   

                                   
                               
                           

                           
                       
Paragraaf 4: 1 t/m 7

Slide 26 - Tekstslide