B4: Het zenuwstelsel - herhalingsles

Welk nummer is geen deel van het centrale zenuwstelsel?
A
1
B
2
C
3
D
4
1 / 32
volgende
Slide 1: Quizvraag
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welk nummer is geen deel van het centrale zenuwstelsel?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 1 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het ruggenmerg verbindt alle delen van je lichaam met het centrale zenuwstelsel
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Impulsen van je hoofd en hals worden direct naar de hersenen geleid
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Impulsen van je romp en ledematen worden via het ruggenmerg naar de hersenen geleid
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Over de hersenen zeggen twee leerlingen het volgende.
Wesley: 'De hersenen zijn gevoelig voor prikkels.'
Tim: 'In de hersenen word je je van de waarneming bewust.'
Wie heeft gelijk?
A
Wesley
B
Tim
C
Wesley en Tim
D
Geen van beide

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hierna staan twee functies genoemd:
1. het waarnemen van prikkels;
2. het verwerken van seintjes, afkomstig van zintuigen.
Welk(e) van deze functies wordt/worden vervuld door het zenuwstelsel?
A
Alleen 1
B
Alleen 2
C
1 en 2

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het centrale zenuwstelsel bestaat uit hersenen, ruggenmerg en zenuwen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een zenuwcel bestaat uit...

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Er gaan impulsen door de gehoorzenuw naar de hersenen.
Je pakt je telefoon op
Je telefoon gaat
Je zintuigen in je oren worden geprikkeld
Er gaan impulsen van hersenen naar je spieren in je arm
Je hoort je telefoon en besluit je telefoon te pakken.

Slide 9 - Sleepvraag

Puntenverdeling
6/6: 2 punten
4/6: 1 punt
Minder dan 4: 0 punten

Uit welk soort zenuwcellen bestaat het ruggenmerg?
A
Zintuigcellen
B
Sensorische zenuwcellen
C
Motorische zenuwcellen
D
Schakelcellen

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Uitlopers van een zenuwcel kunnen wel een meter lang worden
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke woorden kun je op de plaatsen 1, 2 en 3 invullen? (3p)

(Klik op de afbeelding)

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heten de onderdelen van een zenuwcel welke de impuls ontvangen?
A
Axons
B
Dendrieten
C
Zenuwuiteinde
D
Celkern

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een reflex in je arm loopt via….
A
De kleine hersenen
B
De grote hersenen
C
De hersenstam
D
Het ruggenmerg

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Uitloper
Uitloper
Celkern
Cytoplasma
Celmembraan
Zenuwuiteinde

Slide 15 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Om de uitlopers van zenuwcellen zit een isolerend laagje.

Wat zou er gebeuren als dit laagje er niet was?
A
Dan zou de zenuw beschadigd raken
B
Dan zouden de impulsen niet de juiste weg blijven volgen

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde.
1.
2.
3.
4.
Een impuls gaat naar de hersenen.
Een lage temperatuur bereikt de koudezintuigen.
Het meisje voelt dat het water koud is.
Koudezintuigen zetten prikkels om in impulsen.

Slide 17 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je ruikt iets lekkers en besluit de deksel van de pan op te tillen.
Zet de woorden in de juiste volgorde.
Ruggenmerg
Ruggenmerg
Spiercel
Bewustwording
Zintuigcel
Hersenen
Impulsen in zenuwen
Impulsen in zenuwen
Prikkel

Slide 18 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sommige reacties moeten zo snel dat het signaal niet eerst langs de hersenen gaat. Dit noemen we reflexen. Geef de juiste route voor de impuls bij een reflexboog. 
Schakelcel
Zintuigcel
Bewegings-zenuwcel
Gevoels-zenuwcel
Spiercel

Slide 19 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

B4: Het zenuwstelsel

Had je alle of bijna alle vragen goed?
Ga aan de slag met de opdrachten van B4! 
Welke je moet maken staat in de studiewijzer.

Had je nog veel vragen fout? Luister dan mee naar de uitleg!

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

B4: Het zenuwstelsel

Ik kan de bouw en functies van het zenuwstelsel beschrijven
Ik kan de bouw van zenuwcellen en zenuwen beschrijven
Ik kan de reflexboog beschrijven

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

B4: Het zenuwstelsel
De bouw van het zenuwstelsel
  • Centrale zenuwstelsel (CZ): hersenen en ruggenmerg
  • Zenuwen verbinden CZ met alle lichaamsdelen

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

B4: Het zenuwstelsel
De werking van het zenuwstelsel
  • Impulsen worden naar de hersenen geleid
  • Impulsen worden verwerkt in de hersenen: je wordt je bewust van de prikkel
  • Hersenen kunnen impulsen afgeven aan spieren en klieren

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

B4: Het zenuwstelsel
Zenuwcellen
Zenuwstelsel bevat miljoenen zenuwcellen
  • Zenuwcel: cellichaam en uitlopers

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

B4: Het zenuwstelsel
Zenuwcellen
  • Cellichaam: celkern, ligt in of vlakbij CZ
  • Uitlopers geleiden impulsen van of naar cellichaam
  • Uitlopers kunnen heel lang zijn!

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

B4: Het zenuwstelsel
Zenuwen
Uitlopers liggen samen in een zenuw met een dun laagje tussen de uitlopers

Uitlopers kunnen tegelijk impulsen geleiden


Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

B4: Het zenuwstelsel
Zenuwen
  • Delen van hoofd en hals zijn direct verbonden met de hersenen
  • Romp en ledematen zijn door zenuwen in het ruggenmerg verbonden met de hersenen
  • Ruggenmerg is omgeven door wervels

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

B4: Het zenuwstelsel
De weg die impulsen afleggen
  • Zenuwen kunnen wel een meter lang zijn
  • Impulsen kunnen zich heel snel verplaatsen

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

B4: Het zenuwstelsel
Bewuste reactie:
  • Impuls gaat eerst naar je hersenen, je wordt je bewust en je reageert

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

B4: Het zenuwstelsel
Reflex
  • Impulsen gaan niet via de hersenen
  • Vaste, snelle, onbewuste reactie op een prikkel

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

B4: Het zenuwstelsel
Reflex
  • Schakelcellen liggen in het CZ
  • Brengen impulsen over van de ene zenuwcel naar de andere

  • Weg die impulsen afleggen noemen we de reflexboog

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

B4: Het zenuwstelsel

Ik kan de bouw en functies van het zenuwstelsel beschrijven
Ik kan de bouw van zenuwcellen en zenuwen beschrijven
Ik kan de reflexboog beschrijven

Opdrachten: 1, 2, 3, 4, 7
Ondersteuning: 5, 6,
Verdieping: 8, 9

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies