Specifieke doelgroepen

Specifieke doelgroepen 
  • ADHD
  • Autisme
  • Hoogbegaafde kinderen
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Sport & gedragMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Specifieke doelgroepen 
  • ADHD
  • Autisme
  • Hoogbegaafde kinderen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Inleiding
ADHD, de verschillende  vormen van autisme en hoogbegaafde kinderen kunnen extra aandacht vragen voor jou als bewegingsleider. Hoe ga je hier mee om?

Slide 3 - Tekstslide

ADHD
ADHD komt tegenwoordig steeds vaker voor. ADHD staat voor:
Attention
Deficit
Hyperactivity
Disorder

Slide 4 - Tekstslide

Kernwoorden voor ADHD

Slide 5 - Woordweb

Kernwoorden voor ADHD
  • Aandachtstekort
  • Hyperactiviteit
  • Impulsiviteit

Slide 6 - Tekstslide

ADHD
  • Wordt bijna altijd vastgesteld door een arts, bijvoorbeeld een psychiater of een orthopedagoog
  • Kinderen met ADHD hebben vaak leerproblemen op school
  • ADHD gaat niet over als je volwassen wordt

Slide 7 - Tekstslide

ADHD
  • Kinderen met ADHD worden soms als storend en lastig ervaren. Dit is niet terecht, ze kunnen er immers niks aan doen.
  • Houdt hier als sportleider dus rekening mee, oordeel niet te snel en heb geduld.

Slide 8 - Tekstslide

Oorzaken ADHD
  • ADHD is erfelijk
  • Wanneer de moeder tijdens de zwangerschap een hoge bloeddruk had, rookte of veel dronk
  • Kinderen die te vroeg zijn geboren met een te laag geboorte gewicht 

Slide 9 - Tekstslide

Wel opletten he, weten jullie deze nog?
Waar staat ADHD voor?
A
Alle Dagen Heel Druk
B
Attention Detection Hyperactive Disorder
C
Attractor Deficit Hyper Disability
D
Attention Deficit Hyperactivity Disorder

Slide 10 - Quizvraag

Omgaan met sporters met ADHD
  • Ze doen vaak voordat ze denken, geef ze veel structuur.
  • Vertel welk gedrag je wel wilt zien.
  • Geef veel gemeende complimenten.
  • Besef je dat het kind het ongewenste gedrag meestal niet expres doet. 
  • Geef het kind de tijd en ruimte om zijn/haar energie kwijt te kunnen. 

Slide 11 - Tekstslide

Autisme, wat weten jullie hier van?

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Waar zou je op kunnen letten wanneer je iemand met een vorm van autisme in je les hebt?

Slide 14 - Open vraag

Mogelijke oorzaken autisme
  • Een of meer genetische afwijkingen en/of invloeden rondom de zwangerschap.
  • Bepaalde infecties (herpes, rodehond), zuurstof tekort of andere complicaties.


Dit kan dan een autismespectrumstoornis tot gevolg hebben.

Slide 15 - Tekstslide

Kenmerken voor autisme

Relationeel/sociaal:
  • Moeilijk te bereiken
  • Maakt moeilijk contact
  • Weinig empathisch vermogen  
  • Vindt sociale regels lastig te begrijpen


Taal/spraak:
  • Vindt het lastig duidelijk te maken wat hij/zij wil

Veranderingen:
  • Moeilijk omgaan met onverwachte situaties
  • Vinden structuur prettig en houden dus van gewoontes

Slide 16 - Tekstslide

Bewegingsgedrag

  • Fladderen met de armen
  • Wiegen met het bovenlichaam
  • Angst voor harde geluiden
  • Genieten van lichteffecten
  • Rondtollen tot je duizelig wordt
Cognitief functioneren

  • 75% heeft een IQ lager dan 70
  • Scoren op sociaal inzicht en woordenschat laag
  • Scoren relatief hoog op ruimtelijke taken en geheugentaken 

Slide 17 - Tekstslide

Het leerproces
  • Kinderen met Autisme leren nauwelijks spontaan


  • Ze vinden het lastig de onderlinge samenhang te zien. Dit kan je bijvoorbeeld terugzien bij de tactiek van spelletjes

Slide 18 - Tekstslide

PDD-NOS
  • Iedereen met kenmerken van autisme, maar niet voldoende kenmerken om de diagnose te kunnen stellen
  •  Veel kenmerken van autisme, maar niet genoeg
  •  Moeilijkheden in de sociale interactie (moeite met begrijpen van verbale/non-verbale communicatie)
  •  Moeilijkheden in plannen/ overzicht houden.
  •  Obsessieve interesses.

Slide 19 - Tekstslide

Tips voor in de praktijk?

Slide 20 - Open vraag

Bijvoorbeeld... 
  • Breng structuur aan, vermijd te veel chaos
  • Zorg voor een veilige sfeer
  • Werk in kleine stapjes met veel herhalingen
  • Geef voorbeelden!
  • Complimenteer!
  • Wie weet kan je na verloop van tijd kleine veranderingen aanbrengen

Slide 21 - Tekstslide

Het hoogbegaafde kind
  • Het is moeilijk aan te geven
  • Hoogbegaafdheid vanaf een IQ vanaf 130
  • Kenmerken:
- Bijzondere capaciteiten
- Creatief
- Hoge motivatie
(hoogbegaafdheid is geen garantie tot succes!)

Slide 22 - Tekstslide

Wat zou een nadeel kunnen zijn van hoogbegaafd zijn?

Slide 23 - Open vraag

Het is niet alleen maar positief
Helaas zijn er ook hoogbegaafde kinderen met diverse problemen. Denk hierbij aan:
  • Teruggetrokken, angstig gedrag
  • Moeilijke omgang met anderen
  • Eenzaamheid
  • Concentratie en motivatieproblemen
  • Slaapproblemen
  • Tegenvallende prestaties
  • Spijbelen

Slide 24 - Tekstslide

Hoe dan? Uitdagen!
Op school is het niet alleen belangrijk om het hoogbegaafde kind uit te dagen, ook in de sport!

- Leer ze veel nieuwe dingen
- Zorg voor een uitdagende leeromgeving
- Geef ze ruimte om dingen zelf te ontdekken 
- Maar zorg ook hier voor een veilig leerklimaat

Slide 25 - Tekstslide

Werken aan de opdracht!

Slide 26 - Tekstslide