Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
$5 KGT Het bijvoeglijk naamwoord
$ 5 WS: Bijvoeglijk naamwoord
Leerdoelen
Je leert bijvoeglijke naamwoorden herkennen.
1 / 25
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
In deze les zitten
25 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
$ 5 WS: Bijvoeglijk naamwoord
Leerdoelen
Je leert bijvoeglijke naamwoorden herkennen.
Slide 1 - Tekstslide
apps.noordhoff.nl
Slide 2 - Link
Wat is 'de' voor soort woord?
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bepaald lidwoord
D
onbepaald lidwoord
Slide 3 - Quizvraag
Wat is een 'fiets' voor soort woord?
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
lidwoord
D
bijvoeglijk naamwoord
Slide 4 - Quizvraag
Hij toonde een kaart met de route van de orkaan.
lw =
zn =
Slide 5 - Tekstslide
Hij toonde een kaart met de route van de orkaan.
Slide 6 - Open vraag
apps.noordhoff.nl
Slide 7 - Link
Wat is een bijvoeglijk naamwoord?
Een bijvoeglijk naamwoord (bn) zegt iets over een zelfstandig naamwoord (zn).
1B is een ................ klas.
Die ................... Willem weet het altijd beter.
Ons vakantiehuis is ........................
Slide 8 - Tekstslide
Hij toonde een kaart met de route van de orkaan.
Welke bijvoeglijke naamwoorden kun je toevoegen? En waar?
Slide 9 - Tekstslide
Wat zijn de bijvoeglijke naamwoorden?
Die gekke Tommy gooide zijn nieuwe iPhone zo in de grijze afvalbak.
Slide 10 - Open vraag
Hoe schrijf je een bijvoeglijk naamwoord?
Vaak komt er een -e achter het woord (lange vorm), maar niet altijd (korte vorm).
Een
leuke
klas / De klas is .............
.
De
grappige
jongen / De jongen is ...........
.
Het ............. huis / Een
prachtig
vakantiehuis
.
Slide 11 - Tekstslide
Wanneer kort? Wanneer lang (met -e)?
Kort:
Na het lidwoord ‘een’ als het woord onzijdig is (een het-woord is)
Een
groot
vakantiehuis // Een
mooi
gerecht
Als het bijvoeglijk naamwoord achter het zelfstandig naamwoord staat.
Die scholier is
fantastisch.
//
Het huis is
schitterend
.
Lang:
Na het lidwoord ‘de’ en ‘het’.
De
grote
jongen // Het
mooie
gerecht
Na het lidwoord ‘een’ als het woord mannelijk of vrouwelijk is (een de-woord is).
Een
leuke
vriendin // Een
fantastische
show
Als er geen lidwoord voor een woord in het meervoud staat.
Slimme
leerlingen //
Grote
groepen
Slide 12 - Tekstslide
Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
Hij heeft de gratis app gedownload
A
heeft
B
app
C
gratis
D
de
Slide 13 - Quizvraag
apps.noordhoff.nl
Slide 14 - Link
Tijd om te beginnen
Maak alle opdrachten.
Quiz LessonUp.
Huiswerk maandag 30 januari:
C5 Grammatica -
$5 WS Bijvoeglijk naamwoord - Maak alle opdrachten
Start
Afsluiting
Slide 15 - Tekstslide
Hoe schrijf je de lange vorm?
Spelling - bijvoeglijk naamwoord
De lange vorm:
Zet een
-e
achter het woord:
mooi, mooie / fijn, fijne
Verdubbel de laatste letter en zet een -e achter het woord
: fris, frisse / glad, gladde / wit, witte
Dubbele klinker?
Haal een
a, e, o of u weg
en zet een
-e achter
het woord:
traag, trage / leeg, lege / dood, dode / zuur, zure.
Verander een
-f in een -v-
of een
-s in een -z-
en zet een
-e achter
het woord:
lief, lieve / naïef, naïeve / grijs, grijze / vlekkeloos, vlekkeloze
Slide 16 - Tekstslide
Samen oefenen
Spelling - bijvoeglijk naamwoord
Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
Jerry draagt een (stoer) jasje.
Want hij is een (cool) jongen.
Hij heeft het gekregen van zijn (lief) moeder.
Die (zilver) mouwen zijn echt heel dope.
Ik heb (metaal) velgen gekocht voor mijn racefiets.
Pak pen & papier
Noteer de juiste vorm
Je hebt 2 minuten de tijd
timer
2:00
Slide 17 - Tekstslide
Samen oefenen - nakijken
Spelling - bijvoeglijk naamwoord
Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
Jerry draagt een
stoer
jasje.
Want hij is een
cool
e
jongen.
Hij heeft het gekregen van zijn
liev
e
moeder.
Die
zilver
en
mouwen zijn echt heel dope.
Ik heb
metal
en
velgen gekocht voor mijn racefiets.
Slide 18 - Tekstslide
Spelling - bijvoeglijk naamwoord
QUIZ
Slide 19 - Tekstslide
Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
Hans en Marije hebben een (groot) probleem.
A
grote
B
groten
C
groote
D
groot
Slide 20 - Quizvraag
Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
Hij knalde op de betonnen paaltjes.
A
knalde
B
betonnen
C
hij
D
op
Slide 21 - Quizvraag
Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
Dat (raar) jong heeft mijn stuntstep gestolen.
A
rare
B
raare
C
raren
Slide 22 - Quizvraag
Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
Dat is een prachtige uitvoering.
A
Dat
B
is
C
prachtige
D
uitvoering
Slide 23 - Quizvraag
Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
Wat een (bizar) vertoning!
A
bizarre
B
bizar
C
bizare
Slide 24 - Quizvraag
Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
Die jongen droeg een (zijde) jurk.
A
zijde
B
zijden
Slide 25 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
H5 KT Taalverzorging - het bijvoeglijk naamwoord
Juli 2022
- Les met
32 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
H5 THV Taalverzorging - het bijvoeglijk naamwoord
Januari 2023
- Les met
32 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
P2 Het bijvoeglijk naamwoord
April 2021
- Les met
34 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Werkwoordspelling - Voltooiddeelwoord
Oktober 2023
- Les met
18 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 4
H13: bijvoeglijk naamwoord
September 2023
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1
2 Spelling bijvoeglijk naamwoord HS
Februari 2023
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1
TH1: spelling H5: bijvoeglijk naamwoord
September 2022
- Les met
32 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 1
H13: bijvoeglijk naamwoord
November 2022
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1