1.4 Meer mensen krijgen inspraak



Geschiedenis
Introductie
Paragraaf 4: Meer mensen krijgen inspraak
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les



Geschiedenis
Introductie
Paragraaf 4: Meer mensen krijgen inspraak

Slide 1 - Tekstslide

In deze les
-Uitleg paragraaf 4
-Toets: volgende week of?
-Aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
-Je kunt uitleggen wat er in het bestuur van Nederland veranderde door de grondwet van 1848.
-Je kunt uitleggen wat sommige vrouwen wilden veranderen aan de samenleving en of dat lukte.
-Je kunt beschrijven dat Nederland steeds democratischer werd.

Slide 3 - Tekstslide

⇒Door wie wordt de uitspraak gedaan?

"Ik kom op voor de belangen van de arbeiders."
A
liberaal
B
socialist

Slide 4 - Quizvraag

⇒Door wie wordt de uitspraak gedaan?

"De overheid moet zich zo min mogelijk bemoeien met de economie."
A
liberaal
B
socialist

Slide 5 - Quizvraag

⇒Waarom hadden veel ouders kritiek op deze wet?
Gebruik de bron
A
omdat arme gezinnen de inkomsten van werkende kinderen hard nodig hadden om in leven te blijven
B
omdat boeren hun kinderen onder de twaalf jaar niet meer op hun bedrijf mee mochten laten werken
C
omdat kinderen verplicht werden tot hun twaalfde jaar onderwijs te volgen
D
omdat ouders hun kinderen onder de twaalf jaar niet meer konden dwingen huishoudelijk werk te verrichten

Slide 6 - Quizvraag

Willem I
-In 1813 werd Nederland een koninkrijk.
-In 1815 kreeg Nederland een grondwet
-Hierin stond o.a. de macht van de koning beschreven
-Veel burgers zijn het hier niet mee eens

Slide 7 - Tekstslide

1840-1848: 
Koning Willem II
  • Rijke burgers > liberalen : Koning heeft te veel macht!

  • Liberalen willen een parlement waarin burgers mochten kiezen (een democratie)

  • Willem II vond dat eigenlijk geen goed plan.

Slide 8 - Tekstslide


Revolutiejaar 
1848



  • Rellen in veel Europese steden
  • Overal zitten er weer koningen op de Europese tronen en ondanks 'een grondwet' is er maar weinig democratie.

Slide 9 - Tekstslide


Paniek bij de vorsten
in heel Europa!




Ook in Den Haag...

Slide 10 - Tekstslide

Wie is er zo belangrijk dat hij op het bureau stond van Mark Rutte tijdens  persconferenties?

Slide 11 - Tekstslide

Gevolgen
  • De leider van de Nederlandse Liberalen: Johan Rudolf Thorbecke maakt een nieuwe grondwet:
  1.  Voortaan kozen burgers (rijke mannen) de leden van het parlement. Deze volksvertegenwoordiging nam besluiten namens het volk. 
  2. Voortaan werden ministers aangewezen door het parlement, in plaats van door de koning.

Slide 12 - Tekstslide

Echte democratie sinds 1848?
  • Nederland werd hierdoor een parlementaire democratie: Bestuursvorm waarin de macht ligt bij een parlement dat gekozen wordt door burgers.
Maar: een echte democratie?
  • Alleen mannen die een bepaald bedrag aan belasting betaalden mochten stemmen.
  • Alle andere mannen en vrouwen mochten niet stemmen.

Slide 13 - Tekstslide

2.3: Het eerste feminisme

Slide 14 - Tekstslide

Feminisme
  • Streeft naar gelijke behandeling
  • Vrouwen mogen niet stemmen
  • Ook voor de wet niet gelijk
  • Vrouwenkiesrecht 
  • Emancipatie
  • Welke klasse?
  • Middenklasse en gegoede burgerij

Slide 15 - Tekstslide

Feminisme
Doelen
  • Feministen willen algemeen kiesrecht voor vrouwen.
  • Feministen willen betere opleidingen voor meisjes en toegang tot de universiteit.
  • Feministen (rijke) willen gewoon kunnen werken.
  • Feministen willen dat vrouwen gelijkwaardige partners zijn binnen het huwelijk.
  • Periode tussen 1870 en 1919 – heet de eerste feministische golf.

Slide 16 - Tekstslide

Aletta Jacobs
  • Bekende feministe uit Nederland
  • Wat deed zij?
  • Eerste vrouw die afstudeerde aan een
     universiteit
  • Vroeg toestemming aan minister Thorbecke
  • Kreeg antwoord gericht aan? 
  • Haar vader
  • Proefperiode 1 jaar

Slide 17 - Tekstslide

Strijd algemeen kiesrecht
  • In 1917 krijgen mannen algemeen kiesrecht
  • Vrouwen krijgen dan alleen passief kiesrecht (verkiesbaar stellen
  • In 1919 krijgen vrouwen ook het actief kiesrecht (stem uitbrengen) 

Slide 18 - Tekstslide

Waarom was het vrouwenkiesrecht zo belangrijk voor Aletta Jacobs?

⇒Kies het juiste antwoord.
A
Aletta wilde zelf graag minister worden.
B
Aletta wilde zelf graag koningin worden.
C
Aletta vond dat vrouwen slimmer zijn dan mannen.
D
Aletta vond dat vrouwen dezelfde rechten als mannen moesten hebben.

Slide 19 - Quizvraag

Wat deed Johan Rudolf Thorbecke?
A
Hij kwam in opstand tegen de koning.
B
Hij was een minister van de koning.
C
Hij maakte de regels van de nieuwe grondwet.
D
Hij zette de koning af.

Slide 20 - Quizvraag

Afsluiting
  • Voorbereiden op het proefwerk 

Slide 21 - Tekstslide

Huiswerk 




                            

                           
                               
                                   
                                       
       
           
               
       
   
               
                   
                   
                       
                           
   
     
       
 
   
   
   
   
   
   
   
     
       
       
     
   
 

   
   

   
   

   
   

   
       
           
               
 
   
   
   
   
       
           
                Vragen over de vorige les????
           
       
       
   
   
   
 
 
           
       
   

 
 
 
     
   
   
   
     
   
 
                       
                   
               
               
                   
                       
                         Jagers en Verzamelaars
                   
               
               
                     
               
               
                   
                       
                           
                             
                           
                       

                   
               
           
       
   

                                   
                               
                           

                           
                       
Paragraaf 4: 1 t/m 7

Slide 22 - Tekstslide