In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Als in de vraag al levenskenmerken genoemd worden, mag je deze niet meer benoemen.
Als gevraagd wordt een levenskenmerk te noemen dat "te zien" is moet deze dus ook echt in het filmpje zichtbaar zijn.
Benoem reageren op prikkels als levenskenmerk ipv waarnemen
Cel: 1 "bouwsteen" van een organisme
Weefsel: Groep cellen met dezelfde bouw en functie
Orgaan: Deel van organimse met 1 of meer functies
Orgaanstelsel: Groep samenwerkende organen
Organisme: Levend wezen
een vacuole vol met water drukt tegen de celwand aan.
Net zoals de binnenband en buitenband van een fiets.
Dikke celwand gemaakt van houtstof. Volgroeide houtcellen gaan dood.
De inhoud verdwijnt maar de stevige celwanden blijven bestaan.
Uitwendig skelet
(huisje, schelp, pantser)
inwendig skelet
(botten)
Producenten: Planten
Consumenten: Dieren
(ook de afvaleters dus!)
Reducenten: bacteriën & schimmels
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.