Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
T3 - Grammatica Zinsdelen
1 / 30
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
In deze les zitten
30 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
4 videos
.
Lesduur is:
59 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Inhoud
In deze Lessonup gaat het over:
- Zinsdelen verdelen
- Zinsdelen benoemen
- PV, WG, O, LV, MV, BWB
Bekijk alle slides EN luister naar de ingesproken tekst.
Deze informatie heb je nodig om tijdens de les goed aan het werk te kunnen.
Je wordt gecontroleerd op het beluisteren/bekijken van de volledige LessonUp - tijd wordt bijgehouden
Slide 2 - Tekstslide
Hoe kun je de persoonsvorm in een zin vinden?
Noem twee manieren.
Slide 3 - Open vraag
Begint een zin met een vraagwoord? Dat vraagwoord is
GEEN
pv!
Gebruik
ALTIJD
de tijdproef!
- Waarom
ga
je naar de dokter? Waarom
ging
jij naar de dokter?
- Hoe laat
gaat
de trein? Hoe laat
ging
de trein?
- Waarom
heb
jij je winterjas al aan? Waarom
had
jij je winterjas al aan?
Lianne
gaat
een dagje uit, terwijl haar zus de hele dag
moet
werken.
Lianne
ging
een dagje uit, terwijl haar zus de hele dag
moest
werken.
Slide 4 - Tekstslide
Wat is de persoonsvorm?
Saar vertelde ons enthousiast over de vakantie naar Zeeland.
Slide 5 - Open vraag
Wat is de persoonsvorm?
Wanneer zullen de vertraagde treinen weer volgens de gangbare dienstregeling rijden
A
wanneer
B
vertraagde
C
zullen
D
rijden
Slide 6 - Quizvraag
Wat is de persoonsvorm?
Waarom maak je jouw huiswerk niet tijdens de les?
Slide 7 - Open vraag
Slide 8 - Video
Door een val van de trap heeft Anke haar voet bezeerd.
Hoeveel zinsdelen heeft deze zin?
A
4
B
5
C
6
D
7
Slide 9 - Quizvraag
Door een val van de trap heeft Anke haar voet bezeerd.
Anke | heeft | door een val van de trap haar voet bezeerd.
Door een val van de trap | heeft | Anke haar voet bezeerd.
Haar voet | heeft | Anke door een val van de trap bezeerd.
Anke | heeft | door een val van de trap | haar voet | bezeerd.
5
Slide 10 - Tekstslide
Hoeveel zinsdelen heeft deze zin?
Op de snelweg hebben mijn vader en zijn beste vriend gisteren een ongeluk gehad vlakbij Barneveld.
A
4
B
5
C
6
D
7
Slide 11 - Quizvraag
Op de snelweg hebben mijn vader en zijn beste vriend gisteren een ongeluk gehad.
Op de snelweg |
hebben
| mijn vader en zijn beste vriend gisteren een ongeluk gehad.
Mijn vader en zijn beste vriend | hebben | gisteren een ongeluk gehad | op de snelweg.
Een ongeluk | hebben | mijn vader en zijn beste vriend | gisteren gehad | op de snelweg.
Gisteren | hebben | mijn vader en zijn beste vriend | een ongeluk | gehad | op de snelweg.
5
6
Slide 12 - Tekstslide
Wat is het WG in de zin?
De jongens hebben hun strafwerk tijdens het laatste uur moeten maken.
A
moeten maken
B
hebben maken
C
hebben moeten maken
D
hebben moeten
Slide 13 - Quizvraag
Werkwoordelijk gezegde (WG)
WG = PV + overige werkwoorden in de zin
Tijdens de online les |
hebben
| de leerlingen | een lolletje |
uitgehaald
.
PV = hebben
Overige werkwoord(en) = uitgehaald
WG = heeft uitgehaald
WG
WG
Slide 14 - Tekstslide
Welke vraag moet je stellen om het onderwerp in de zin te vinden?
Slide 15 - Open vraag
Wat is het onderwerp?
Johan en Aniek hebben gisteren een nieuwe auto gekocht in de stad.
A
Johan
B
Johan en Aniek
C
een nieuwe auto
D
in de stad
Slide 16 - Quizvraag
Onderwerp (O)
Onderwerp = Wie(1)/Wat(2) + WG?
Johan en Aniek |
hebben
| gisteren | een nieuwe auto | gekocht | in de stad.
Wie(1)/Wat(2) +
WG?
= O
Wie
hebben gekocht
?
= Johan en Aniek
WG
WG
Slide 17 - Tekstslide
Wat is het onderwerp in deze zin?
Ga weg!
Slide 18 - Open vraag
Gebiedende wijs
In de gebiedende wijs staat
NOOIT
een onderwerp!
- Kom hier!
Wie(1)/Wat(2) komt?
X
- Ga weg!
Wie(1)/Wat(2) gaat weg?
X
- Loop naar de maan!
Wie(1)/Wat(2) loopt?
X
Slide 19 - Tekstslide
0
Slide 20 - Video
Wat is het lijdend voorwerp?
Riva heeft met haar moeder een nieuwe broek gekocht in de stad.
A
Riva
B
haar moeder
C
met haar moeder
D
een nieuwe broek
Slide 21 - Quizvraag
Lijdend voorwerp (LV)
Riva |
heeft
| met haar moeder | een nieuwe broek | gekocht | in de stad.
O WG WG
PV =
heeft
WG =
heeft gekocht
O =
Riva
LV =
een nieuwe broek
WAT
heeft
Riva
gekocht
?
een nieuwe broek
Slide 22 - Tekstslide
0
Slide 23 - Video
Meewerkend voorwerp
Stel de vraag:
AAN / VOOR wie + lv + o + wg
De jongen heeft een prachtige roos voor zijn vriendin gekocht.
pv
ww dat verandert van tijd
heeft
wg
PV + rest van de ww
heeft gekocht
o
wie / wat + wg
De jongen
lv
wat / wie + wg + o
een prachtige roos
mv
aan / voor wie + wg + o + lv
voor zijn vriendin
LET OP
AAN / VOOR
kun je
weg
laten
of
toevoegen
Slide 24 - Tekstslide
Wat is het mv in deze zin?
Johan heeft zijn moeder een leuk boek gegeven voor haar verjaardag.
A
Johan
B
zijn moeder
C
een leuk boek
D
voor haar verjaardag
Slide 25 - Quizvraag
Welk antwoord is juist?
Mijn beste vriend heb ik een cadeaubon gegeven.
A
mijn beste vriend = mv
B
een cadeaubon = o
C
aan mij beste vriend = mv
D
ik = mv
Slide 26 - Quizvraag
Bijwoordelijke bepaling (bwb)
pv = heb
wg = heb gegeven
o = ik
lv = een cadeaubon
mv = aan mijn beste vriend
Aan mijn beste vriend |
heb
| ik | vorige week | een cadeaubon | gegeven.
vorige week
Bijwoordelijke bepaling
Waar, wanneer, hoe, waarmee...enz.
Alles wat je overhoudt na het ontleden van de hele zin!
Er kunnen meerdere bwb's in een zin staan.
Slide 27 - Tekstslide
Snap je het OF vind je het nog lastig?
Tijdens de les moet je aan het werk met opdrachten over de grammatica zinsdelen.
Als je het al goed begrijpt, dan kun je de les gemakkelijk volgen.
Begrijp je het nog niet zo goed?
Kijk naar de uitlegvideo op de volgende slide
Oefen met grammatica op NieuwNederlands.nl
https://www.jufmelis.nl/zinsontleding
Jij moet kennen: pv, wg, o, lv, mv, bwb. Oefen alleen met deze zinsdelen. Andere zinsdelen hoef je niet te kennen.
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Video
Toets Zinsdelen
1. Ga naar Magister
2. Klik op de vier puntjes linksbovenaan -> Quayn
3. Open 'Formatieve toets zinsdelen'
4. Pak pen en papier
5. Schrijf de zinnen op, wanneer dat nodig is
6. Klaar? Lever in en KIJK je ANTWOORDEN na!
Slide 30 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
T3 - Grammatica Zinsdelen
Oktober 2020
- Les met
31 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
T3 - Grammatica Zinsdelen
Mei 2022
- Les met
29 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
H1 grammatica zinsdelen
Oktober 2021
- Les met
29 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
2tl hfd 1 Grammatica Zinsdelen (vervolg zelfst 5)
Oktober 2024
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
M3 - Grammatica
April 2021
- Les met
38 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
T3 - Grammatica Zinsdelen
September 2021
- Les met
42 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Grammatica zinsdelen - hoofdstuk 5
Maart 2021
- Les met
42 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Dif les 2 grammatica zinsdelen
Februari 2021
- Les met
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1